Cactussen en vetplantjes zijn ideaal voor op je terrastafeltje, balkonbar of bijzetkrukje buiten. Deze vaak kleine planten hebben weinig water nodig en kunnen ook goed tegen zonlicht.
De bekendste vetplant voor de tuin is hemelsleutel (Sedum, syn. Hylotelephium). Cultivars als 'Herbstfreude', 'Matrona', 'Iceberg' of 'José Aubergine' hebben stuk voor stuk prachtige, grote bloemschermen waar bijen en hommels tot ver in de herfst nectar en stuifmeel komen tanken.
Cactussen en vetplanten
Bijna alle cactussen kunnen goed tegen kou. In de woestijn, waar ze oorspronkelijk vandaan komen, is het overdag bloedheet en in de nacht ijskoud. Ze zijn dus wel wat gewend! Ditzelfde geldt voor vetplanten, ook deze planten kunnen goed tegen kou.
De meeste succulenten kunnen prima tegen kou, maar van al die nattigheid in de winter gaan ze dood. Bescherm vetplanten buiten in de winter dus tegen neerslag, bijvoorbeeld door ze in een kas of serre te zetten. Laat je ze buiten staan, zet ze dan op een afgeschermde plek, zoals onder een dakrand of bij een muur.
Cactussen en vetplanten
Deze tropische jongens zijn een gek klimaat gewend: overdag een bloedhitte en in de nacht kan het zelfs vriezen. Daarmee zijn cactussen en vetplantjes de ideale keuze als je op zoek bent naar een kamerplant die wel tegen de kou kan.
Vetplanten zijn de ideale planten voor beginnende tuiniers: met een plek in volle zon en een minimum aan water zijn ze tevreden. Ze leven van nature erg lang, makkelijk tientallen jaren, ze kosten niet veel en er is ontelbaar veel keuze.
Cactussen en vetplanten hoef je maar heel weinig water te geven: geef in de zomer af en toe een flinke plens water in een keer en laat de grond daarna bijna helemaal uitdrogen. In de winter hoef je maar eens in de 4 weken een beetje water te geven. Controleer wel regelmatig.
Zet ze altijd bij het raam, liefst met de hele dag zon. Of anders op een plek met zoveel mogelijk licht. Heb je een donker huis, en geen directe zon of lichtinval dan zullen vetplantjes het lastig krijgen. Het is een roep om hulp als ze hoog groeien of lange stengels maken richting het licht.
Of je plant krijgt veel te weinig licht, waardoor hij niet genoeg energie kan maken om al het blad te onderhouden; dan laat hij bladeren afsterven, die dan eerst geel zullen worden. In een enkel geval kan het ook zo zijn dat je plant juist te veel direct licht krijgt.
Vetplanten hebben veel licht nodig om goed en gezond te groeien. Maar plaats ze niet in direct zonlicht, want net als andere planten verbranden ze dan. De bladeren krijgen dan witte- of bruine plekjes.
Een plant in de woonkamer of de keuken, daar kijkt niemand raar van op. In de slaapkamer vind je ze minder vaak. Toch is het een goed idee om planten in de slaapkamer te zetten. Ze fleuren niet alleen de ruimte op, ze zuiveren ook de lucht en dat kan leiden tot een betere slaaprust.
Plaats. De pannenkoekplant houdt niet van kou en kan dus niet buiten staan en mag ook zeker niet op de tocht staan. De bladeren zijn het mooist als er genoeg licht is, maar de volle zon is niet goed voor de plant. Bij volle zon krijgen de bladeren rimpels en wordt de plant geel.
De meeste kamerplanten doen het in de winter goed bij een gemiddelde temperatuur tussen de 15 en 25 ºC. Buiten is het nu koud, dus pas op met té grote temperatuurschommelingen: zet een plant in een warme kamer bijvoorbeeld niet ineens voor een open raam en kijk uit met tocht.
In principe kun je je kamerplanten buiten zetten zodra de kans op nachtvorst voorbij is en 's nachts de temperatuur boven de 10 à 15 graden Celsius blijft. Maar het échte ideale moment om ze naar buiten te verhuizen? Dat is tijdens de zomer, tussen juni en september.
Wanneer je dus nieuwe plantjes koopt is het belangrijk om even te kijken of het buiten- of binnenplanten zijn. Vetplantjes voor buiten, zoals de sempervivum, zijn niet geschikt voor binnen, en omgekeerd.
Wanneer jouw vetplant gaat woekeren, kan je hem snoeien. Met een scherp mes snijd je voorzichtig lange of lelijke vertakkingen weg. Let op, je veroorzaak zo wel een wond op de plant. Deze wond droogt vanzelf op, maar het sap kan giftig zijn.
De bruine bladeren kun je niet meer herstellen, en kun je dus beter afknippen. Je zult zien dat nieuwe blaadjes gewoon weer mooi groen zijn.
De juiste potgrond en voeding voor zuinige planten
Vetplanten en cactussen groeien heel langzaam. Daarom mag je ze niet in een normale potgrond plaatsen of voeden met een universele meststof.
Dit soort verkleuringen worden meestal veroorzaakt door een tekort aan voedingsstoffen. Deze kun je aanvullen door je plant te verpotten en door regelmatig plantenvoeding te geven. Een verkleuring door een tekort aan voedingsstoffen kan in veel gevallen ook weer bijkleuren.
Een belangrijk onderdeel bij het verzorgen van vetplantjes is standplaats. Zet je een vetplant in de volle zon of juist niet? Door te weinig licht gaan vetplantjes dood, door teveel licht verkleuren of verbranden de bladeren. De truc is om een goede balans te vinden.
De witte kalkachtige laag die op veel vetplanten zit, heet Farina. Deze laag reflecteert ongeveer 83% van het UV licht, wat het hoogste percentage is onder alle plantensoorten! Verder zorgt een waslaagje ervoor dat het water van de plant afstroomt, zodat de plant niet teveel water opneemt tijdens natte periodes.
Vetplanten zijn heel langzaam groeiende planten, dus kunstmest toevoegen kan een beetje helpen, maar het zal je plant niet snel doen groeien in vergelijking met andere kamerplanten.
Het stekken van een vetplantje is erg eenvoudig. U kunt met een scherp mes of een klein schaartje één van de blaadjes aan de buitenkant van het vetplantje, zo dicht mogelijk bij de kern, wegsnijden of wegknippen. Laat het blaadje daarna ongeveer een week drogen en leg het vervolgens in een potje met aarde.