"Het kan geen stuiten lij-jen" (lijden) is weer wel sterk gewestelijk en Zuid-Nederlands. Het betekent, dat iets niet van dien aard is om er trots op te zijn of "hoog van op te geven".
Spreekwoord is daar: 'spreuk, gezegde dat in het kort een erkende, op ervaring berustende waarheid of wijsheid uitdrukt en dat om het aanschouwelijke ervan telkens weer toegepast wordt op zich voordoende situaties en verschijnselen'.
Het Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldt 'Een meedelijdende Chyrurgijn [= 'heelmeester'], maeckt stinckende wonden' als oudste variant van het spreekwoord (uit een spreekwoordenboek uit 1550).
Een zo'n uitdrukking is: 'waar rook is, is vuur'. Een uitdrukking direct gekoppeld aan roddelen. En als feitelijkheid in zich heeft dat, als er iets naars over iemand wordt verteld is, er vast wel een kern van waarheid bij hoort.
Veel mensen denken dat rook van een brand met chemische stoffen veel gevaarlijker is dan rook van een gewone brand. Maar alle rook is schadelijk. Ook rook die niet van een brand komt, bevat giftige stoffen, zoals dioxinen.
Witte rook betekent: 'beslissing dat iets kan doorgaan', 'belangrijke beslissing waarnaar al enige tijd wordt uitgekeken'. Met bijvoorbeeld 'Nog geen witte rook over nieuwe wet' is bedoeld dat de nieuwe wet nog niet is vastgesteld of aangenomen.
Het betekent: 'dit is zwaar teleurstellend', 'dit is helemaal niets'. De herkomst van deze uitdrukking is helaas onduidelijk. De toevoeging met de pet op is een versterking, die mogelijk oorspronkelijk iets uitdrukte als 'overduidelijk', 'totaal, in alle opzichten'.
Oude koeien uit de sloot halen betekent '(opnieuw) beginnen over iets (vervelends) wat vroeger is voorgevallen', 'bijna-vergeten, vaak vervelende gebeurtenissen oprakelen'. Het gaat in deze zegswijze oorspronkelijk om het opvissen van kadavers van verdronken koeien.
Heb je ('t) ooit zoo zout gegeten? d.w.z, eig. heb je ooit zoo iets sterks geproefd?; bij overdr.: heb je ooit zoo iets vreemds, zonderlings beleefd of gehoord?
De betekenis is datgene in de werkelijkheid waarnaar door middel van een teken (een woord, gebaar, voorwerp of andersoortige betekenisdrager die verwijst naar een betekenis) wordt verwezen.
Het gezegde bestaat uit de werkwoorden in een zin. Als er maar één werkwoord in de zin staat, dan is het gezegde de persoonsvorm. Als er meer werkwoorden in de zin staan, dan is het gezegde de persoonsvorm samen met de andere werkwoorden. Als je een zin gaat ontleden, begin je daarom altijd met de persoonsvorm.
Uitdrukking: Uitdrukkingen lijken erg op gezegden, maar zijn wel een hele zin. Ook heeft een uitdrukking vaak een figuurlijk betekenis en bevat geen wijsheid. Bijvoorbeeld: Lachen als een boer met kiespijn. Dit betekent: (Mee)lachen terwijl je eigenlijk helemaal niet moet lachen.
Spreekwoorden zijn korte uitspraken die een wijsheid of levensles bevatten. Vaak proberen spreekwoorden je aan te moedigen tot goed gedrag en keuren ze ongewenste gedrag af. Als je de betekenis van de spreekwoorden niet kent kunnen ze soms voor verwarring zorgen.
Verschil tussen een spreekwoord en gezegde
Spreekwoorden worden vaak gebruikt om advies te geven of om iets duidelijk te maken. Een gezegde bevat vaak geen wijsheid, er staat ook geen werkwoord in en is een zinsdeel, maar geen volledige zin. Een gezegde heeft meestal een figuurlijke betekenis en geen letterlijke.
2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `boer niet kent`
Wat de boer niet kent, dat eet hij niet. (=Mensen houden niet van (zijn bang voor) wat ze niet kennen.)
'Bloed kruipt waar het niet gaan kan' betekent dat iemand zijn ware aard niet kan verbergen. Het kan ook betekenen dat je een zwak hebt voor een oude liefde of passie. Daar zal je uiteindelijk toch iets mee doen. In de uitdrukking 'bloed kruipt waar het niet gaan kan' staat bloed voor iets van jezelf.
Wie A zegt, moet ook B zeggen - Als je ergens mee begint, moet je het ook afmaken.
Bij het ontleden is het lijdend voorwerp degene die, of hetgeen dat, het werkwoord in een zin direct ondergaat. In de zin 'hij roept de hond' ondergaat de hond bijvoorbeeld direct de werking van het werkwoord 'roepen'. Dit zinsdeel hangt in een zin samen met het onderwerp en het gezegde.
Het werkwoordelijk gezegde is de persoonsvorm en alle andere werkwoorden in een zin. Als het werkwoordelijk gezegde uit meer werkwoorden bestaat, is de persoonsvorm altijd een hulpwerkwoord. Als er in de zin maar één werkwoord staat, is de persoonsvorm ook het werkwoordelijk gezegde.
Betekenis: er heimelijk vandoor gaan, zich uit de voeten maken. Verklaring: Deze uitdrukking betekent oorspronkelijk deserteren. Wie zich van de groep verwijderde met het voorwendsel de kolfplaat van zijn musket te gaan poetsen en daarna niet meer opdook was gedeserteerd.
d.w.z. elken dag verteren wat men verdient; het krap, niet breed hebben.