Hoofdvraag bestaat uit meerdere vragenDe onderzoeksvraag bestaat uit twee of meer vragen. Een hoofdvraag dient normaliter uit één vraag te bestaan. Het zou nog binnen de lijntjes vallen als de tweede vraag zeer nauw aansluit op de eerste, maar twee onderzoeksvragen met twee verschillende thema's is uit den boze.
Bedenk zowel bij je hoofdvraag als bij je deelvragen ook wat voor soort vraag je wilt stellen: een beschrijvende, verklarende, analyserende of een evaluatieve vraag? Onderzoeksvragen moeten trouwens altijd open zijn. Als je ze kunt beantwoorden met 'ja' of 'nee', zijn ze niet geschikt!
Een onderzoeksvraag bestaat uit twee of meer constructen waartussen een verband wordt verondersteld. Dit verband is bepalend voor het soort analyse (kwalitatief of kwantitatief) dat jij gaat uitvoeren. De structuur van je onderzoeksvraag is dus bepalend voor je onderzoeksmethode.
Er is geen vast aantal deelvragen dat je moet opstellen. Wel is het zo dat hoe complexer je onderwerp is, hoe meer deelvragen je nodig zult hebben. Probeer je te beperken tot 4 à 5 deelvragen. Als je er (veel) meer nodig hebt, moet je wellicht je hoofdvraag vereenvoudigen of beter afbakenen.
Het antwoord op je onderzoeksvraag is objectief en meetbaar. Er wordt gevraagd naar feiten en niet naar bijvoorbeeld een (subjectieve) mening, een advies of beleid. Je onderzoeksvraag begint niet met 'waarom'.
De onderzoeksvraag is de vraag die gedetailleerd beschrijft waar jouw onderzoek zich op focust. De onderzoeksvraag is de vraag die volgt op je hoofdvraag. De hoofdvraag geeft in zeer brede zin richting aan je onderzoek. Stel je voor dat je een onderzoek doet bij Bedrijf X waar product Y slecht verkoopt.
De hoofdvraag is het belangrijkste onderzoeksvraag van je scriptie. Je stelt je hoofdvraag op aan de hand van je probleemstelling. Een goede hoofdvraag is onderzoekbaar, haalbaar, origineel, complex, relevant, specifiek en focust zich op één probleem.
Een kwalitatief onderzoek gaat op zoek naar het waarom achter menselijke gedragingen en gevoelens. Het is dus een onderzoek dat verdieping kan geven aan het wat, waar, wie en hoe dat in theorieën verondersteld kan zijn of in kwantitatief onderzoek is vastgesteld.
Beschrijvende vragen dragen bij aan het in kaart brengen van het onderwerp. Een voorbeeld van een beschrijvende vraag is: 'Hoe werkt dit hier? ', 'Op welke plekken lukt het al?' ' Waar zien we hier vandaag al goede voorbeelden van? ' of 'Wat is hier nu eigenlijk aan de hand en wie heeft daar last van?
Goede deelvragen
Een goed geformuleerde deelvraag voldoet aan dezelfde eisen als een hoofdvraag of probleemstelling. Aanvullende eigenschappen voor goede deelvragen zijn: Ze zijn minder complex en specifieker dan de hoofdvraag. Ze beslaan samen hetzelfde, dus niet een groter gebied, als de hoofdvraag.
Een goede onderzoeksvraag begint vaak met de woorden 'in hoeverre', 'wat', 'hoe', 'waarom' en 'wanneer'. Hierdoor maak je het onderwerp vaak al specifieker.
Je probleemstelling beschrijft het probleem dat onderzocht wordt in het onderzoek. De doelstelling geeft aan waar het onderzoek inzicht in gaat verkrijgen. De hoofdvraag (of onderzoeksvraag) is de vraag met betrekking tot het probleem waarop je scriptie of onderzoek antwoord geeft.
Formuleer een open vraag
Begin hoofdvragen bijvoorbeeld met de volgende woorden: 'in hoeverre', 'welke' of 'wat'. Hiermee kun je gemakkelijk een open vraag formuleren en een breder onderzoek doen. Voorkom echter het gebruik van 'waarom' in je hoofdvraag. Dit maakt je onderzoek te breed en niet specifiek genoeg.
Een hypothese is een voorlopige stelling waarin je aangeeft wat je verwacht te vinden in je onderzoek. Vervolgens test je deze hypothese met behulp van je wetenschappelijke onderzoek, zoals een experiment of correlationeel onderzoek. Je stelt de hypothese altijd op voordat je het onderzoek uitvoert.
Evaluatieve onderzoeksvragen
Een voorbeeld van een evaluatieve onderzoeksvraag is: “Wat is het effect van het invoeren van een nieuwe lesmethode op de leerprestaties van studenten?” Het is belangrijk om de juiste soort vraag te kiezen die past bij het doel van het onderzoek en de onderzoeksmethode die gebruikt wordt.
13De hoofdvraag of deelvraag is een gesloten vraag. Een hoofdvraag dient een open vraag te zijn: een vraag die begint met een vraagwoord zoals wie, wat, welke, waarom, waarmee of hoe. De vraag mag dus niet met ja of nee worden beantwoord (gesloten vraag).
Deelvragen zijn de subvragen van je hoofdvraag. Vaak kun je de officiële onderzoeksvraag van je scriptie of onderzoek niet in één keer beantwoorden. Daarom gebruik je deelvragen die zich op een kleiner deel van je onderzoeksvraag focussen. De antwoorden op al je deelvragen leiden tot de beantwoording van je hoofdvraag.
Bij kwantitatief onderzoek verzamel en analyseer je numerieke data. Je kunt dit type onderzoek gebruiken om patronen en gemiddelden te vinden, voorspellingen te doen, causale relaties te achterhalen en om resultaten te generaliseren naar grotere populaties.
Voorbeelden van onderzoeksvragen die door middel van kwantitatief onderzoek beantwoord worden: Wat is het effect van project X op doelgroep Y?In hoeverre zijn bezoekers/deelnemers tevreden?Verandert de houding t.o.v. onderwerp X bij doelgroep Y?
Bij kwantitatief onderzoek gaat het om het verzamelen van een grote hoeveelheid numerieke data (getallen). Denk aan enquêtes met meerkeuzevragen of vragen naar hoeveelheden of tijdsduur. In een wetenschappelijke context betekent het woord 'kwantificatie' dan ook 'de handeling van het meten en tellen'.
Je probleemstelling beschrijft het probleem dat onderzocht wordt. De doelstelling geeft kort aan waar het onderzoek inzicht in gaat verkrijgen. De hoofdvraag (of centrale onderzoeksvraag) is de vraag met betrekking tot het probleem waarop je scriptie een antwoord geeft.