De sprinkhaan komt voor in grote delen van Europa en komt ook in Nederland en België voor. Het is een bewoner van vochtige zandgronden, kleigronden worden vermeden. De sprinkhaan kan zwemmen en komt onder andere voor langs oevers.
Ze zijn niet steeds makkelijk te zien. Ze kunnen flink bijten, indien vastnemen niet noodzakelijk is moet het vermeden worden. Neem ze eventueel bij het halsschild terwijl de beide achterpoten tegelijkertijd tegen lichaam worden gedrukt.
Veenmollen kunnen met hun vleugels (onhandig) vliegen, al zal dit vaak enkel op warme zomeravonden plaatsvinden. Het is ook bekend dat veenmollen kunnen zwemmen.
Sprinkhanen kunnen springen of zelfs vliegen over langere afstanden. Ze komen zo ook soms in huis terecht. Sprinkhanen zijn ongevaarlijk en bijten of steken niet.
Met hun krachtige achterpoten katapulteren sprinkhanen zich gemiddeld 25 cm hoog en makkelijk een meter ver. Als je hun lichaamsomvang in acht neemt, kan je deze prestatie vergelijken met een mens die over een voetbalveld heen springt. Jep, ronduit indrukwekkend.
Eenmaal volwassen kunnen bidsprinkhanen nog enkele maanden leven; afhankelijk van de temperatuur en de beschikbaarheid van voedsel leven mannetjes vaak nog maximaal twee maanden en vrouwtjes nog drie tot zes maanden.
Uiteraard zijn er verscheidene natuurlijke vijanden van sprinkhanen. Gekende insecteneters die ook wel eens een sprinkhaantje lusten zijn verscheidene vogels, zoogdieren, reptielen en amfibieën. Een vogelsoort die zich uitsluitend met sprinkhanen voedt is de Scharrelaar.
De Sprinkhaan staat voor astraal reizen, stapt over obstakels heen en maakt nieuwe stappen vooruit. Ook bezit de sprinkhaan het vermogen om snel van carrière te veranderen. Dit is de boodschap waar ik nu heel veel aan heb, ik heb een paar slapeloze nachten gehad en mijn lichaam dat met mij op de loop is gegaan.
Ze zijn vrijwel altijd duidelijk zichtbaar. Met deze grotere facetogen worden voedsel en vijanden waargenomen. Facetogen bestaan uit heel veel kleine oogjes, ommatidia. Met elk oogje zien ze een heel klein stukje van de omgeving.
Vrijwel alle soorten zijn goed gecamoufleerd en de meeste eten grassen, hoewel er ook tamelijk veel soorten zijn die andere planten eten. Enkele soorten produceren bijtende stoffen. Zelf dienen ze als voedsel voor parasitaire wespen en vliegen, keverlarven, vogels en reptielen.
De sprinkhaan kan niet echt vliegen, maar hij kan wel tientallen meters zweven. Door de grote vleugels lijkt het dier tijdens de vlucht meer op een vlinder dan op een sprinkhaan. De felle kleur dient om vijanden als vogels op afstand te houden.
De grote groene sabelsprinkhaan (Tettigonia viridissima) heeft lange vleugels en is een van de grootste sprinkhanen van Nederland. Het vrouwtje is groter dan het mannetje. Het mannetje is tussen de 28 en 34 millimeter lang en het vrouwtje tussen de 27 en 38 millimeter.
De totale lengte ligt ongeveer rond de 8 centimeter, waarvan de vleugels of de legbuis ongeveer de helft bepalen. Het mannetje wordt exclusief vleugels 28 tot 34 millimeter lang, het vrouwtje 27 tot 38 mm. Bij het mannetje zijn de vleugels langer, maar deze heeft geen legbuis.
Zijn insecten gezond? Sprinkhanen, meelwormen en kevers staan in Nederland dus het vaakst op het menu. En ze passen prima in een gevarieerde en gezonde voeding, meldt het Voedingscentrum. 'Ze bevatten veel goede voedingsstoffen, zoals eiwitten, onverzadigd vet, ijzer en vitamine B.
Gemiddeld kan een sprinkhaan namelijk zo'n 25 centimeter hoog en makkelijk een meter ver springen.
Een sprinkhaan heeft zes poten. Met zijn twee achterpoten springt hij. De voorpoten dienen als bestek voor het eten. Zijn middelste poten gebruikt hij eigenlijk vooral om te lopen.
Wist je dat krekels en sprinkhanen geen water drinken? Alles wat ze nodig hebben is vers groenvoer.
De volwassen insecten zijn eetbaar, maar ook de larven of de poppen. De insecten die in ons land worden aangeboden zijn meestal sprinkhanen, meelwormen en kevers. Ze zijn veilig om te eten mits je poten en vleugels verwijdert en ze niet rauw eet.
Het mannetje wordt 26 tot 34 millimeter lang, het vrouwtje zo'n 27 tot 42 mm en hiermee is het de grootste inheemse sprinkhaan van Nederland en België. Andere soorten zoals de grote groene sabelsprinkhaan (Tettigonia viridissima) worden nog wel langer, maar alleen als de legbuis en vleugels wordt meegerekend.
Sprinkhanen zijn te vinden op planten, meestal grassen.
Sprinkhanen kan je warm zetten in een goed ventilerende bak met genoeg klimmogelijkheden. Sprinkhanen zoeken altijd de warmte van de lampen op in de bak. Sprinkhanen eten het liefst gras! Hier halen ze hun vocht en voedingsstoffen uit.
Je kunt de sprinkhaan het beste vangen met je handen, meppen met een tak met bladeren of met een schepnetje. Direct na het vangen de vleugels, antenne en poten verwijderen. De sprinkhaan is dat inprincipe gereed voor consumptie.
Dat is handig want hoe langer de poten strekken, hoe verder de sprinkhaan springt, tot wel twintig keer zijn eigen lichaamslengte. Andere insecten zoals vlooien, kniptorren en springstaarten hebben geen grote spieren. Zij schieten zichzelf weg met springveren, elastiek of een soort katapult.
Behalve als ze er niet langer dan een week in hoeven te zitten. Het best te houden in een gaaskooi met onderbak om uitwerpselen en etensresten in op te vangen. Zorg voor een droge omgeving. Vocht halen de sprinkhanen uit voeding, bij voorkeur appel, peer, wortelen en vers gras maar geef nooit teveel.
Veel diersoorten eten ze.Vogels bijvoorbeeld, maar ook kikkers en kameleons, zoals je op de foto's kunt zien. Ze vangen ze met hun lange tongen zo uit de lucht of van plantenstengels af. In verschillende gebieden op aarde is het ook gebruikelijk dat mensen sprinkhanen eten.