De planten kunnen pas buiten geplant worden als de kans op nachtvorst voorbij is. In Nederland is dat vanaf 14 mei. Tomatenplanten houden van zon en warmte. Dus plant de jonge tomatenplantjes op een luwe en zonnige plek.
Na de laatste kans op nachtvorst (half mei, na de IJsheiligen), kunnen de plantjes naar buiten. Als je ze in de volle grond gaat stoppen laat ze dan eerst enkele dagen buiten wennen aan de kou (afharden). Je kunt ze natuurlijk ook verpotten en zo in potten verder laten groeien.
Zaaien: Vanaf maart tot en met mei kun je tomaten voorzaaien in een zaaibakje in huis of in de kas. Hiervoor kun je het beste gebruik maken van biologische potgrond of zaai- en stekgrond. Ontkiemen: Bij een kamertemperatuur van 20 graden ontkiemen de zaden na ongeveer tien dagen.
Plantafstand: minimum 75 cm tussen de rijen. Plantafstand: minimum 35 cm aan tussen de planten. Plant tomaten diep genoeg, aan de stam zullen dan extra wortels groeien.
Tomaten houden niet van regen. Knip eventueel wat blad weg wanneer een plant te lang nat blijft na een regenbui. Knip ook bladeren weg die het zonlicht weghouden van de vruchten. Laat in ieder geval altijd minstens 6 tot 8 grote bladeren aan de plant zitten.
Tomatenplanten houden van zon, warmte en voed-zame grond. Kies dus een plek uit om de tomaten-planten te laten groeien, die voldoet aan deze voorwaarden. Als je buiten tomaten wilt gaan kweken, zorg dan dat de planten uit de wind staan en het liefst op het zuiden.
Hij leeft een seizoen. Als je hem uitgraaft, kan je hem op een lichte warme plaats wel overwinteren. Hij zal dan echter lang en dun uitgroeien (Etoilleren). Mocht je hem tot het voorjaar in leven weten te houden dan kan hij de tuin in geplant worden.
De tomaat hoort namelijk bij de gevoelige gewassen; hij kan niet tegen kou en vorst en is gevoelig voor plantenziekten. Zet tomaten daarom niet voor 15 mei buiten (IJsheiligen), want dat overleven ze niet.
Tomaten houden van zon en warmte. Plant pas midden april in je serre, en wacht tot midden mei als je in de openlucht kweekt. Geef ze een plekje met veel zon. Geef je tomaten ruimte om te groeien: plant gemiddeld 2,5 planten per vierkante meter (of 5 planten op 2 vierkante meter).
Regelmatig water geven is belangrijk
Van elke dag water geven, bouw je na 2 weken af tot 2 à 3 keer per week en na anderhalve maand geef je de plant 1 keer per week water. Geef je de tomatenplant onregelmatig water, dan gaan de tomatenvruchten barsten.
Tomatenplanten kunnen helaas niet tegen vorst. Men dient hierdoor maatregelen te nemen om te voorkomen dat de plantjes doodvriezen. Dit kan door de plant in een warmere ruimte te plaatsen. Je kunt bijvoorbeeld een tomatenplant binnen plaatsen en in het voorjaar opnieuw planten.
De reden waarom stamtomaten worden aangebonden is dat stamtomaten (zeker in de kas) grote planten worden tot meer dan 2 meter hoog. Door de hoofdstam elke 15 tot 30 centimeter vast te binden aan een stok zorg je dat de planten niet omvallen.
Bied tomaten in de buitenlucht bescherming tegen de weersinvloeden. Deze tomatenhoes van UV-bestendig wit vliesdoek (15 m x Ø 50 cm) is ideaal voor het beschermen van opgroeiende tomatenplanten tegen plotse kou en wind. Het zorgt er daarnaast voor dat er een optimaal klimaat ontstaat waarin de plant goed groeit.
Als hij niet regelmatig water krijgt, gaat hij dood. Alleen als de tomaten gaan verkleuren van geel naar rood, geef je zoveel water dat het blad groen en goed blijft – dit is zeker minder in het begin. Dan geef je om de twee dagen een flinke scheut.
Een stevig tomatenplantje houdt van warmte, maar kan een koudere nacht wel hebben, al is een graad of 6 toch echt wel het minimum. Bij zo'n temperatuur zal de plant zich wel handhaven, maar niet groeien.
Het optimale temperatuur traject voor de teelt van tomaten is tussen 18 en 27 °C. Boven 27 °C wordt de bloemvorming negatief beïnvloed.
De tomaat is eigenlijk een meerjarige plant, maar kwekers gebruiken hem vaak eenjarig. Ook in Nederland kun je prima tomaten kweken: in de zomer buiten en het hele jaar door in een kweektent. De plantenvoeding en substraten van CANNA bieden je tomatenplant precies de basis die ze nodig heeft.
We adviseren je om speciale, organische tomatenmest te gebruiken. Die is speciaal afgestemd op de behoefte van de tomaten. Zo voorkom je dat de planten tekorten krijgen. Dit type mest geeft de voedingsstoffen langzaam af.
Struiktomaten kun je in de volle grond langs een eenvoudig hekwerk zetten. Help ze hier en daar wel een beetje door ze aan het hek vast te binden. Plant kleine struiktomaten 25 centimeter van elkaar vandaan, voor grotere tomatensoorten geldt een afstand van vijftig centimeter.
Toppen doe je door de stam te verwijderen boven de 2 eerste bladeren na de laatste tros. Tomatenplanten kunnen echt groeien als onkruid. Het verwijderen van bladeren heeft als voordeel dat de plant beter opdroogt na regen (buitenteelt), maar ook dat er meer licht en lucht aan de plant en zijn vruchten kan.
Het bemesten van tomaten en het gebruiken van de juiste tomatenvoeding is namelijk ontzettend belangrijk voor gezonde planten met een rijke oogst. Bemest je tomatenplanten onvoldoende, dan zal het blad licht van kleur worden en is de kans groot dat de groei vertraagd.
- Plant ze diep! Dus nooit op zelfde hoogte als in de pot, maar minstens 5 cm dieper. Dat is tot net onder de eerste blaadjes, of zelfs tot onder het tweede paar. De haartjes op de stengel zijn eigenlijk worteltjes.
Aan een plant met grote tomaten, kan je meestal minstens een tros of vier, dus rond de 20 tomaten verwachten. Vaak wordt het echter nog meer, zodat je uitkomt tussen de 5 en 15 kilogram tomaten per plant.