Sinds de komst in 2016 van de verhuurhypotheek – ook wel vastgoedhypotheek genoemd – is het voor particulieren mogelijk om geld te lenen om een huis te kopen voor verhuur. Deze hypotheekvorm is interessant als u meer rendement uit uw spaargeld wil halen of als u bijvoorbeeld een huis wil kopen voor studerende kinderen.
Mogelijk kunt u nu een woning kopen om te verhuren en het pand over een aantal jaar weer doorverkopen. In de huidige woningmarkt mag u vaak rekenen op een waardestijging van de woning, waardoor u winst maakt. Heeft u dus geld om mee te investeren? Dan is een woning kopen om te verhuren een interessante investering.
Je mag een huis met hypotheek niet zonder toestemming van de bank verhuren, tenzij je een verhuurhypotheek hebt. De kans is groot dat de bank niet akkoord gaat als je vraagt om te verhuren.
Bij het kopen van een huis om te verhuren moet u een andere hypotheek afsluiten dan van uw eigen bewoonde huis. Bij een tweede huis moet u een vastgoedhypotheek afsluiten met hogere rentes en u moet meer eigen geld inleggen.
Als eigenaar of vruchtgebruiker van een woning mag je die in principe altijd verhuren, je hoeft daar niet eerst toelating voor te krijgen van een of andere overheid. Alleen soms moet je wel een bepaald attest kunnen voorleggen, dat (meestal tegen betaling) door de gemeente wordt verstrekt.
Toestemming van de hypotheekverstrekker
Anders gezegd: bij het verhuren van je huis heb je toestemming nodig van de bank. Dat geldt zowel bij het verhuren van de gehele woning of een deel daarvan. Het geld dat je van de bank geleend hebt zit namelijk nog in de woning.
Theoretisch gezien mag je een onbeperkt aantal woningen bezitten en verhuren in box 3. Alleen is het wel zo dat je geen of minimaal werk mag verrichten bij het verhuren van je woningen. Hoeveel belasting betaal je in box 3?
Een woning verhuren levert 3 – 10% rendement, maar ook vragen. Gelukkig valt het allemaal wel meer als je een compleet beeld hebt van alle inkomsten en kosten. Inhoudsopgave: Tips.
In uw aangifte inkomstenbelasting geeft u het hele huurbedrag aan. Bij 'inkomsten uit tijdelijke verhuur van het hoofdverblijf'. U betaalt dan belasting over 70% daarvan.
De woningen die door particulieren worden verhuurd, leveren een gemiddeld rendement op van 5,7 procent. Met andere woorden, de feitelijke jaarhuur is 5,7 procent van de WOZ-waarde. In de G40 ligt het percentage iets hoger en in de rest van Nederland iets lager.
Uw woning kan tijdelijk leeg staan. Bijvoorbeeld omdat uw woning te koop staat en u zelf al bent verhuisd. Ook kan het komen doordat u uw woning op termijn wilt slopen of renoveren. U mag uw woning dan tijdelijk verhuren volgens de Leegstandwet.
De woning bedrijfsmatig en structureel verhuren is niet toegestaan. Je mag je eigen woning of appartement maximaal 30 dagen per jaar verhuren. Verhuur je langer dan deze periode, dan loop je het risico dat de gemeente onderzoek gaat doen naar bedrijfsmatige verhuur.
Als de overwaarde in uw eigen woning groot genoeg is kan het prima mogelijk zijn om daar een tweede huis mee aan te kopen. Dan heeft u geen last van de extra voorwaarden en hogere hypotheekrente van een verhuurhypotheek. Dat tweede huis kunt u verhuren en daar een leuke huursom voor vragen.
Kunt u niet in uw eigen woning wonen wegens sociale of beroepsredenen, dan belet niets u deze te verhuren. U behoudt in dat geval de diverse fiscale voordelen voor de eigen woning. Bovendien is deze verhuur vrijgesteld van belasting.
Eigen geld is vrijwel altijd nodig
Zelf een gedeelte van het huis betalen, is daarom vrijwel altijd nodig bij een hypotheek voor een tweede (of wellicht derde) huis. Bij de meeste geldverstrekkers kunt u maximaal 70% van de marktwaarde financieren.
Samenvatting. Je kunt prima verdienen aan een tweede huis en met de actuele spaarrente is sparen eigenlijk niet verstandig. De inflatie is al hoger en dan moet je ook nog vermogensheffing betalen op je spaargeld. Een tweede huis deels verhuren voor een betere rente dan de spaarrente is daarom zeker een overweging waard ...
Hebt u inkomsten uit de verhuur van uw woning? Deze inkomsten moet u opgeven in uw aangifte inkomstenbelasting.
De huuropbrengst is dan belastingvrij. Tenminste, als je een bescheiden bedrag aan huur vraagt, de huur mag per jaar niet meer bedragen dan € 5.506 (bedrag 2020). Ook wanneer je een tweede woning bezit en verhuurt is de huuropbrengst onbelast.
Rechtbank Zeeland –West-Brabant heeft recent beslist dat er geen sprake is van een schenking als ouders hun zoon met zijn gezin voor niets in hun huis laten wonen. Bij het gedogen van de – gratis – bewoning is geen sprake van schenking omdat de ouders niet verarmen.
Verhuur van een woning of appartement kan, zeker in de stedelijke gebieden, een mooie extra bron van inkomsten worden genoemd! Door de verhuur uit te besteden heeft u weinig lasten en blijft het financieel risico laag. Aansluiting op stijgende vraag huurwoningen.
Bank ziet verhuur als fraude
Of dat men daar al een tijd niet meer woont. Als deze bovendien commercieel wordt verhuurd, kan de bank dit aanmerken als fraude. Je bent namelijk in overtreding van het huurbeding. Mogelijk krijg je tijdelijk het voordeel van de twijfel, maar sowieso moet je maatregelen nemen.
Wanneer je je opbrengsteigendom verhuurt aan een particulier, betaal je op die huurinkomsten geen belastingen. Je betaalt wel jaarlijks belasting op het kadastraal inkomen van je vastgoed. Fiscaal gezien is de verhuur voor privébewoning dus erg aantrekkelijk.
Goed nieuws: zoveel huizen mag je verhuren
Het antwoord op de vraag 'Hoeveel huizen mag je verhuren?' is simpel, namelijk: zoveel als je wilt. Wanneer we spreken over box 3 (vastgoed)beleggingen, dien je echter wel rekening te houden met fiscale consequenties.
Sinds 1 januari 2018 is het niet meer mogelijk om een huis te kopen zonder eigen inleg. Dit omdat er sinds die datum nog maar 100% van de koopsom gefinancierd mag worden. De bijkomende kosten betaal je dus uit eigen zak.
De gemiddelde Nederlandse huizenprijzen stijgen tot 2025 minder snel dan vroeger: zo'n 2% per jaar. De verschillen tussen provincies en binnen provincies worden steeds groter. Drie grote steden, Amsterdam, Utrecht en Den Haag en de regio's daar omheen ontwikkelen zich het meest positief.