U heeft een stuk gereden met te lage bandenspanning. Daar bent u op tijd achter gekomen, de kans op schade aan de band door rijden met 1,5 bar bij 2,3 geadviseerd is vrijwel uitgesloten. Het verschil is te klein om direct schade te veroorzaken.
Een te lage bandenspanning kan leiden tot verschillende problemen, zoals:Verminderde grip op de weg, wat kan resulteren in een langere remweg en verminderde controle over het voertuig. Onregelmatige slijtage van de banden, waardoor ze sneller versleten raken en je eerder nieuwe banden moet aanschaffen.
Als het bandenspanningslampje (ook wel bekend als de TPMS–melding) in uw cockpitscherm gaat branden, moet u zo snel mogelijk uw banden controleren.
Wat is het gevaar van een te lage of te hoge bandenspanning? Veiligheid staat voorop in het verkeer. Een te hoge of te lage bandenspanning is onder alle omstandigheden nadelig met als gevolg: de remweg neemt toe, de wegligging neemt af, grote kans op een klapband en je hebt minder grip in bochten.
De gevolgen van een zeer lage bandenspanning tot -1.5 bar: Groot risico op ongelukken door de oververhitting van banden, met reële kans op klapbanden! De gevolgen van een te hoge bandenspanning tot +0.5 bar: Een sterk verminderd rijcomfort en een vele malen hogere bandenslijtage.
Voor de banden van een 'gewone personenauto' is de aanbevolen luchtdruk vaak tussen de 2.0 en 2.5 bar, afhankelijk van de belasting van jouw auto.
1 Bar is ongeveer gelijk aan 14.504 PSI. Dus de BAR naar PSI formule is: Bar x 14.504 = PSI. Bijvoorbeeld: 2.5 BAR naar PSI is 36.36 PSI .
Als de bandenspanning te laag is, wordt de band in elkaar gedrukt.Tijdens het rijden wordt hij daardoor sneller warm. Het gevolg: het verbruik neemt toe, het rijgedrag van de auto wordt slechter en de band slijt sneller.
De juiste bandenspanning is beter voor het milieu. Je verbruikt namelijk minder brandstof waardoor er ook minder CO2 in de lucht komt. Bovendien slijten je banden minder snel. Hierdoor komt er minder slijpsel (een vorm van microplastics) in het milieu terecht.
Bij inspectie ontdek je dat de band langzaam leegloopt. Dit probleem kan geleidelijk ontstaan en zorgt er vaak voor dat je het niet meteen opmerkt. Een langzaam leeglopende autoband kan echter gevaarlijke situaties opleveren. Daarom is het belangrijk om snel te handelen.
De ideale bandenspanning ligt tussen 2 en 3 bar. Wanneer de luchtdruk in uw banden 0,5 tot 1,5 bar lager is dan voorgeschreven, spreken we van een te lage bandenspanning. Wanneer hij 0,5 bar hoger is dan voorgeschreven, spreken we van een te hoge bandenspanning.
Gele of oranje waarschuwingslampjes geven aan dat er iets aan de hand is maar behoeven niet direct actie, je kan nog doorrijden maar maak wel een afspraak met de garage. Als het waarschuwingslampje rood brandt, dan moet je onmiddellijk stoppen en de wegenwacht of garage bellen.
Als uw banden te zacht zijn opgepompt, kan dit invloed hebben op uw ABS . Dat komt omdat ABS afhankelijk is van het vermogen van uw band om grip te hebben op het wegdek.
Mocht je nou onderweg zijn en je bandenspanning lampje gaat branden dan zul je snel moeten handelen. Parkeer je auto ergens veilig langs de weg en controleer of een van je vier banden lek is. Mocht dit het geval zijn dan raden we aan om niet door te rijden, maar de ANWB te bellen of zelf het wiel te vervangen.
Een klapband is reuze gevaarlijk, al helemaal als je met een aardige vaart over de snelweg rijdt. Het gebeurt geheel onverwachts, dus het resulteert vaak in een totale chaos op de weg. Onderspanning en/of overbelasting zijn meestal de oorzaak van een klapband.
Zet je auto dan meteen aan de kant. Moderne auto's hebben een sensor die continu de luchtdruk in de band meet. Ver voordat je band helemaal plat is, weet je dus al dat er een gat in zit. Je krijgt in zo'n geval een melding of een brandend lampje op je dashboard.
Een te lage bandenspanning veroorzaakt een hogere en/of onregelmatige slijtage. Dan moet je de banden dus eerder vervangen. Verder heeft een band die zacht is een breder loopvlak, waardoor hij meer weerstand ondervindt. En meer weerstand betekent dat de motor harder moet werken, oftewel een hoger brandstofverbruik.
De minimale profieldiepte van je autoband mag niet minder zijn dan 1,6 millimeter. Dit geldt overigens voor zowel zomer-, winter-, als all season banden.
De reden hiervoor is dat alle banden in de loop van de tijd een beetje lucht verliezen, en ook andere factoren zijn van invloed op de bandenspanning. Als je je banden bijvoorbeeld oppompt als ze warm zijn, of op een hete zomerdag, dan daalt de spanning wanneer de temperatuur daalt.
Als u niet zeker weet of uw band een lage spanning heeft, let dan op de volgende tekenen: Een bult waar de band de grond raakt (idealiter is de zijwand van de band stevig en rond, en ziet er niet samengedrukt uit) Ongelijkmatige slijtage van de banden op het loopvlak (lage spanning kan ervoor zorgen dat de slijtage aan de ene kant sneller verloopt dan aan de andere kant)
Als u vreemde geluiden uit uw voertuig hoort, moet u het laten nakijken. Maar als u een flapperend geluid of een whomp-whomp-whomp-geluid hoort tijdens het rijden, kan het een lage bandenspanning zijn . Het geluid wordt veroorzaakt wanneer de te zacht opgepompte band op het wegdek slaat. Dit is ook een veelvoorkomend eerste teken van een lekke band.
Dit betekent dat minstens een van de banden te zacht of lek is. Pomp een te zachte band op. Vervang een lekke band of neem contact op met een merkdealer. Controleer de bandenspanning van de vier koude banden en pas ze zo nodig aan; reset nadien de referentiewaarde voor de bandenspanning.
Uw ketel moet tussen de 1 bar en de 1,5 bar lopen, wat in het groene gedeelte van de keteldrukmeter staat. Als de balk boven de 2,5 bar uitkomt, is de druk van het water in het systeem te hoog en is alles onder de 1 bar te laag.
Gevolgen van een te lage/ te hoge bandenspanning auto
Een te lage of een te hoge auto bandenspanning zorgt ervoor dat uw autobanden niet meer optimaal functioneren. Een te lage bandenspanning is tussen de -0,5 en -1,5 bar en een te hoge bandenspanning is +0,5 bar.
De bar is een metrische eenheid van druk gedefinieerd als 100.000 Pa (100 kPa), hoewel het geen onderdeel is van het Internationale Systeem van Eenheden (SI). Een druk van 1 bar is iets minder dan de huidige gemiddelde atmosferische druk op aarde op zeeniveau (ongeveer 1,013 bar).