De artsen kunnen in je bloed onder andere tumormarkers of tumormerkers meten. Dat zijn stoffen, meestal eiwitten, die je lichaam maakt als reactie op kanker of die door de kanker zelf gemaakt worden. Voorbeelden zijn CEA (bij dikkedarmkanker, maagkanker en pancreaskanker) en PSA (bij prostaatkanker).
De aanwezigheid van kankercellen in bloed of andere lichaamsvloeistoffen kan wijzen op kanker, uitzaaiingen of teruggekeerde kanker. Een vloeibare biopsie is dus een belangrijk hulpmiddel bij het stellen van de diagnose en het bepalen van het (sub)type kanker.
De huisarts of specialist kan een aantal onderzoeken voorstellen om vast te stellen of het om uitzaaiingen gaat, zoals een bloedonderzoek, PET-CT-scan, longfoto of CT-scan van de borstkas, echografie van de lever of CT-scan van de buik, botscan of MRI-scan.
Het gebruik van zelftesten op kanker door mensen op eigen initiatief, buiten het bevolkingsonderzoek en zonder tussenkomst van een arts wordt door KWF afgeraden. Kanker is geen ziekte om zelf te onderzoeken zonder tussenkomst van een arts.
Kanker en de behandeling vragen veel van je lichaam. Ook slecht slapen, weinig bewegen, pijn of een verminderde eetlust kunnen ervoor zorgen dat je moe bent. Na de behandeling duurt het vaak nog een paar maanden voor die vermoeidheid minder wordt. Het kost gewoon tijd en energie om te herstellen.
Rugpijn is een algemeen symptoom voor vergevorderde alvleesklierkanker.
Zo komen vermoeidheid, pijn, benauwdheid en verlies van eetlust veel voor. In de terminale fase komen ook symptomen als gewichtsverlies, sufheid en verwardheid vaak voor.
Kankeronderzoek (MRI en CT) Door middel van preventief kankeronderzoek kunnen tumoren in een vroegtijdig stadium worden ontdekt. Kanker is beter te behandelen en de kans op genezing stijgt, wanneer dit vroegtijdig wordt ontdekt.
Chronische kankerpijn wordt ook aanhoudende pijn genoemd en is altijd aanwezig.Naast aanhoudende pijn kunt u ook last hebben van doorbraakpijn bij kanker. Doorbraakpijn is pijn die vaak plotseling opkomt en snel weer verdwijnt of minder wordt. Het is pijn die boven op pijn komt die u al langer heeft (chronische pijn).
Bloed en/of slijm in je ontlasting
Bloed of slijm in je ontlasting kan door darmkanker komen. Het bloed hoeft er niet altijd rood uit te zien, ook donkere (bijna zwarte) ontlasting kan betekenen dat er bloed in je ontlasting zit. Als er bloed bij je ontlasting zit, ga dan naar de huisarts.
De arts kan je urine laten onderzoeken.Zo komt de arts erachter of je een infectie hebt of dat er kankercellen in je urine zitten. Je levert een potje met urine in. Een patholoog bekijkt je urine onder een microscoop.
Een bloedanalyse kan zeker bepaalde zaken uitsluiten of bepaalde ziektes aantonen. Zo kunnen vb. lever-, schildklier- of nieraandoeningen in een vroeg stadium ontdekt worden. Op deze manier kan je veel nauwkeuriger maatregelen nemen en toch doorverwezen worden naar een arts indien nodig.
De artsen kunnen in je bloed onder andere tumormarkers of tumormerkers meten. Dat zijn stoffen, meestal eiwitten, die je lichaam maakt als reactie op kanker of die door de kanker zelf gemaakt worden. Voorbeelden zijn CEA (bij dikkedarmkanker, maagkanker en pancreaskanker) en PSA (bij prostaatkanker).
Kanker ontstaat vaak zonder dat je het in de gaten hebt. Gelukkig is het in sommige gevallen mogelijk om de ziekte op tijd op te merken. Dat vergroot de kans op een succesvolle behandeling.
Klachten en symptomen hersentumor
Klachten die voorkomen zijn: hoofdpijn die niet overgaat, soms samen met misselijkheid en overgeven. slechter zien of dubbel zien. slechter horen.
Jeuk komt voor bij 10% van de patiënten met kanker in de palliatieve fase, met name bij patiënten met hematologische aandoeningen (vooral maligne lymfomen en polycythaemia vera). Jeuk wordt gezien bij 50% van de patiënten met polycythaemia vera en bij 30% van de patiënten met de ziekte van Hodgkin.
Naar uitzaaiingen wordt gewoonlijk niet systematisch gezocht. Meestal worden uitzaaiingen ontdekt door klachten zoals pijn (botpijn, pijn in de borst, ochtendhoofdpijn), benauwdheid, kortademigheid en/of misselijkheid.
Het lichamelijk onderzoek is vooral aan de buitenkant van het lichaam. Soms onderzoekt de arts een bepaald deel van het lichaam meer uitgebreid. Lichamelijk onderzoek is de eerste stap in het onderzoek naar de diagnose kanker. Om te kunnen vaststellen of het om kanker gaat, is bijna altijd verder onderzoek nodig.
Oorzaken van vermoeidheid door kanker
de ziekte zelf. de behandeling die je krijgt. klachten die niet onder controle zijn, zoals pijn of kortademigheid. lichamelijke gevolgen van de ziekte of de behandeling, zoals bloedarmoede, uitdroging, afvallen, zuurstoftekort, infecties en/of koorts.
Oorzaken oververmoeidheid
Bijvoorbeeld door een slaaptekort, slechte voeding, te weinig lichaamsbeweging en stress. Maar ook bepaalde karaktereigenschappen kunnen een rol spelen, zoals perfectionisme, subassertiviteit of veel piekeren. Sommige gezondheidsklachten zorgen ook voor oververmoeidheid.