Werkgevers en werknemers kunnen vanaf 2021 tot en met 2025 afspraken maken over vervroegd uittreden. Het kabinet steunt dit door een tijdelijke versoepeling van de belasting op regelingen voor vervroegde uittreding (RVU). En via de Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU).
Wie mag gebruikmaken van de RVU-regeling? Alle werknemers die maximaal 36 maanden (of minder) voor hun AOW-leeftijd staan, mogen gebruikmaken van de regeling. De hoogte van de uitkering is onafhankelijk van het oorspronkelijke inkomen, arbeidsverleden en/of fulltime of parttime dienstverband.
Je moet maximaal 36 maanden (of minder) voor jouw AOW-leeftijd zitten. Dat is dus maximaal 3 jaar vóór jouw AOW-leeftijd. Bijvoorbeeld: de AOW-leeftijd is in 2022 66 jaar en zeven maanden. Om in 2022 vervroegd te stoppen door middel van de RVU-regeling, moet je dus 63 jaar en zeven maanden of ouder zijn.
Je kan vervroegd op pensioen vanaf 63 jaar en 42 loopbaanjaren. Je hebt een lager pensioen als je vroeger stopt met werken. Met pensioensparen kan je een aanvullend pensioen opbouwen. Jouw vervroegd pensioen aanvragen kan vanaf 1 jaar voor je pensioendatum.
RVU is geen automatisch recht
Staat het niet in je cao, dan heb je er geen recht op. Maar, je kunt er natuurlijk altijd om vragen. Wie weet wil jouw werkgever in jouw geval wel meewerken.
Deze tijdelijke wet is gunstig voor werkgevers, die willen meewerken aan pensionering vóór de echte pensioendatum. Hij krijgt meer financiële ruimte, omdat er geen extra belasting betaald hoeft te worden tot het drempelbedrag.
Vroeger stoppen kàn, maar daar hangen wel voorwaarden aan vast. Zo kan je stoppen op 63 jaar als je 42 jaar gewerkt hebt, op 61 of 62 jaar als je 43 jaar gewerkt hebt, op 60 jaar als je 44 loopbaanjaren hebt. In dat laatste geval moet je dus al op je 16 jaar beginnen werken zijn.
Je wilt weten vanaf welke leeftijd je met pensioen kunt gaan. Het antwoord is: je kunt je pensioen vanaf je 55ste laten ingaan.
In veel pensioenregelingen kunt u al voordat u de standaard pensioengerechtigde leeftijd bereikt, stoppen met werken. Maar doordat uw pensioen eerder ingaat, wordt de uitkering een stuk lager. U moet namelijk langer rondkomen met uw pensioengeld.
Werkgevers mogen sinds 1 januari 2021 tot ruim €22.000 per jaar meebetalen aan het vroegpensioen van werknemers, die tot drie jaar voor hun AOW-leeftijd zitten. De fiscale boete (RVU-heffing) is door het pensioenakkoord geschrapt, maar werkgevers zijn niet verplicht om mee te betalen.
Kan ik mijn pensioen naar voren halen? Je pensioen naar voren halen is mogelijk. Je kunt ervoor kiezen om je pensioen maximaal 5 jaar eerder dan je AOW-gerechtigde leeftijd in te laten gaan en daarnaast te blijven werken. Maar ook minder dan 5 jaar eerder met pensioen gaan is een optie.
Als je RVU maandelijks krijgt uitgekeerd, krijg je maximaal €1.874 bruto per maand. De hoogte van de netto RVU-uitkering hangt af van of je loonheffingskorting toepast of niet. Loonheffingskorting toegepast: €1.310 netto per maand. Geen loonheffingskorting toegepast: €1.075 netto per maand.
Werkgevers mogen bij eerder stoppen met werken maximaal 3 jaar voor AOW-leeftijd een uitkering van ongeveer € 22.000 per jaar aanbieden zonder dat daar de RVU-heffing op van toepassing is. Dit bedrag is gelijk aan de netto AOW. Het is voor de werknemer dan net of zijn AOW eerder ingaat.
Ontslagregelingen met het karakter van een vervroegde uittreding krijgen een fiscale boete van 52%. Men spreekt dan van een Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU). Reden van ontslag is niet het disfunctioneren van de werknemer of het verdwijnen van arbeidsplaatsen.
Vandaag kan u met vervroegd pensioen op 60 jaar als u 44 jaar gewerkt hebt, op 61 of 62 jaar met 43 jaar en op 63 met 42 jaar. De pensioenhervorming voorziet niettemin dat iedereen die 42 jaar gewerkt heeft op vervroegd pensioen zal kunnen vanaf 60 jaar, maar de wet is nog niet gestemd.
U kunt met pensioen tussen 55 jaar en uw AOW-leeftijd. De standaard pensioenleeftijd in uw pensioenregeling is 68 jaar, of eerder als uw AOW-leeftijd voor 68 jaar ligt. U kunt uw pensioen niet later dan uw AOW-datum laten ingaan. U kunt ervoor kiezen om eerder met pensioen te gaan of om met deeltijdpensioen te gaan.
Regeling voor oudere werknemers uit het Pensioenakkoord
Sinds 2021 geldt de Regeling Vervroegde Uittreding (RVU). Volgens deze regeling mag je werkgever je een regeling aanbieden tot je AOW-leeftijd als je eerder stopt met werken. Dit is een onderdeel van het Pensioenakkoord.
Wij willen dat iedereen die 40 jaar gewerkt heeft (gelijkgestelde periodes inbegrepen) een pensioen van minimum 1500 euro netto geniet. De periodes van ziekte, werkloosheid of tijdskrediet om voor de kinderen, ouders of familie te zorgen, worden meegenomen in de berekening van het pensioen.
Vaak zal het SWT op zich financieel voordeliger zijn, maar soms zit er ook een voordeel in het vervroegd pensioen, bv. omdat de werknemer nog een bijkomstige activiteit wil uitoefenen, wat eenvoudiger en met betere cumulvoorwaarden kan als gepensioneerde dan als werkloze.
Vervroegd met pensioen mag altijd
Pensioenen die in het verleden zijn opgebouwd hebben vaak nog een andere pensioenleeftijd, bijvoorbeeld 62, 65 of 67 jaar. Maar het maakt niet uit welke datum er in de regeling is opgenomen. Jij bepaalt zelf je pensioendatum! En je hebt geen toestemming van je werkgever nodig.
Alles mag, maar de vraag is wat u dat gaat kosten. De eerste vraag is: heeft u al die 40 jaar pensioenpremie betaald? In dat geval heeft u een compleet pensioen, dat neerkomt op zeventig procent van het laatstverdiende gemiddelde loon, als u de AOW meetelt.
Laten we eens kijken naar een snel antwoord. Als je 60 jaar bent dan kun je alleen vervroegd met pensioen als je daar zelf de financiële middelen voor hebt. Je hebt op deze leeftijd namelijk geen recht op een AOW-uitkering. Daarnaast heb je ook de pensioenleeftijd nog niet bereikt.
Vanaf 60 jaar kun je 1/5 korter werken; dit kost je 7,5% van je loon maar je pensioenopbouw blijft 100%. Vanaf 62 jaar kun je 1/5 korter werken; je houdt jouw volledige loon en pensioenopbouw. Vanaf 64 jaar kun je 2/5 korter werken; dit kost je 7,5% van je loon maar je pensioenopbouw blijft 100%.