Een vereniging zonder bestuur is juridisch mogelijk, namelijk wanneer alle bestuursleden ontslagen worden, moeten aftreden of ontslag nemen. Wanneer je een van de laatste bestuurders bent dan geldt dat bestuursleden wel verplicht zijn tot een behoorlijke vervulling van hun taak (art. 2:9 BW).
Een vereniging heeft altijd een bestuur en leden. Het bestuur bestaat minimaal uit een voorzitter, secretaris en penningmeester. De leden zijn samen de algemene ledenvergadering.
Ja, verenigingen moeten volgens de wet een voorzitter, secretaris en penningmeester hebben. Maar je kunt in de statuten wel anders bepalen. Bijvoorbeeld een andere of juist geen functieverdeling.
Het bestuur van een vereniging is belast met het besturen van de vereniging en is als zodanig formeel eindverantwoordelijk voor het voortbestaan van de vereniging. Op grond van de wet moet het bestuur uit minimaal drie bestuursleden bestaan, namelijk een voorzitter, secretaris en penningmeester.
Je kan zelf jouw bestuursfunctie opzeggen.Dit doe je schriftelijk en stuur je naar de andere bestuurders. Tijdens de vergadering zal hier een besluit over worden genomen.
Kan dit zomaar? Wettelijk en reglementair kan een VvE niet zonder een bestuur. Wanneer het VvE bestuur wil opstappen, doet de vergadering van eigenaars er verstandig aan om geen ontslag te verlenen totdat er nieuwe bestuurders zijn benoemd.
Tenzij de statuten anders bepalen, moet een bestuur op grond van artikel 2:37 lid 7 BW minimaal uit een voorzitter, een secretaris en een penningmeester bestaan. Praktisch gezien is het wenselijk om in de statuten de aanstelling van deze drie bestuursleden specifiek te benoemen.
De penningmeester is hier binnen het bestuur verantwoordelijk voor. Heeft de vereniging geen raad van commissarissen of is er geen accountant ingeschakeld? Dan is de vereniging verplicht een kascommissie in te stellen. Deze bestaat uit leden van de vereniging en controleert de penningmeester.
De vereniging
Bij een vereniging zijn de leden de baas. De algemene vergadering bepaalt het beleid. De leden stellen een verenigingsbestuur aan.
Hoe lang mag je voorzitter zijn? Wettelijk gezien kun je onbeperkt voorzitter zijn.
Een bestuur moet volgens de wet bestaan uit minstens een voorzitter, secretaris en een penningmeester, of in de statuten moet anders bepaald zijn. Het hebben van een niet voltallig bestuur hoeft in principe geen probleem te zijn, het heeft geen gevolgen voor de bevoegdheid van het bestuur.
Hoofdstuk 6.6 Schorsing, ontslag en vervangen van de voorzitter. Als de voorzitter van het bestuur niet functioneert, moet de vereniging daar iets aan kunnen doen. Uiteraard is het mogelijk de voorzitter op zijn disfunctioneren aan te spreken.
Volgens de wet is een vereniging een rechtspersoon met leden. Een vereniging organiseert activiteiten om samen met de leden een wens of doel te bereiken. Denk aan sporten, politieke belangen, muziek maken of natuurbescherming. Een vereniging richt je op met minimaal twee leden.
In de statuten kan van die bepaling worden afgeweken. Dat betekent dat, een penningmeester van een kleine vereniging tegelijkertijd ook voorzitter kan zijn, mits deze mogelijkheid in de statuten is opgenomen. De meest voorkomende combinatie van functies is overigens penningmeester en secretaris.
Beheerder van de financiën. De penningmeester is, als lid van het bestuur, samen met de andere bestuurders verantwoordelijk voor het reilen en zeilen binnen de vereniging. Daarnaast is een penningmeester de persoon binnen de vereniging die zich bezighoudt met de financiën.
De belangrijkste organen van een vereniging zijn het bestuur en de algemene vergadering. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging, voor zover er geen beperkingen in de statuten zijn opgenomen. Ook is zij vertegenwoordigingsbevoegd. De algemene vergadering heeft de bevoegdheid om bestuurders te benoemen.
De nadelen:
Zorg: je bent niet verzekerd voor de sociale verzekeringen. Aansprakelijkheid: kies je voor een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid dan ben je als bestuurder aansprakelijk met het privévermogen. Financieel: het doel van de vereniging mag niet winst maken zijn.
In principe onbeperkt, er is namelijk geen wettelijke bepaling over een maximale bestuurstermijn. In de praktijk zie je dat bij veel verenigingen een statutaire beperking is opgenomen, waarbij een penningmeester voor een periode van vier jaar benoemd wordt en daarna één of twee keer herkozen kan worden.
De wet bepaalt niet uit hoeveel bestuurders het bestuur maximaal moet of kan bestaan. Ook is niet verplicht dat het bestuur uit een even of oneven aantal bestuursleden moet bestaan. Je mag dit dus helemaal zelf bepalen.
De voorzitter is het gezicht van de vereniging of stichting, naar binnen en buiten. Zijn of haar taken zijn: Leiden van de algemene vergadering en de vergaderingen van het bestuur en leden. Leiden van het bestuur: initiatieven nemen, coördineren en het uitvoeren van bestuurswerkzaamheden.
Een directeur van een vereniging of stichting wordt in het algemeen aangesteld door het bestuur. In de statuten kunnen andere afspraken worden gemaakt over de aanstelling. De positie van een directeur van een vereniging of stichting is niet op een bijzondere wijze in de wet geregeld.
De stichting is een rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid. Dat betekent dat de bestuurders meestal niet aansprakelijk zijn met hun privévermogen voor eventuele schulden. Anders dan de vereniging, heeft een stichting geen leden. Daardoor hoeft er geen ledenvergadering plaats te vinden om belangrijke besluiten te nemen.
Als er geen leden meer zijn, wordt een vereniging ontbonden. Het tijdstip van ontbinding wordt dan door de rechtbank op verzoek vastgesteld. Nadat het besluit tot ontbinding is genomen is het van belang dat van dat besluit opgave wordt gedaan aan de kamer van koophandel.
In principe onbeperkt, er is namelijk geen wettelijke bepaling over een maximale bestuurstermijn. In de praktijk zie je dat bij veel verenigingen een statutaire beperking is opgenomen, waarbij bestuurders voor een periode van vier jaar benoemd worden en daarna één of twee keer herkozen kunnen worden.
Opzegging volgens de statuten
In de wet is bepaald (artikel 2:25 lid 2 BW) dat een vereniging in de statuten mag vastleggen wanneer het lidmaatschap van een lid kan worden opgezegd.