Het grote probleem doet zich voor als vliegtuigen moeten opstijgen en landen. Hier speelt vooral de windrichting een rol. Bij windkracht 6 kunnen vliegtuigen prima landen zolang ze tegen de wind in landen. Landen van een vliegtuig met zijwind geeft wel problemen al is het mogelijk.
Vliegtuigen moeten altijd tegen de wind in landen en opstijgen. Bij matige wind kunnen ze behoorlijk wat zijwind verdragen, maar zodra het gaat stormen worden die toleranties veel kleiner. Ook bij Eunice is er geen andere mogelijkheid dan pal tegen de wind in te landen of op te stijgen.
Storm en zijwind
De meeste vliegtuigtypes kunnen wel landen of opstijgen met een beetje zijwind. Maar zodra de zijwind boven de baan hard is - door bijvoorbeeld een windvlaag of plotseling draaiende, toenemende wind - dan moet Luchtverkeersleiding Nederland een baan gebruiken die gunstiger in de wind ligt.
Buiten de donder en bliksem heeft het vliegverkeer te maken met sterke op- en neergaande luchtstromen, grote kans op hagel en ijsafzetting in de buien, harde en onvoorspelbare windrichtingen en grote afwisseling in de kracht van de wind. Piloten vliegen bij voorkeur niet door een onweersbui heen.
De lucht die langs de vleugels stroomt zorgt voor een lift. De kracht van de lift hangt samen met het vleugeloppervlak en de snelheid waarmee de lucht langs de vleugels stroomt. De oppervlakte/draagkracht van de vleugels worden voor de start verhoogd door het uitschuiven van de flaps en slats aan de vleugels.
Opstijgen is minder gevaarlijk dan landen
80 procent van de vliegtuigongevallen doet zich voor drie minuten na het opstijgen en acht minuten voor het landen.
Bij enorm zware turbulentie kan een toestel beschadigd raken, maar dat is erg ongewoon voor moderne jets van bijvoorbeeld Boeing of Airbus. De meeste toestellen kunnen ook na een blikseminslag gewoon verder vliegen, en zelfs als de aandrijving uitvalt kan een Boeing 777 op 10 kilometer hoogte nog 160 kilometer vliegen.
Hier speelt vooral de windrichting een rol. Bij windkracht 6 kunnen vliegtuigen prima landen zolang ze tegen de wind in landen. Landen van een vliegtuig met zijwind geeft wel problemen al is het mogelijk.
Als de storm boven het vliegveld zit, dan mag het helemaal niet. Maar met een flinke wind kan landen wel." De techniek om met zware zijwinden (crosswinds) te landen heet crabben. Daarbij vliegt de piloot niet met de neus van het vliegtuig richting de baan, maar tegen de wind in.
Windkracht 3 of 4 is prima. Om te vliegeren heb je ook ruimte nodig. Vliegeren kan goed op het strand.
Boven de landingsbaan, vlak voordat de wielen de grond raken, moet de neus van het vliegtuig in de richting van de baan staan. Om ervoor te zorgen dat het vliegtuig niet naast de baan wordt geblazen, rolt de piloot het vliegtuig in de richting van de wind. Hierdoor komt het vliegtuig een beetje schuin te hangen.
Voor vertrek voert de piloot het vertrekpunt en de bestemming in in de 'vluchtcomputer'. De computer weet dan welke 'luchtsnelweg' er genomen moet worden. Dit is het vluchtplan. De piloot geeft dit plan door aan de verkeersleiding en zij beslissen of en wanneer er vertrokken kan worden.
Geel: let op, er zijn veiligheidsrisico's
De veiligheidsrisico's zijn anders dan wat u in Nederland gewend bent. Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met criminaliteit, kans op natuurgeweld, slechte infrastructuur of de politieke situatie. Er kunnen inreisbeperkingen zijn voor reizigers uit Nederland.
Wind. Vliegtuigen landen en starten tegen de wind in. Landen en starten met een beperkte mate van zijwind is mogelijk. Hoeveel zijwind een vliegtuig bij de start of landing kan hebben hangt af van het type, het gewicht, de hoek van de wind ten opzichte van het vliegtuig en de actuele lokale omstandigheden.
De luchtvaartmaatschappij mag helemaal niet vliegen in het Europese luchtruim. De luchtvaartmaatschappij krijgt een exploitatieverbod of exploitatiebeperkingen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de maatschappij alleen met bepaalde (goedgekeurde) vliegtuigen in het Europese luchtruim mag vliegen.
Nachtvluchten op Schiphol zijn alle vluchten die tussen 23.00 uur 's avonds en 07.00 uur 's ochtends plaatsvinden. Vliegtuigen die in deze nachtelijke uren opstijgen of landen kunnen de slaap van omwonenden verstoren en zorgen daarmee voor extra hinder.
Met het ruimen van de wind bedoelen we dat de windrichting verandert in de richting van de klok, bijvoorbeeld van het zuidwesten via het westen naar het noordwesten. Omgekeerd zal bij het krimpen van de wind de verandering gebeuren tegen de richting van de klok, bijvoorbeeld van zuid via zuidoost naar oost.
U mag niet vliegen als u corona heeft. Dit geldt voor de heenreis én de terugreis. Bent u positief getest op corona in het buitenland? Dan houdt u zich aan de regels en adviezen in het land waar u op dat moment bent.
De temperatuur in het vliegtuig kan sterk verschillen. Buiten het vliegtuig kan het namelijk -27 graden zijn, maar ook wel -15 graden. Het heeft effect op de warmte binnenin het vliegtuig. Lange vluchten zijn nooit erg ideaal, maar je kunt je het beste er maar goed op voorbereiden.
Turbulentie is vervelend voor passagiers maar het vliegtuig zal niet neerstorten. Het grootste gevaar is dat je een flinke smak maakt in het vliegtuig. Daarom moet je je riemen altijd om houden tijdens een turbulente vlucht."
Kijkend naar het ergste wat kan gebeuren - namelijk dat een vliegtuig neerstort - dan is de kans zo'n 1 op 11 miljoen dat dit je overkomt. Ter vergelijking: de kans dat je omkomt door een fataal auto-ongeluk is 1 op 6.000.
Het is een normale, menselijke reactie die je niet kunt afleren. Je moet alleen leren ermee om te gaan tijdens een normale situatie als vliegen. ' Maar welke angst er ook achter schuilgaat, vliegangst is niets anders dan een buitengewone reactie van het zenuwstelsel op een relatief onschuldige gebeurtenis.