We maken een CT-myelografie om te bekijken of het ruggenmerg of een zenuwwortel wordt bekneld. Bijvoorbeeld door een vernauwing in de wervelkolom. Een andere reden voor een CT-myelografie is om te beoordelen of de zenuwwortels nog goed verbonden zijn met het ruggenmerg, bijvoorbeeld na een trauma.
Door de beknelling kunnen signalen via de zenuw niet meer goed doorgegeven worden aan je lichaam. En dat geeft pijnklachten en ongemak. Je herkent een beknelde zenuw aan een verdoofd gevoel, een scherpe pijn, tintelingen, spierspasmen en verlies aan spierkracht.
Grofweg brengen we met een MRI-scan de volgende weefsels en organen goed in beeld: hersenen (+ functie), ruggenmerg en zenuwen.
“Je kunt interne organen bekijken zoals longen, lever, hart of hersenen.Maar ook botstructuren, breuklijnen, prothesemateriaal en gewrichten zijngoed zichtbaar. Bovendien kun je met een scan bekijken waar een bepaalde afwijking in een orgaan zich bevindt.
Om te zien of uw klachten inderdaad door de hernia worden veroorzaakt, doen we drie verschillende onderzoeken: MRI-scan - Een MRI-scan is de beste methode om te zien of u een hernia hebt. CT-scan - Met de CT-scan kunnen we vooral de botstructuren van de wervelkolom goed zien.
Cross-sectionele CT-scans kunnen hernia's en de inhoud van de peritoneale zak tonen . Belangrijker nog, CT-bevindingen kunnen worden gebruikt om onvermoede hernia's te diagnosticeren en hernia's te onderscheiden van massa's van de buikwand, zoals tumoren, hematomen, abcessen, niet-ingedaalde testikels en aneurysma's.
Op een MRI-scan zijn de hersenen, het hart, ruggenmerg, zenuwen, spieren, pezen en organen in de buik over het algemeen goed in beeld te brengen. Op een CT-scan zijn de hersenen, (slag)aders, longen, buikorganen en botten goed zichtbaar.
Een CT-scan geeft een arts een compleet overzicht van bijvoorbeeld het gehele boven- en onderlichaam. Een MRI daarentegen laat meestal maar een beperkter deel van het lichaam zien, bijvoorbeeld alleen de onderbuik en toont organen meer op detailniveau.
Dus van de binnenkant van uw lichaam. Op de foto's kunnen we zien of er afwijkingen zijn in botten en organen. We doen dit onderzoek om te kijken of iemand een bepaalde aandoening heeft. Bijvoorbeeld een abces, verwijd bloedvat, gebroken bot, bloeding, tumor, galsteen, niersteen of ontsteking.
Elektromyogram (EMG)
Met een EMG-onderzoek meet de arts de werking van de zenuwen en spieren. Het onderzoek bestaat meestal uit twee delen. Eerst plaatst de arts plakkertjes (elektroden) op de huid. Hij prikkelt de zenuw met een klein elektrisch stroompje en meet of de spieren daarop reageren.
Met MR-neurografie kunnen zenuwen overal in het lichaam in beeld worden gebracht. De techniek wordt echter het meest gebruikt bij de diagnose van afwijkingen aan de plexus brachialis, de plexus lumbosacralis, de thoracale uitlaat en de ischiaszenuw.
Zenuwbeschadiging kan meestal worden vastgesteld op basis van een neurologisch onderzoek en kan worden gecorreleerd door bevindingen van een MRI-scan . De MRI-scanbeelden worden verkregen met een magnetisch veld en radiogolven. Er wordt geen schadelijke ioniserende straling gebruikt.
Een beknelde zenuw kan in het hele lichaam optreden, maar veelvoorkomende plaatsen zijn de nek, ruggengraat, pols of elleboog. Met rust en pijnstillers herstellen de meeste mensen binnen een paar dagen of weken.
Met een zenuwechografie kunnen we zien of er bijvoorbeeld in uw arm of been een zenuw in de knel zit.
De meest aanbevolen behandeling voor een beknelde zenuw is rust voor het getroffen gebied . Stop met alle activiteiten die de compressie veroorzaken of de symptomen verergeren. Afhankelijk van de locatie van de beknelde zenuw, hebt u mogelijk een spalk, kraag of brace nodig om het gebied te immobiliseren.
Een MRI-scan geeft een veel 'scherpere' afbeelding dan een CT-scan. Vooral de aantasting of beknelling van bepaalde zenuwen kan soms met een MRI goed in beeld worden gebracht.
Er zijn scans die de de hersenstructuren (anatomie) in beeld brengen zoals de CT-scan en de MRI-scan. Zij tonen bijvoorbeeld de grootte van de hersenen, de ligging, een ruimte innemend proces en of er afwijkingen of (focale) littekens zichtbaar zijn.
Met de vooruitgang in technologie is de eerste beeldvormende test die uw arts zal bestellen meestal een CT-scan van de hersenen. Dit wordt meestal gedaan met injectie van een röntgencontrast (kleurstof), hoewel een CT-scan die zelfs zonder röntgencontrast wordt gedaan ook voldoende is als eerste beeldvormende test.
De CT-scan heeft de hoogste sensitiviteit en specificiteit van alle niet invasieve beeldvormende modaliteiten. Nadeel van de CT-scan is de stralenbelasting en daarmee ook een verhoogde kans op maligniteiten (Stoker et al., 2009).
Conclusie. Hoewel Spigeliaanse hernia zeldzaam is, kan deze gemist worden , dus is een hoge mate van verdenking vereist voor een nauwkeurige diagnose. Omdat de laesie gemist kan worden in een conventionele CT-scan op de rug, moet beeldvorming worden uitgevoerd met CT in laterale decubitus- of buikligging.
Heb je klachten waardoor de arts denkt dat je misschien een hersenaandoening hebt? Dan is er soms een CT-scan (Computer Tomografie) nodig. Met zo'n scan kan de arts je hersenen bekijken om te zien of er aanwijzingen zijn voor een hersenaandoening of hersenschade.
Naast tintelingen kunnen ook prikkelende of elektrische sensaties optreden. Deze kunnen variëren in intensiteit en frequentie. Een beknelde zenuw kan ook leiden tot spierzwakte in het getroffen gebied. Dit kan bijvoorbeeld resulteren in een verminderde grip, kracht of moeite met het optillen van de voet.
Stenose symptomen
Veelvoorkomende symptomen zijn dan ook: Pijn in de onderrug wat verergerd bij lopen, staan, zitten en/of liggen. De pijn wordt minder of verdwijnt bij het zitten of voorover bukken; Pijn in een of beide benen wat verergerd bij lopen, staan en/of liggen.
De aanbevolen behandeling voor een discusbulge in de L4-L5 regio is afhankelijk van de ernst van de symptomen. Mogelijke opties zijn rust, fysiotherapie, pijnstillers, epidurale steroïde-injecties en chiropractische zorg .