In Nederland kunnen ouders hun volwassen kinderen niet zomaar uit huis zetten zonder een geldige reden of zonder juridische procedures te volgen. Wettelijk gezien wordt een meerderjarige persoon die bij zijn ouders woont, beschouwd als een huurder, zelfs als er geen huurcontract is.
Als ouders besluiten om hun meerderjarige kind uit huis te zetten, moeten ze doorgaans eerst langs de vrederechter. Hoewel een uithuiszetting ook zonder tussenkomst van de rechter kan plaatsvinden, moeten beide partijen in dat geval wel akkoord gaan.
Nee, dat is niet mogelijk. Het is wel mogelijk om de gemeente te verzoeken om een adresonderzoek te starten. De gemeente kan controleren waar de persoon daadwerkelijk woont of ingeschreven is. Wanneer dat niet het geval is zal de gemeente de gegevens wijzigen of uit uitschrijven uit de Basisregistratie Personen.
Vrouwen waren gemiddeld 23,0 jaar, mannen 24,4 jaar toen ze het ouderlijk huis verlieten. In 2019 was dat 23,2 en 24,6 jaar. De meeste jongeren verlaten tussen hun 18e en 30e het ouderlijk huis. Van de 18-jarigen woonde 90 procent op 1 januari 2021 nog bij een of beide ouders, van de 30-jarigen 9 procent.
Ouders, kinderen of jeugdzorg kunnen steeds de hulp inroepen van een familierechter. Die probeert het conflict op te lossen of besluit – als het niet anders kan- het kind in een pleeggezin of instelling te plaatsen. Maar zo'n beslissing gebeurt enkel en alleen in het belang van de minderjarige.
Je zou kunnen proberen om te kopen (als we nu gaan, kun je X hebben/doen) . Je zou kunnen proberen te dreigen (als je niet met me meegaat, komen we niet meer terug/doen we niet dat leuke ding dat we van plan waren te doen/enz.). Je zou kunnen proberen te straffen (nou ja, nu heb je time-out). Je zou kunnen proberen ze te smeken (kom op, je weet dat we moeten gaan…).
Jullie gezinsvoogd of de Raad voor de Kinderbescherming kan een uithuisplaatsing aanvragen bij de rechter. Dat doen ze als ze vinden dat het bij jullie thuis niet veilig of stabiel genoeg is voor je kind. De rechter neemt het besluit. Alleen hij kan bepalen of jouw kind uit huis wordt geplaatst.
Je bent meerderjarig en volwassen voor de wet. Nu mag je in principe alles wat volwassenen mogen: Je hebt stemrecht en mag dus stemmen bij de verkiezingen. Je mag jouw zetel innemen als je verkozen bent voor de gemeenteraad, Provinciale Staten, Eerste of Tweede Kamer.
De gemiddelde leeftijd waarop mensen het ouderlijk huis verlaten, ligt tussen de 24 en 27 jaar . Dat is heel logisch: veel mensen hebben hun middelbareschool- of hbo-opleiding afgerond en de meeste mensen trouwen en/of hebben een langdurige relatie met een serieuze partner.
Dus, vergeet niet om ouderlijk gezag op te bouwen. Als uw kind zonder toestemming het huis verlaat, is hij technisch gezien een wegloper. Ouderlijke begeleiding voor dit gedrag omvat het volgende: Bel de politie.
Je kunt een medebewoner niet zomaar uitschrijven bij de gemeente. De persoon moet zichzelf uitschrijven of je moet een adresonderzoek starten.
Ouders hebben die plicht voor hun kinderen tot 21 jaar.
Indien jouw ex partner de woning niet wil verlaten na de aangetekende brief, kan je een advocaat benaderen.De advocaat kan een kort geding bij de rechter in gang zetten. De rechter zal dan beoordelen of je ex inderdaad geen recht meer heeft om in de woning te verblijven.
Neem contact op met het wijkteam, je huisarts of de jeugdgezondheidszorg in jouw buurt als je je zorgen maakt. Samen kunnen jullie bekijken wat er wel en niet goed gaat in het gedrag van je kind. Ook kunnen jullie er met elkaar achter komen waar het lastige gedrag vandaan komt en waardoor het blijft bestaan.
Geef de adreswijziging van uw kind door aan de gemeente én aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Als alleen uw kind ergens anders gaat wonen, hebt u misschien geen recht meer op kinderbijslag en kindgebonden budget. De SVB gaat na of u nog recht hebt op kinderbijslag. Hebt u hier geen recht meer op?
Wettelijke Basis voor Uitzetting
In Nederland kunnen ouders hun volwassen kinderen niet zomaar uit huis zetten zonder een geldige reden of zonder juridische procedures te volgen. Wettelijk gezien wordt een meerderjarige persoon die bij zijn ouders woont, beschouwd als een huurder, zelfs als er geen huurcontract is.
De wet zegt dat je tot je 21e in jouw gezinshuis mag blijven wonen. En in sommige gevallen tot je 23e.
Heeft u geen huis of dreigt u dakloos te worden? Dan kunt u terecht bij de maatschappelijke opvang voor een tijdelijke verblijfplek. Deze opvang biedt ook zorg, begeleiding en praktische hulp.
21 jaar is een bijzondere leeftijd
Je hoort nu echt officieel bij de volwassenen. Met 18 jaar ben je meerderjarig, maar met 21 ben je voor de wet onafhankelijk. Je ouders zijn wettelijk en financieel dus niet meer verantwoordelijk voor je. 21 jaar, dat mag worden gevierd en dat gebeurt steeds vaker met een 21-diner.
Uit cijfers van het CBS blijkt (opnieuw) dat jongeren steeds later het huis uit gaan. In 2012 waren jongeren nog gemiddeld 22,8 jaar toen ze zelfstandig gingen wonen. In 2017 was dat 23,5 jaar. Een stuk later dan volgens opvoedkundige Marina van der Wal ideaal is, namelijk 18 jaar.
Toch is je kind pas vanaf 21 jaar financieel onafhankelijk. Tot die tijd heb je als ouder een onderhoudsplicht. Dat betekent dat je verplicht bent je kind financieel te ondersteunen in de kosten van studie en levensonderhoud. Denk aan kleding, voeding, scholing, medische hulp en een dak boven het hoofd.
Een parentale burn-out is een toestand van fysieke, emotionele en mentale uitputting die wordt veroorzaakt door de constante stress van het ouderschap. Niet te verwarren met normale ouderlijke stress, die vaak tijdelijk is.
Jeugdzorg kan een kind of jongere (tijdelijk) uit huis plaatsen, bijvoorbeeld bij ernstige mishandeling of verwaarlozing. Dit beslist een kinderrechter. Ongeacht of de ouders het daarmee eens zijn. Dit kan een ontzettende klap zijn voor jou als ouder.
Gedwongen uithuisplaatsing
Verwaarlozing of mishandeling. Ernstige ziekte bij de ouders waardoor zij hun kind niet kunnen verzorgen. Veel ruzie tussen ouder(s), of tussen ouders en het kind. Te zware zorg vanwege een handicap of ernstige gedragsproblematiek bij het kind.