Pannenkoekplanten hoef je niet te snoeien. Pluk blaadjes die lelijk geworden zijn af. Mocht je er per ongeluk een keer een blad afstoten (of als overijverige kinderhandjes een steeltje hebben geplukt) zet dat dan in een glaasje en wacht tot er wortels aan komen. Grote kans dat er een nieuwe Pannenkoekplant is geboren.
De Pannenkoekplant houdt van een lichte plek, maar houdt 'm uit de felste middagzon direct achter glas. Als de plant het te heet krijgt, kunnen de bladeren verschrompelen. Worden de bladeren slap en gelig, dan kan dat komen doordat 'ie teveel of juist te weinig licht krijgt. Probeer een andere plek in huis.
De Pilea Peperomioides, beter bekend als de Pannenkoekenplant of Pannenkoekplant, is een makkelijke kamerplant. De plant staat het liefst op een plek met veel indirect zonlicht. De plant krijgt verder het liefst regelmatig kleine scheutjes water, zodat de grond lichtvochtig blijft.
De Pilea peperomioides is een plant die van veel licht houdt, dus het is erg belangrijk dat je 'm niet op een te donkere plek zet. Een plekje in een hoek of in het midden van de kamer zal al gauw te donker zijn. De bladeren zullen dan geel kleuren en uiteindelijk loslaten.
Pannenkoekplant (Pilea Peperomioides)
De pannenkoekplant heeft ronde bladeren die wel wat lijken op kleine pannenkoekjes. Het is een luchtzuiverende plant die ideaal is voor de slaapkamer. In de zomer kan de plant bloeien met kleine witte bloemetjes, maar dat doet hij alleen als er goed voor wordt gezorgd.
De Pilea is niet een hele dorstige kamerplant, in de meeste gevallen is één keer per week water ruimschoots voldoende. Let er vooral op dat er geen water onderin de pot blijft staan waardoor de wortels gaan rotten. En eens in de week zijn bladeren besproeien met de plantenspuit zal hij je erg dankbaar voor zijn.
Het krullen van het blad verteld jou dat de plant te weinig water krijgt. Het tegenovergestelde kan de oorzaak zijn van een overschot aan water. Als het niet aan het water ligt dan komt het door de tocht of een tekort aan warmte.
Hij houdt van een lichte plek en van een licht vochtige bodem. Laat de grond tussendoor niet helemaal uitdrogen. Hij wordt zo'n 40 cm hoog en kan kleine, witte bloempjes dragen. Het is een warmte minnende plant.
Je geeft teveel water
Raar misschien, maar planten gaan vaker dood doordat ze te veel water krijgen dan te weinig. Het teveel aan water blijft onder in de pot staan waardoor de wortels langdurig nat blijven en gaan rotten. Denk aan zompige laarzen na een stevige regenbui.
Bloei van de pannenkoekplant
Het komt niet vaak voor, maar soms verschijnen er kleine bloemetjes aan je pannenkoekplant. Hij staat in bloei! Dit gebeurt bijvoorbeeld als de plant een poos (in de winter) op een koelere plek heeft gestaan en daarna een warmer stekje krijgt.
Een gezonde pannenkoekplant kan zowaar ook moeder worden en pannenkoekplantenbaby's krijgen. Je ziet op den duur vanzelf stekjes aan en naast de plant verschijnen. Laat deze even doorgroeien totdat er mooie bladeren aan zitten en knip ze dan met een scherp mesje zo diep mogelijk van de moederplant af.
Luchtzuiverend. De Pilea is over het algemeen een fijne luchtzuiveraar, maar door zijn kleine formaat zal hij niet zo veel lucht zuiveren als zijn grotere concurrenten. Doordat de Pannenkoekplant vrij klein is, kan hij ook maar kleine beetjes zuiveren.
We kennen hem allemaal wel: de Mini Pilea Peperomioides – of te wel de Pannenkoekplant. Deze plant is zeer gewild omdat hij snel groeit, en je hem gemakkelijk kunt stekken. Maar belangrijker dan dat: niet giftig voor jouw kleine spruit.
Zo leuk dat je Pilea peperomioides bloeit! Dit gebeurt maar heel weinig, dus dat is best bijzonder. De bloemetjes van de Pilea vormen een schermpje en kunnen erg wijd uit gaan staan. Soms zijn ze wit, soms groen en soms hebben ze een roze tintje.
Zet de plant het liefst op een plek met indirect licht, zelfs een beetje richting de schaduw. Hier zal je pan- nenkoekplant grotere en groenere bladeren krijgen. De grond mag tussendoor droogvallen en hoeft dus niet altijd vochtig te zijn.
De Pannekoekplant geeft geen stekjes
Soms geeft de Pannenkoekenplant geen stekjes, ook wel pups genoemd. Houd er rekening mee dat alleen volwassen planten stekjes produceren. Is jouw plant al volwassen, maar krijg je nog steeds geen stekjes? Dan kan het helpen om hem wat plantenvoeding te geven.
De Pannenkoekenplant hoeft u niet vaak te verpotten; ongeveer eens in de twee jaar. Dit komt omdat de plant niet heel snel groeit. Het verpotten kunt u het best doen in de lente of vlak na aankoop. Dan is de plant het best in staat om zich aan te passen aan de nieuwe pot.
Een plant die te weinig water krijgt, zal zijn bladeren opkrullen om zo minder water te laten verdampen. Steek een vinger in de potgrond en voel: is de grond droog? Dan is het tijd voor wat extra H20. Nog tekenen van te weinig water zijn bladeren die erg gaan hangen of geel worden.
Vaak worden bladeren bruin als ze niet de juiste verzorging krijgen, dit kan zijn dat de plant te weinig water toegediend krijgt. Bij sommige planten kan het zelfs zijn dat de plant juist te veel water krijgt en daardoor de bladeren gaan verkleuren.
Een plant waarvan de bladeren slap gaan hangen, krijgt meestal te weinig water. In veel gevallen is het zo dat wanneer je deze plant gewoon wat water geeft, de bladeren weer helemaal bijtrekken, vaak al binnen een dag.
De gemakkelijkste manier om een pannenkoekplant te stekken is met behulp van de uitlopers die uit de wortels van de moederplant groeien. Een gezonde pannenkoekplant met genoeg ruimte produceert gedurende de groeimaanden (lente en zomer) vanzelf uitlopers. Je ziet deze vanzelf verschijnen in de pot naast de moederplant!
Symboliek. Plaats een muntstuk in de aarde bij je pannenkoek en de plant begint spontaan welvaart aan te trekken. Word je ineens heel rijk, geef je plant dan wel een echt gouden potje, dat heeft hij zeker verdiend.
Dat is een teken dat de plant teveel licht krijgt. Hij gaat er niet dood aan, maar hij wordt wel net wat minder mooi. Als u zijn groeiomstandigheden aanpast naar zijn wensen zal hij het hoogstwaarschijnlijk vrij snel weer goed gaan doen.