Peperplanten of struiken zijn niet winterhard, wat betekent dat ze vanaf eind september binnen moeten staan. Peperplanten zijn gevoelig voor kou en vorst. Zorg dus dat je plantjes op tijd binnen zijn om te overwinteren.
Geef minimaal water en zet ze in een raamkozijn bij maximaal 10 tot 12 graden. Na de winter snoei je de planten in maart terug, geef ze voeding en meer water, en zet ze warmer tot ze in mei weer naar buiten kunnen.
Want ook al is het officieel een eenjarige buitenplant, de peperplant is dat niet. Ze is een heester die enige jaren in pot kan leven, mits ze binnen overwintert want ze kan geen vorst verdragen.
Het beste kun je een peperplant niet te vaak water geven, en veel water per keer. Door de plant elke keer droog te laten worden en dan weer voldoende water te geven, zorg je ervoor dat je een compacte plant met veel bloemen krijgt. Bovendien maakt het de pepers scherper van smaak.
Alle peper -en paprikaplanten zijn meerjarige planten. Echter in ons klimaat worden ze meestal gehouden als een eenjarige plant. Maar je kan ze ook laten overwinteren.
2. Peperplant toppen. Zodra de zaailingen groeien, nijp je de top eruit om de groei van zijscheuten te stimuleren. Laat je peperplanten vier zijtakken ontwikkelen en nijp ook hier de top uit als ze groter worden.
Het idee bij het snoeien van peperplanten is dat je de plant eerst een beetje tot ontwikkeling laat komen, zodat je kunt zien hoe het gaat. Je wilt niet beginnen met wegsnoeien voordat ze vorm begint te krijgen; dit veroorzaakt alleen maar stress en ondermaatse prestaties.
Ja, je kunt bijna elke peperplant stekken. Met sommige soorten, die bekendstaan om hun sterke groei en robuuste eigenschappen, heb je misschien meer succes, maar voel je vrij om elke peperplant te stekken die je maar wilt!
Pepers hebben niet heel veel water nodig, maar gedijen wel goed als de grond een beetje vochtig is. Zorg dus dat je ze voldoende water geeft. Het is niet nodig om pepers te snoeien.
Het is belangrijk voor peperplanten om een voeding te kiezen die weinig stikstof (N) bevat omdat dit voor veel blad en stengels zorgt. Kies een voeding die veel kalium (K) en wat fosfor (P) bevat. Kalium zorgt voor een goede vruchtzetting en fosfor zorgt voor een goed ontwikkeld wortelstelsel.
Soms kun je wat geel stuifmeel van de plant zien komen als je met succes met de hand hebt bestoven, maar je kunt dit niet altijd zien gebeuren, dus houd je peper plant goed in de gaten en wacht op de vruchten. Een andere methode van handbestuiving is het voorzichtig schudden van de plant.
Het kan zijn dat je pepers in oktober nog niet allemaal rood zijn verkleurd. Je kunt deze pepers gewoon in groene staat oogsten. Leg ze vervolgens naast elkaar op bijvoorbeeld een dienblad op een zonnige plek. Je zult zien dat na verloop van tijd de pepers beginnen te verkleuren van oranje naar rood!
Zoals wel vaker geldt, is timing erg belangrijk bij het bemesten van je peperplanten. Als je overdrijft, kan dit leiden tot beschadigde planten en pepers van slechte kwaliteit. Dus, wat is het beste voedingsregime? Als vuistregel geldt dat je elke week of om de week voedingsstoffen toedient.
Een afstand van 50 cm tussen twee peperplanten is een goede vuistregel.
Bijna alle pepersoorten hebben aanzienlijk meer warmte nodig dan bijvoorbeeld tomaten. Daarom doen pepers het goed in kassen of vlak bij een warme stenen muur. Peperplanten groeien het beste op een losse, voedingsrijke bodem, waar je ze bij kan helpen met een speciale potgrond voor groenten.
Pepers passen op alle gronden met voldoende humus; een goede structuur = luchtige grond, niet teveel vocht, warmte in zowel lucht als grond, en voldoende voeding. Wij zelf houden onze buitenpepers dus altijd in potten.
De Peperplant is dan wel niet winterhard maar je kan de plant wel overwinteren. Met de juiste aanpak kan de plant de winter door komen. Wat je ook kunt overwegen is om stekjes te maken van de Peperplant. Deze kan je in de winter binnen kweken en in het voorjaar naar buiten plaatsen.
De paprika is een niet winterharde en kruidachtige plant. Eigenlijk is het gewas een heester en de paprika zelf een bes. Het bijzondere aan de plant is dat elke paprika verkleurt bij rijping. Zo kunnen groene paprika's geeloranje, rood of bruin en witte paprika's rood, geel of oranje worden.
Zaai de peperzaden in vochtige potgrond, ongeveer één centimeter uit elkaar, en bedek ze met een klein laagje aarde (maximaal 0,5 cm). Besproei deze aarde met een plantenspuit. Zaai niet te diep, om te voorkomen dat de peperzaden niet genoeg energie hebben om boven de grond te komen.
De groene peper is minder rijp dan de rode peper. Hierdoor is de groene peper milder van smaak. Over het algemeen geldt dat hoe kleiner de peper, hoe scherper deze is. Kleine groene pepertjes kunnen dus ook erg heet zijn!
Je kunt de pepers oogsten wanneer je zelf denkt dat ze goed zijn. Je hoeft niet te wachten tot ze heel rood zijn. Elke peper wordt namelijk eerst groen voordat hij zijn uiteindelijke kleur krijgt, maar groene pepers zijn ook erg lekker.
Pepers verkleuren meestal van groen naar rood (of een andere kleur). We zeggen meestal omdat er natuurlijk altijd uitzonderingen zijn, maar je kan wel zeggen dat als je een rode peper ziet het de volledig gerijpte versie is van de groene peper.
Bloemrui is een gekend probleem bij paprika/pepers. Vooral als de plant in stress is (te warm, te koud, een tijdelijke groeiremming) of als er al veel vruchten gezet zijn zullen de bloempjes al eens afvallen. De oorzaak van bloemrui kan ook te zoeken zijn bij een slechte bevruchting, niet bij een slechte bestuiving.