Vakantiedagen laten uitbetalen U en uw werkgever kunnen elkaar hier niet toe verplichten. Wettelijke vakantiedagen die u niet heeft opgenomen, mag u niet laten uitbetalen. Alleen aan het eind van uw contract is dit wel toegestaan.
Vakantiedagen uitbetalen: in de wet is geregeld dat de uitbetaling voor niet genoten vakantiedagen (of vakantie uren) gelijk moet zijn aan het bedrag van het laatstverdiende loon over de periode overeenkomstig de nog openstaande vakantie (artikel 7:641 BW). Anders gezegd: één vakantiedag is één dag loon waard.
Als werkgever mag je alleen de dagen boven de wettelijk vastgestelde twintig vakantiedagen per jaar (de bovenwettelijke vakantiedagen) afkopen. Je medewerker krijgt dan geld in ruil voor de opgespaarde vakantiedagen.
In sommige gevallen kan je er beter voor kiezen om je vakantie uren op te maken.Dit is financieel minder aantrekkelijk dan het te laten uit betalen maar het levert je wel extra vrije tijd op. Het is financieel aantrekkelijker om door te werken maar je betaalt meer belasting over het uitbetaalde vakantie uren.
Verval van wettelijke vakantiedagen
Als een werknemer zijn wettelijke vakantiedagen niet opneemt, vervallen deze een halfjaar na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Dat staat in de wet (art. 7:640a BW) . De wettelijk opgebouwde vakantiedagen over 2019 vervallen dus op 1 juli 2020.
Overgebleven vakantiedagen van voorgaande periodes worden eerst opgebruikt. De wettelijke dagen worden, ook omdat deze niet uitbetaald mogen worden, daarna opgenomen. Op deze wijze is het mogelijk om een onderscheid te maken tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen.
Werknemers bepalen in principe zelf of ze bij einde dienstverband vakantiedagen opnemen of deze laten uitbetalen. Alleen bij zwaarwegende redenen kan de werkgever een werknemer weigeren zijn vakantiedagen op te nemen bij einde dienstverband.
Vakantiedagen laten uitbetalen
Een voorbeeld: Je wilt 20 verlofuren met een salaris van 25 euro per uur laten uitbetalen. Bruto ontvang je 20 x €25 x 8% vakantiegeld = €540. Met de bijzondere loonbelasting, 48,94% bij een jaarsalaris van 45.000, houd je dan maar €540 - 48,94% = €275,72 netto over.
Bedienden en ambtenaren ontvangen vakantiegeld van hun werkgever. Voor arbeiders is vakantiegeld anders geregeld. Hun werkgever betaalt een sociale bijdrage aan de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie (RJV).
Géén verplichting
Het antwoord daarop is nee. De werkgever heeft niet de mogelijkheid om een werknemer te verplichten zijn vakantiedagen op te nemen. Op de werkgever rust ook niet de verplichting om de werknemer op vakantie te sturen. Het opnemen van vakantie is de verantwoordelijkheid van de werknemer zelf.
De vakantiedagen die je nog niet gebruikte, mag je bij de nieuwe werkgever opnemen. Hij of zij zal je voor deze vrije dagen eveneens enkel en dubbel vakantiegeld betalen, en dit terwijl de vorige werkgever je hier ook al een som voor stortte.
De werknemer mag de resterende wettelijke vakantiedagen aan het einde van het kalenderjaar meenemen naar het volgende kalenderjaar.Dit kan echter niet onbeperkt. De gedachte van de wetgever is dat werknemers zoveel mogelijk de vakantiedagen moeten opnemen in het jaar waarin deze dagen zijn opgebouwd.
Er is geen wettelijke regeling over het kopen (of verkopen voor zover het om bovenwettelijke dagen gaat) van vakantiedagen, dus een regeling mag naar eigen inzicht, mits redelijk, worden ingevuld.
Nederland heeft een progressief belastingstelsel met twee belastingtarieven: hoe meer je verdient, hoe hoger het belastingtarief. Je vakantiegeld komt echter bovenop je loon en valt daarom soms in het hoogste tarief. Daarom betaal je in verhouding vaak meer belasting over je vakantiegeld dan over je salaris.
“Alleen als de werknemer daadwerkelijk in de onmogelijkheid verkeert om de vakantiedagen op te nemen (bijvoorbeeld wegens ziekte), verliest hij het recht op vakantie. In dat geval wordt zijn vakantiegeld aan hem uitbetaald voor de dagen die hij niet kon opnemen”, legt Catherine Legardien uit.
Uw werkgever moet het bedrag uit de eindafrekening uiterlijk een maand na het einde van het dienstverband hebben betaald. Hebt u het geld dan nog niet ontvangen? Dan hebt u een opeisbare vordering. Dit betekent dat uw werkgever u rente moet betalen over het bedrag dat u tegoed hebt.
Over het algemeen wordt de vakantietoeslag in mei of juni uitgekeerd. Het mag ook op een ander moment, maar daarvoor is schriftelijke overeenkomst nodig. Wil jij eerder je vakantietoeslag ontvangen, omdat je bijvoorbeeld een grote uitgave moet doen? Een werkgever mag hier gehoor aan geven, maar is dat niet verplicht.
Bij de beëindiging van uw arbeidsovereenkomst heeft u recht op uitbetaling van alle opgebouwde maar door u nog niet genoten vakantiedagen. Het gaat dan dus om zowel de wettelijke als de bovenwettelijke vakantiedagen.
Wat is beter: tijd voor tijd of uitbetalen? Of tijd voor tijd of uitbetalen beter is, hangt af van de situatie en de voorkeur van zowel werkgever als werknemer. Tijd voor tijd kan een goede oplossing zijn als werknemers graag meer vrije tijd willen en de werkgever bereid is hen die tijd te geven zonder extra kosten.
Vakantiegeld en belastingen
Hoe meer je verdient, hoe meer belasting je betaalt. Het belastingtarief tot € 73.031 is 36,96 procent in 2023. Vanaf € 73.031 is het 49,5 procent. Je werkgever houdt hier al rekening mee en houdt elke maand een passend deel van het inkomen in.
Of toch laten uitbetalen? Op het gebied van uitbetalen gelden weer een aantal regels. Wettelijke vakantiedagen mogen namelijk alleen uitgekeerd worden aan het eind van je contract, niet tijdens je dienstverband. Bovenwettelijke vakantiedagen moeten (als je hierom vraagt) uitbetaald worden bij ontslag.
De eindafrekening bestaat uit een aantal belangrijke posten zoals het laatste salaris, vakantiedagen en vakantietoeslag. Ook transitievergoeding, een verrekening van een eventuele dertiende maand, bonussen en provisie, openstaande declaraties en te verrekenen schulden kunnen posten zijn.
U heeft recht op vakantiegeld van minimaal 8% van uw brutojaarsalaris van het afgelopen jaar. De wettelijke term hiervoor is vakantiebijslag. Maar de meeste mensen noemen het vakantiegeld of vakantietoeslag.
Voor werknemers die op 31 december 2016, 50 jaar of ouder zijn is een overgangsregeling opgenomen. Tot 1 januari 2023 had een werknemer van 54 jaar of ouder recht op de extra vakantie-uren. Per 1 januari 2023 geldt het recht op extra vakantie-uren geldt voor werknemers die 55 jaar of ouder zijn.