Als u medehuurder bent, mag u na het overlijden van de huurder in de woning blijven. Bent u geen medehuurder? Dan moet u meestal uit de woning. Behalve als u kunt bewijzen dat u een duurzame gemeenschappelijke huishouding had.
Stopt de huurovereenkomst tussen de hoofdhuurder en de verhuurder? Bijvoorbeeld doordat de hoofdhuurder overlijdt of na scheiding? Dan kunt u de huur overnemen.U moet dan wel als medehuurder aan de verhuurder melden dat u de huurovereenkomst overneemt.
Als de hoofdhuurder overlijdt, dan wordt de medehuurder automatisch hoofdhuurder. Dit geldt zowel voor een achterblijvende echtgenoot als voor een medehuurder in een andere samenlevingsvorm.
Een meerderjarige inwonende wees (18 t/m 27 jaar) mag in de huurwoning van de overleden ouder(s) blijven wonen. Voorwaarde is dat de woning bij de grootte van uw huishouden en inkomen moet passen. Is de woning bijvoorbeeld te groot of te duur? Dan mag u maximaal 2 jaar in uw ouderlijke woning blijven wonen.
In de meeste gevallen kunt u een huurwoning niet overdragen aan uw kind als uw kind bij u woont. Als u verhuist of overlijdt, wijst de verhuurder de woning toe aan een nieuwe huurder. Uw inwonende kind krijgt zes maanden de tijd om een andere woning te zoeken. Er is één uitzondering.
Soms komt het voor dat een kind medehuurder kan worden. Het inwonend kind moet in ieder geval minimaal 35 jaar oud zijn en zijn hele leven staan ingeschreven op het adres van zijn ouders. Daarnaast moet er ook worden aangetoond dat het kind een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voert met zijn ouders.
' U vraagt zich zelfs af of u de huurwoning niet kunt nalaten aan een van uw kinderen. De regel is dat een kind uw huurwoning niet kan overnemen. Alleen in uitzonderlijke situaties kan een kind huurder blijven. Om te beginnen moet hij dan al in dit huurhuis wonen als u overlijdt.
Overlijden huurder of verhuurder. Uit artikel 7:229 lid 1 BW volgt dat de huurovereenkomst niet wordt beëindigd door het overlijden van de huurder of verhuurder. De erfgenamen van de overleden huurder of verhuurder treden immers als rechtsopvolgers op in de rechten en plichten van de lopende huurovereenkomst.
Volgens de wet eindigt de huur aan het eind van de tweede volle maand na het overlijden. Overlijd je bijvoorbeeld begin mei, dan moeten je nabestaanden tot eind juli huur betalen.
Je erfgenamen zijn na je overlijden verantwoordelijk voor je huurwoning. Woonde je alleen?Dan moeten ze ook de huur opzeggen.
Een huurovereenkomst kan op naam van één of meerdere personen staan. Wilt u het huurcontract op naam van iemand anders zetten? Dat kan alleen als u en uw partner gelijke rechten hebben.
Antwoord. Nee. Je bent huurder van de woning en het is aan jou om te bepalen wie met jouw toestemming samen met jou in jouw huis mag wonen.
Dat ligt eraan of je medebewoners in het huurcontract staan en dus hoofd- of medehuurder zijn. Als dat zo is, mogen ze na je overlijden gewoon in de woning blijven wonen. Of dat een goede vriendin, je partner of iemand anders is, maakt daarbij niks uit.
De medewerking van, in dit geval, de verhuurder, kan in elke vorm verleend worden, zowel vooraf of achteraf. Kortom: overdracht van een huurovereenkomst aan een derde kan dus in beginsel niet, tenzij alle partijen – de verhuurder, de huurder en de derde aan wie wordt overgedragen – daaraan meewerken.
Bij een overdracht van de huurovereenkomst voor bedrijfsruimte wordt een huurcontract, met toestemming van de verhuurder, aan een derde partij overgedragen. Dit heet ook wel een indeplaatsstelling.
Koopprijs sociale huurwoning ligt meestal vast
De woningcorporatie bepaalt de verkoopprijs van een sociale huurwoning. Die ligt vaak iets onder de marktprijs. Onderhandelen over de prijs is dan niet mogelijk. De woning hoort vaak bij een groep van ongeveer dezelfde woningen.
Aan het doorgeven van een sociale huurwoning zijn strikte regels gebonden, zoals bijvoorbeeld het overnemen van de woning bij overlijden van de hoofdhuurder. Hiervoor dient altijd een verzoek te worden ingediend bij de woningcorporatie.
Je erfgenamen zijn na je overlijden verantwoordelijk voor je huurwoning. Woonde je alleen? Dan moeten ze ook de huur opzeggen.
U kunt alleen medehuurder worden met uw ouder of ander familielid in 1 van deze situaties: U bent 30 jaar of ouder en u woont nog bij uw (groot)ouders. Of bij een ander familielid, zoals uw broer of zus. U heeft nooit zelfstandig gewoond.
Als u medehuurder bent, mag u na het overlijden van de huurder in de woning blijven. Bent u geen medehuurder? Dan moet u meestal uit de woning. Behalve als u kunt bewijzen dat u een duurzame gemeenschappelijke huishouding had.
In Nederland geldt het beginsel 'koop breekt geen huur'. Dit wil zeggen dat de verkoop van een verhuurd pand niet wil zeggen dat de huurovereenkomst komt te vervallen. In plaats daarvan zal de koper de nieuwe verhuurder worden.
Ben je getrouwd of heb je een geregistreerd partnerschap? Dan ben je automatisch medehuurder. In andere gevallen spreken we van inwoning. Iemand die inwoont staat niet op de huurovereenkomst en mag ook niet in de woning blijven wonen als de hoofdhuurder vertrekt.
Kostgangers- of huurcontract
Je kunt natuurlijk iemand gratis bij je laten wonen. Bijvoorbeeld als het om familie gaat en je het financieel goed heeft. Maar het is ook helemaal niet gek om een vergoeding te vragen. Dan is het handig om dit te formaliseren met een kostgangers- of een huurcontract.
Ja, bij testament kan geregeld worden dat, zoals in dit geval, de langstlevende partner het recht heeft om in de woning te kunnen blijven wonen. De langstlevende partner krijgt dan de rechten van gebruik en bewoning van de woning en eventueel ook de inboedel.
Iedereen met wie u in 1 huis woont én op hetzelfde adres is ingeschreven bij de gemeente, telt als medebewoner. Bijvoorbeeld uw kind, een ouder, huisgenoot of iemand anders die bij u woont.