Het is afhankelijk van het aantal zonnepanelen hoe hoog het verlies is en of het beter is om de omvormer juist dichtbij de zonnepanelen of juist dichtbij de meterkast te plaatsen. De regel is als volgt: zijn er veel zonnepanelen in serie geschakeld, plaats de omvormer dan dichtbij de meterkast.
De omvormer kan het beste worden opgehangen op een plek die niet al te stoffig is en waar de omvormer zijn warmte goed kwijt kan. Een krappe slecht geventileerde meterkast of een hooischuur is daarom geen goede plek. Een koele garage, daarentegen, is de perfecte plek.
Wanneer de panelen op je dak liggen en we de omvormer hebben geïnstalleerd, trekken we een kabel van de omvormer naar de meterkast. Dat is nodig om de opgewekte stroom van je zonnedak via de omvormer naar de meterkast laten lopen. Via deze kabels sluiten we de zonnepanelen aan op de hoofdmeter en op de hoofdzekering.
Om kabelverliezen te beperken dient de kabel van de omvormer naar de meterkast bij voorkeur ook niet langer dan 20 meter te zijn. Voor 1 fase omvormers wordt 3 aderige kabel gebruikt van 3 x 2,5 tot 6 mm2 en voor 3 fase omvormers 5 x 2,5 mm2.
De omvormer maakt de stroom geschikt voor het elektriciteitsnet. Zonnepanelen met stekker hebben hun eigen omvormer. Daarom kun je ze direct aansluiten zonder de meterkast aan te passen. Een voordeel van deze micro-omvormers of micro-inverters is dat de panelen onafhankelijk van elkaar werken.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
De zonnepanelen zijn geplaatst, wat nu? Nadat de zonnepanelen zijn geplaatst op het dak raden we u aan om de omvormer op een aparte groep in uw meterkast aan te laten sluiten, veiligheidshalve. Een omvormer waar te veel stroom door heen gaat kan namelijk leiden tot overspanning, stroomuitval of zelfs tot brand.
De omvormer is een elektronisch apparaat, vergelijkbaar met een TV of wasmachine. Deze bevat printplaten met elektronische componenten die bij defecten of overbelasting in brand zouden kunnen vliegen. Theoretisch zit hier dus een risico.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Met een pakket van 10 zonnepanelen van 365 Wattpiek (High Power) wek je per jaar ongeveer 3103 kWh op. De gemiddelde dagopbrengst rekenen we als volgt uit: het maximaal vermogen zonnepaneel in Wattpiek x 0,85 = verwachte jaaropbrengst in kWh, gedeeld door 365 dagen. Het vermogen van 10 zonnepanelen is 3650 Wp.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
1-fase of 3-fase aansluiting
Zo voorkom je overbelasting. Nieuwbouwwoningen hebben meestal al een 3-fasen aansluiting. Dit betekent dat er in de meterkast over 3 kabels stroom binnenkomt. Als je deze aansluiting hebt, is jouw meterkast geschikt voor zonnepanelen.
In dat geval zijn er meerdere mogelijkheden, maar voor huizen gaat het daarbij meestal om 3x25A. Dit betekent dat je per fase 25/1,6A = 16A kan aansluiten. Het gaat daarbij om een omvormer van maximaal 16A * 230V = 3680 Watt per fase. Je kan dus 3 omvormers plaatsen, maar handiger is één 3-fase-omvormer.
Tegenwoordig hebben de meeste omvormer een normale geluidsemissie van 25-40 decibel.
Het liefst plaatsen we de omvormer op een plek waar hij niet in de weg hangt, en waar je hem niet hoort wanneer hij in de ochtenden opstart. Houd er rekening mee dat er al snel een vrije ruimte van één bij één meter beschikbaar moet zijn voor een goede ventilatie van de omvormer.
Als een omvormer te warm wordt kan het rendement wel met 5 procent naar beneden gaan. Daarnaast zal je omvormer sneller aan vervanging toe zijn als deze regelmatig te heet wordt. Een koele en geventileerde plaats is dus ideaal.
Als je meer dan 3680W (16A * 230V) kunt produceren, heb je meestal een 3-fase omvormer nodig. Maar als je systeem minder vermogen heeft, kan dat prima met een 1-fase omvormer. De vraag die vaak gesteld wordt is of het salderen wel goed gaat.
Een omvormer heeft een stekker en een groep heeft meerdere stopcontacten dus je kan af fabriek meerdere omvormers achter één groep zetten. Als er zowel opwekkers als verbruikers op de groep zitten kan hierdoor bij normaal gebruik een hogere stroom lopen dan dat de kabel op gedimensioneerd is.
Afhankelijk van de specifieke dak situatie wordt er in de regel gekozen voor een omvormer die 20% kleiner en maximaal 10% groter is dan het vermogen van het aantal WP van de zonnepanelen. Maar laat jouw installateur even een berekening maken op basis van de praktijksituatie.
Zonnepanelen maken zelf geen geluid; Als de installatie echter tweederangs is, is het mogelijk om wat windgeruis te horen. Dit geldt ook voor misvormde daken. Het zoemende geluid dat vaak wordt geassocieerd met zonnepanelen komt eigenlijk van de omvormer; de eenheid die zonne-energie omzet in bruikbare elektriciteit.
Ja, bliksem kan inslaan op uw zonnepanelen. Als de bliksem inslaat op uw woning, is dit normaal gesproken op het hoogste punt van uw woning. In de meeste gevallen zal de bliksem niet inslaan op uw zonnepanelen als u een schuin dak heeft.
Zonnepanelen vormen een kleine elektriciteitscentrale op het dak van je woning. Bij daglicht wekken je zonnepanelen continu stroom op. Kortsluiting in de kabels of aansluiting, kan brand veroorzaken. Het is daarom van groot belang dat je zonnepanelen op de juiste manier worden aangesloten.
Er is geen wettelijke verplichting voor burgers om zich aan te sluiten op het distributienetwerk en een contract aan te gaan met een energieleverancier. Mensen kunnen hun binnenhuisinstallatie dus in principe volledig loskoppelen van het net. De zonnepanelen blijven nog steeds aangesloten op uw binnenhuisinstallatie.
1-fase aansluiting
Bij een hoofdzekering van 40A is de maximale zekering van de groepenkast 40/1,6A = 25A. Je mag op die groep dus een zonnepaneleninstallatie plaatsen van 25A*230V = 5750 Watt.