Of je nu je Aloë vera plant met of zonder wortels wil stekken, de stappen zijn hetzelfde: Zoek een mooie wortelstek of zijscheut uit.Knijp met twee vingers de stek bij het kontje: onder de bladeren, boven de wortels.Draaien en trekken.
Om Aloe vera te stekken hoef je alleen maar de uitlopers los te maken en in hun eigen potje te zetten. Meestal hebben ze al wortels en zo niet, dan groeien deze over het algemeen snel. Zo doe je het: Pak je Aloe vera moederplant erbij, liefst eentje met meerdere uitlopers.
Om er dan een blad af te halen, heb je het waarschijnlijk door moeten snijden. Hierdoor zit helaas het stukje waar de wortels uit kunnen groeien niet meer aan het blad en zullen er geen wortels verschijnen. De beste manier om een Aloë vera plant te stekken is, om of een stekje van de moederplant uit de grond te halen.
Aloë vera kun je vermeerderen door zaad te zaaien in een verwarmde kweekbak of via stekken uit blad. Maar de grootste kans op succes heb je door de jonge uitlopers van de moederplant te scheiden. Deze uitlopers worden ook wel pups genoemd.
De Aloë Vera plant groeit flink door. Eens in de twee jaar is het nodig om de plant te verpotten. Zorg er dan wel voor dat de plant in een pot staat die drie keer zo breed is als de wortelkuit.
Als er een nieuw blad is aangegroeid, kunt u weer gebruik maken van een ander lager blad. Dus in drie maanden heeft u ongeveer vier bladeren. Op deze manier kan een Aloë Vera plant makkelijk tien jaar oud worden.
Aloë Vera water geven
Geef de Aloë Vera in de periode tussen april en oktober ongeveer één keer per week water. Voel voordat je water gaat geven even aan de grond, pas wanneer deze helemaal droog is, heeft je Aloë Vera water nodig. Het is geen probleem als de grond niet continu vochtig is.
De Aloë Vera is licht giftig, al geldt dat niet voor mensen. Sterker nog: het sap van de plant wordt veelvuldig gebruikt door mensen. Het sap wordt met name tegen brandwonden gebruikt.
Die bloeien 1x keer in hun leven en sterven daarna af, maar niet voordat er kleine baby plantjes aan de basis van de plant zullen groeien. De Aloe heeft gelukkig niet zo'n heftige levenscyclus en kan gemakkelijk meerdere keren bloeien.
Aloë vera snoeien, wanneer doe je dat? Wanneer er lelijke bladeren aan zitten, of je hebt een blad nodig om er bijvoorbeeld een pleister van te maken, kun je deze bladeren en gewoon afsnijden. De plant heeft een zelf-genezend vermogen.
De plant kan zichzelf herstellen. Aloë vera zorgt voor zuurstof en zuivert de lucht. Het is daarom ook een ideale slaapkamerplant.
Water tekort of teveel
Aloë Vera is een vetplant, wat betekent dat je het over het algemeen maar weinig water hoeft te geven. De kans is groter dat je het de arme plant aan het verdrinken bent dan aan het uitdrogen. Het beste is namelijk dat je de Aloë Vera pas weer water geeft wanneer de bodem helemaal droog is.
Aloë Vera water geven
In het najaar en de winter staat deze vetplant het liefst weken zonder water. De hoeveelheid water beïnvloed de snelheid waarmee de plant groeit. Meer water zal de groei aanmoedigen. Maar te veel water in combinatie met te weinig licht kan snel leiden tot rot.
Je kunt de Aloë Vera het beste op een plek zetten met een klein beetje schaduw. De plant kan echter ook tegen direct zonlicht, maar laat de plant eerst twee weken wennen op een standplaats met wat schaduw alvorens te verplaatsen naar het volle zonlicht. In de zomer kan de plant ook heel goed buiten gezet worden.
Het verhaal van Aloë
Oersterk, krachtige vormen en makkelijk in de omgang: Aloë (officieel: Aloë vera) heeft blauwgroene dikke bladeren die 40-50 cm lang worden en vanuit een rozet in punten omhoog groeien, tot maximaal 100 cm.
Tijdens de zomermaanden kan aloë vera buiten staan, maar als de winter eraan komt, dan zet je de plant binnen. De aloë vera verdraagt immers geen koude temperaturen en vorst. De temperatuur moet minimum 10° C zijn en hoe hoger de temperatuur, hoe beter.
Kalmerend, hydraterend en anti-aging
Er zijn aanwijzingen dat aloë vera kan helpen bij huidproblemen als acne, eczeem en psoriasis, maar ook bij het herstel van wondjes en na verbranding. De plant bevat namelijk verschillende stoffen die een ontstekingsremmende en antibacteriële werking hebben.
Zo krijg je het uit de Aloë vera-plant: Stap 1: kies de laagste blaadjes, deze zijn het makkelijkst om af te snijden. Stap 2: knip of snijd ze van de plant af. Stap 3: binnenin de bladen zie je gel en sap, deze pers je uit het blad.
Er zijn aanwijzingen dat aloë vera eigenschappen heeft om de bloedsuikerspiegel in balans te houden. Daarnaast zorgt het voor een gezonde werking van de nieren en de dikke darm. Het drinken van aloë vera gel kan maag- en darmklachten verminderen. Het heeft een antibacteriële- en antischimmel werking.
De Aloë vera heeft zonlicht nodig om goed te groeien. Al krijgt hij te weinig licht, dan gaat de Aloë vera verkeerd/raar groeien. Voor optimale Aloë vera verzorging zet je de Aloë vera dus op een lichte standplaats en geef je hem eens per week een klein slokje water. Het werkt eigenlijk net als met mensen.
De aloë vera heeft sterke bladeren die niet snel verkleuren. Als ze bruinig verkleuren komt dat door een te veel aan water. Wanneer ze gelig verkleuren is dit het gevolg van te veel direct zonlicht. In de eerste periode dat je de plant hebt zet je hem best in de halfschaduw om dit te voorkomen.
Aloë vera is een stevige groeier, en staat graag in een erg ruime pot. Bij het verpotten kan dan ook beter gelijk een potmaat gekozen worden die 3 tot 5 maal groter is dan de kluit. De plant groeit goed op zeer doorlatende grond, bij voorkeur met wat zand en fijn grind erin om een goede afwatering te garanderen.
Als Alocasia geel blad heeft, heeft hij te nat of te droog gestaan. Wortel- of stengelrot kan soms voorkomen. Planten dienen vrij te zijn van bruine vlekken en bladranden, vaak veroorzaakt door een te lage luchtvochtigheid en/ of te droge wortelkluit.
Het vermeerderen van een Alocasia (Olifantsoor) kan lastig zijn. Bij veel planten is het afknippen van een stengel en op water zetten voldoende. Bij een Alocasia stekken niet. Deze plant kun je niet stekken op het blad.