Stofluizen lijken veel op bladvlooien, maar die kunnen goed springen en hebben een zuigsnuit. De meeste stofluizen springen niet en vliegen ook heel weinig. Dat laatste kunnen ze uiteraard alleen als ze vleugels hebben, want er zijn ook soorten zonder.
Uiterlijk van stofluizen
Enkele stofluizen zijn gevleugeld, andere zijn vleugelloos of hebben slechts vleugelstompjes. Stofluizen verplaatsen zich snel, maar schoksgewijs. De jonge stofluizen lijken sterk op de reeds volwassen exemplaren. Stofluizen vliegen niet.
De enig afdoende bestrijdingsmethode van stofluizen bestaat uit het opruimen of drogen van het materiaal waarin de schimmels voorkomen en de ruimte waarin zij zich bevinden. Dit laatste kan door flink te luchten bij droog weer of eventueel door de ruimte droog te stoken. Toepassing van insecticiden heeft geen zin.
Stofluizen vormen een aparte orde van insecten en hebben niets te maken met andere soorten luizen. Ze bijten ons niet en zuigen geen bloed maar ze leven van schimmels, algen en ander plantaardig materiaal. Hun aanwezigheid kan duiden op een te hoge luchtvochtigheid.
Stofluizen zijn doorgaans niet makkelijk te zien. De beestjes worden namelijk maximaal vier millimeter groot. Ze zijn grijs, wit of donkerbruin van kleur. Stofluizen kunnen zich snel verplaatsen.
Stofluizen leven van schimmels en zijn op zich niet schadelijk. Ze zijn verzot op vochtige ruimtes en komen daarom vaak voor in vochtige woningen, magazijnen of schuren. Je vindt ze in vochtig papier, natte vullingen van matrassen of kussen en vloer- of wandbekleding waarop vochtvlekken of schimmel gevormd is.
De stofluis heeft een asymmetrische mandibel. Hiermee kan ze voedsel zowel kauwen als opzuigen. Ze voedt zich met schimmels, stuifmeel, algen en korstmossen. Ook dood dierlijk materiaal, zoals een kadaver of een opgezet dier, dient als voedingsbron.
U herkent een plaag van bedwantsen aan donkere of zwarte vlekken aan de zoom van de matras. Dit komt door de poep van de bedwants. Ze hebben een aparte geur. Ze ruiken naar zoete amandel of koriander.
De meest voorkomende beestjes die je in je bed tegen zult komen zijn huisstofmijten, bedwantsen (ook wel wandluis of bedluis genoemd) en vlooien. Spinnen zul je vooral rond je bed zien, omdat zij zich voeden aan de muggen, die zich weer aan jou voeden.
Kleerluis (Pediculus humanus humanus L.) De kleerluis (Pediculus humanus humanus L.) is een insect dat zich voedt met menselijk bloed dat met de zuigsnuit wordt opgezogen uit de lichaamshuid.
Wanneer de overlast wordt veroorzaakt door de wat grotere plaagdieren zoals muizen, ratten of steenmarters dan verraden meestal de vorm en grootte van de keutels het diersoort. Keutels van muizen zijn zwart/donkerbruin van kleur en zo groot als rijstkorrels.
Nimfen zijn één tot vijf millimeter groot en zijn vrijwel helemaal doorzichtig. Zuigen ze bloed, dan worden ze vuurrood. Nimfen vervellen meerdere malen voor ze volwassen worden, maar hun velletjes zijn pas goed zichtbaar op een donkere ondergrond.
Kleine zwarte beestjes in bed zijn mogelijk vlooien of bedwantsen. De beste aanwijzing hiervoor is als je 's morgens regelmatig opstaat met heftig jeukende rode beten. Kunnen het geen muggen zijn? Mogelijk wel als je eerst gezoem hoort.
Springstaarten, Collembola in het Latijn, zijn maar een paar millimeter groot en leven op en onder de grond. Je ziet ze dus meestal niet op de bladeren van je plant lopen. Ze zijn het best te herkennen doordat ze springen. De sprongetjes lijken een beetje op dat van een vlo.
"De witte vliegjes zijn een soort luizen. Ze worden ook wel de motluis genoemd. Ze zuigen plantsappen weg bij vooral jonge bladeren." De plaag doet zich vooral voor op plekken met een sterke 'monocultuur'.
De mens kan last hebben van drie verschillende soorten luis: hoofdluis (haarluis), kleerluis en schaamluis. De luis veroorzaakt een irritante jeuk aan de hoofdhuid door een allergische reactie van de huid op het speeksel van de luis.
Bedwantsen zijn kleine (6 mm) roodbruine ovale insecten die leven van het bloed van mens en dier. Ze hebben 6 pootjes waarmee ze snel kunnen lopen. Vliegen of springen kunnen ze niet. Een andere naam voor bedwants is bedluis of wandluis.
Bedwantsen bijten, waardoor je rode bultjes op je huid kunt krijgen. Deze bultjes zien eruit als muggenbulten en ze jeuken. Na een paar weken verdwijnen de bultjes. Bedwantsen bijten je op plekken waar je lichaam het matras raakt.
Zoals de naam al doet vermoeden worden bedwantsen vaak aangetroffen in het bed of in beddengoed, maar ze kunnen ook verstopt zitten in meubels. Bedwantsen worden vaak aangetroffen in: bedframes en hoofdeinden. beddengoed, zoals kussens, dekens, dekbedden, lakens.
Bedwantsen hebben een hekel aan extreme hitte, maar ook aan vrieskou. Daarom kun je het volgende proberen om bedwantsen te bestrijden. Warmte: Stop alle besmette spullen in een zak en was ze minimaal op zestig graden. Dit zorgt ervoor dat de beestjes dood gaan.
Bedwantsen hebben genoeg aan één beet per week om zich te voeden. Dit doen ze vooral 's nachts, want ze hebben een hekel aan licht. Overdag bijten ze ook, maar dan alleen als ze heel hongerig zijn. Bedenk wel dat ze sowieso heel lang zonder voedsel kunnen.
Omdat bedwantsen overleven op textiel, kunnen zij via kleding, beddengoed of theedoeken in de kasten door het hele huis terecht komen. Als u bedwantsen in uw kledingkast waarneemt, is het verstandig om alle kleding 2 dagen in de vriezer te leggen of te wassen op 60 graden.
Enerzijds verontreinigt hij het product met zijn uitwerpselen, vervellingshuidjes, cocons en overblijfselen. Anderzijds schimmelen aangetaste kruidenierswaren eerder, veranderen ze soms van kleur en krijgen ze een muffe tot zure geur. Het product is dan niet meer eetbaar en kunt u het beste weggooien.
Als de eitjes in je meel of bloem uitkomen, komen er larfjes of nimfen uit. Deze zijn meestal donkerder (lichtbruin tot zwart) van kleur en zodoende makkelijk te zien in wit meel zoals patentbloem en pannenkoekenmix. Deze jonge beestjes zijn doorgaans weinig beweeglijk, maar je kunt ze langzaam zien kruipen.
De witte vlieg komt voor op plekken waar de luchtvochtigheid niet zo hoog is, en ze geven de voorkeur aan temperaturen boven de 20 graden. Een plant raakt vaak geïnfecteerd met witte vlieg als het gedurende de zomer een tijd buiten staat. Let er dus op als je de plant weer naar binnen haalt of deze witte vlieg heeft.