Vroeger kon een kind waarvan de ouders gescheiden zijn op het adres van één ouder een “hoofdverblijf” hebben. Nu kan je een kind ook inschrijven op het adres van de andere ouder, waar het kind zijn hoofdverblijf dus niet heeft. Hierdoor is het kind op het adres van beide ouders ingeschreven.
Kan een kind twee officiële adressen hebben? Een kind kan maar op één adres officieel worden ingeschreven. Bij een scheiding zal de keuze dus nog steeds gemaakt moeten worden. Wel is het mogelijk om in het bevolkingsregister een vermelding toe te voegen van het adres van de andere ouder.
Wanneer kinderen in een co-ouderschap bij beide ouders wonen, moet er een keuze gemaakt worden op welk van beide adressen ze staan ingeschreven. Heeft u bijvoorbeeld twee kinderen, dan kunt u ervoor kiezen om het ene kind op het adres van de ene ouder in te schrijven en het andere kind op het adres van de andere ouder.
De ouder bij wie het kind woont krijgt de kinderbijslag. Woont uw kind om beurten bij u en uw ex-partner? Dan heeft u misschien co-ouderschap .
Voor een verhuizing van een minderjarig kind moet één ouder altijd toestemming geven. De ouder bij wie het kind gaat wonen kan hiervoor het formulier Toestemmingsverklaring hoofdbewoner invullen. Een handgeschreven verklaring kan ook.
Voordelen van twee verblijfplaatsen
In de gemeente van hun domicilie is dit automatisch zo, maar bij de andere ouder niet. Door nu de kinderen ook in te schrijven in de andere gemeente als tweede verblijfplaats kunnen zij daar ook genieten van de voordelen die de gemeente geeft.
Vervangende toestemming van de rechter
Zoals gezegd, heeft de vertrekkende ouder in principe toestemming nodig van de andere ouder. Komt die toestemming er niet, dan kan de vertrekkende ouder vervangende toestemming vragen van de rechter. Een rechter geeft die toestemming niet zomaar.
Bij co-ouderschap wordt uitgegaan van een gelijke verdeling van de dagen dat de kinderen bij de ene of bij de andere ouder zijn. Ook wanneer de verdeling niet helemaal 50/50 is (bijvoorbeeld 60/40) wordt er nog gesproken over co-ouderschap.
Kort samengevat: voor gescheiden ouders (of ouders die gezamenlijk gezag over een kind hebben) bestaat in principe geen maximumafstand om uit elkaar te gaan wonen. Het hangt af van alle omstandigheden van het geval en de betrokken belangen.
De Belastingdienst betaalt het kindgebonden budget maar aan één ouder en dat is degene die de (hoofd)aanvrager is van de kinderbijslag. Wie dat is, bepaalt u met uw ex-partner. Degene die het laagste inkomen heeft, krijgt meestal een hoger kindgebonden budget.
Het kindgebonden budget is een bijdrage voor ouders van kinderen tot 18 jaar. Je hebt hier tot een bepaald inkomen recht op. Het maakt niet uit of het gaat om je eigen kind, een stiefkind of een pleeg- of adoptiekind.
Wordt er kinderalimentatie betaald, dan is het belangrijk om hier ook de onderlinge afspraken over de kinderbijslag in te betrekken. De kinderbijslag wordt namelijk verrekend bij het vaststellen van de hoogte van de kinderalimentatie.
De ouder in wiens huishouden het kind woont heeft recht op kinderbijslag. Als de andere ouder het kind ook onderhoudt, bijvoorbeeld door alimentatie te betalen, heeft ook deze ouder ook recht op kinderbijslag.
Nee, dat is niet mogelijk. Het is wel mogelijk om de gemeente te verzoeken om een adresonderzoek te starten. De gemeente kan controleren waar de persoon daadwerkelijk woont of ingeschreven is. Wanneer dat niet het geval is zal de gemeente de gegevens wijzigen of uit uitschrijven uit de Basisregistratie Personen.
Je bent aan een aantal voorwaarden gebonden om je “kind ten laste” te veranderen: de kinderen moeten op hetzelfde adres gedomicilieerd zijn als de ouder die ze ten laste heeft; de kinderen moeten op 1 januari van het aanslagjaar deel uitmaken het gezin van de ouder.
Een punt dat in het ouderschapsplan ook naar voren komt, is de hoofdverblijfplaats. Kortom, de plek waar het kind zijn vaste basis heeft en het adres waarop het kind bij de gemeente ingeschreven staat.
Heeft u alleen het ouderlijk gezag over uw kinderen? Dan mag u in principe gewoon verhuizen. Denk wel goed na hoe ver weg u gaat wonen. Uw kinderen en ex-partner blijven immers recht op omgang met elkaar houden.
Wanneer u er samen niet uitkomt en u vreest dat uw ex-partner de verhuizing alsnog doorzet, kunt u met behulp van een advocaat zelf een procedure starten bij de rechter. In die procedure verzoekt u de rechter vervolgens een verbod tot verhuizing op te leggen.
In het geval van co-ouderschap, waarbij beide ouders de helft van de zorg voor de kinderen dragen, wordt een maximale afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed als richtlijn genomen. Een grotere afstand maakt het vaak lastig om het co-ouderschap in stand te houden.
De vader heeft net zoveel recht als de moeder om het co-ouderschap te weigeren, omdat co-ouderschap geen wettelijke verplichting is. De vader hoeft niet bang te zijn dat hij zijn kind(eren) helemaal niet meer ziet als hij co-ouderschap weigert. De vader heeft namelijk het recht op omgang met zijn kind(eren).
Zijn jullie inkomens gelijk en is de omgangsregeling echt 50/50 verdeeld, dan hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Is er wel een verschil tussen de inkomen, dan zal er wel een alimentatiebedrag afgesproken moeten worden. Dit geldt ook als de kinderen meer bij de ene ouder zijn dan bij de ander.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Kan die persoon uitgeschreven worden? Dat kan niet zomaar. Hiervoor moet u eerst een melding onjuiste inschrijving doen. Naar aanleiding van uw melding start de gemeente een adresonderzoek.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.