Als de pit is ontkiemd kan je deze ongeveer 1-2 centimeter diep in de aarde planten, in een pot. Zet de pot binnen zo lang het buiten nog niet warm genoeg is (vóór half mei). Pruim heeft meer dan één vierkante meter nodig om in de volle grond te groeien.
De Prunus domestica staat graag in de volle zon of halfschaduw. Het planten kan het beste tussen half november tot eind maart. Maak een groot gat van 50 x 50 en ook 50 cm diep. Bemesten kan na de oogst en in het voorjaar.
Vermeerdering van onderstammen van peer, kers en pruim door winter- of houtstekken. Onderstammen van peer, kers en pruim kan men in november-december vermeerderen door winterstekken of twijgstekken. Gebruik stevige eenjarige twijgen om er hielstekken of gewone stekken uit te knippen.
Van de pruimenpitten die je bij het maken van pruimenijs overhoudt, kan je zelf een heerlijke likeur maken, die qua smaak wel iets weg heeft van amaretto. Kraak 8-10 pruimenpitten en doe deze met pit, schil en kruimels en al in een glazen pot doen.
En dan begint dus na een jaar of 2 tot 3 (afhankelijk van de leeftijd van de boom die je kocht) de oogst. Naast wieden (voorzichtig want je wilt geen wortels beschadigen) kun je denken aan water geven bij bomen die dat jaar zijn geplant.
Snoeien kan in principe tussen april tot september. Maar bij voorkeur vindt het snoeien of uitdunnen na de oogst pas plaats, dus in augustus/september. In de winter mag de pruimenboom zeker niet gesnoeid worden. Snoei op een warmere dag, wanneer het niet gaat regenen, zodat de boom goed kan herstellen.
Rijpe pruimen kun je wel een paar dagen in de koelkast bewaren. In de diepvries kun je pruimen in een goed gesloten plastic zakje of bakje tot 12 maanden bewaren (ongeveer -18°C).
Een Eldense Blauwe pruim weegt voor het gemak 25 gram. Dan gaan er 40 in een kilo. Stel aan een forse boom komt 50 kilo pruimen, dan praat je over 2000 pitten.
Leg de pitten in een pot met iets vochtig zand of mos gedurende 2 à 3 maanden op een donkere plaats met een temperatuur van 1-6 graden. Hierna de pitten afvijlen of met schuurpapier bewerken, zodat ze gemakkelijker kunnen ontkiemen en dan ca. 1 cm diep zaaien in een pot met gewone potgrond.
Zo stek je een boom
Snij of knip deze tak vlak onder een blad af. Haal de onderste bladeren eraf maar laat minimaal twee 'bladparen' zitten. Zet je stek in een glazen pot met water. Dan kan je goed zien of je stekje wortels krijgt!
Deze inheemse fruitboom betovert tot 150 jaar als decoratieve schaduwleverancier. Vanaf het vijfde jaar genieten jonge pruimenbomen van zoete steenvruchten. Met goede zorg verrijkt het jaarlijks het regionale fruitaanbod.
Een conifeerachtige kan vermeerderd worden door de den te stekken. Gebruik hiervoor een scheut dit hetzelfde jaar gegroeid is. Verwijder de naalden aan de basis van de stek, zodat de stek beter in contact komt met de stekgrond. Plaats de stek in een potje met stekgrond.
De steenmarter heeft een gevarieerd dieet. Vooral muizen en ratten staan op het menu. Ook insecten (kevers en rupsen), regenwormen, mollen, jonge konijntjes, vogels (en hun eieren) maar ook fruit en bessen (pruimen, kersen, braam, vogelkers, zwarte nachtschade …) worden gegeten.
Door de wortels door te steken in de rustperiode creëer je echt geen bloesem (en dus vruchten) voor het volgende jaar.
Hoe plant ik een pruimenboom? Pruimen verdragen de halfschaduw, maar een zonnige plek is het meest geschikt. De beste tijd om te planten is tussen Oktober/November en Maart.
Eén pruim bevat evenveel antioxidanten als een handvol blauwe bessen. Hierdoor biedt dit fruit een goede bescherming tegen kanker en hart- en vaatziekten. Zo helpen pruimen je bloeddruk verlagen en de nare gevolgen van stress binnen de perken te houden. Daarnaast dragen ze bij tot de darmwerking.
De merel komt je daarbij zeker helpen, want hij is dol op fruit. Ze eten ook insecten en andere beestjes, zoals regenwormen en larven, en zaden. Maar bessen, bramen en aardbeien zijn favoriet. In het naseizoen komen daar pruimen, appels en peren bij.
Een grote pruim levert al snel 1,40 per kilo op. Een kleintje soms maar 30 cent.
Pruimen kunnen vaak worden geoogst in de tweede helft van augustus en de eerste helft van september. Vaak is goed te zien wanneer de pruimen goed zijn om te plukken. Het is belangrijk om de bladeren en de takken aan de boom te laten zitten bij het plukken, zodat de bloemknoppen gewoon aan de boom blijven zitten.
Of ze rijp zijn kun je simpelweg voelen. Ze moeten niet zo hard voelen dat het lijkt alsof hun velletje eraf kan springen, maar ook zeker niet als een veel te zachtgekookt ei. Een goede graadmeter vinden wij dat ze net iets zachter moeten voelen dan een gepeld hardgekookt ei. Enigszins stevig, maar wel zacht.
Pruimen schoonmaken
Je hoeft deze pruimen alleen maar te wassen en het steeltje te verwijderen. De grote pit laat vaak makkelijk los als ze rijp zijn.
Een boom kun je verplanten vanaf de herfst (als het blad eraf is) tot het voorjaar (maart, uiterlijk begin april). Natuurlijk altijd bij vorstvrij weer. Met andere woorden: je kunt ze het best verplaatsen als de groei stilstaat. In de zomer kun je een boom pertinent niet verplaatsen.
Net als bij andere fruitbomen bemesten geef je een pruimenboom in het vroege voorjaar voeding. Tussen maart en april kun je de bodem rondom de boom verrijken met organische meststof. Staat de boom op een ondergrond van zand, dan kun je ervoor kiezen om in juli nog een keer te bemesten.
De Pruimenboom heeft ongeveer 24-48 liter per dag aan water nodig. Dit is afhankelijk van het weer en de grootte van de boom.