Zij kunnen door het water zwemmen, maar laten zich liever met de stroom meevaren. Na ongeveer één maand wordt de schelp gevormd. Die begint langzaam aan het diertje te groeien. Na een tijdje wordt het dier met zijn schelp te zwaar en zakt het naar de bodem van de zee.
Door zijn stevige verankering door middel van de byssusdraden zijn mossels in staat zich in zeer onrustig water te handhaven. De gestroomlijnde schelp helpt daarbij omdat het water er gemakkelijk langs stroomt en dus weinig grip op de schelp kan krijgen.
Om toch een antwoord te geven op je vraag kan je stellen dat mosselen die gekoeld en vochtig bewaard worden ongeveer 7 dagen kunnen overleven zonder water.
Om te testen of een mossel nog leeft, geef je een tikje op de schelp. Sluit de mossel zich, dan is ze nog perfect. Blijft ze open staan, dan is ze dood en moet je ze weggooien. Ook beschadigde schelpen gooi je weg.
Met behulp van byssusdraden (ook wel de baard genoemd) hechten zij zich vast aan de zeebodem, aan voorwerpen of aan elkaar. De byssusdraden worden gevormd door een speciale klier die op een soort voet lijkt. Met deze 'voet' kan de mossel zich enigszins verplaatsen.
Vooralsnog worden schaaldieren, in tegenstelling tot vissen, in de EU niet ingedeeld bij dieren die gevoel hebben.
Neen, volwassen mosselen (Mytilus edulis) hebben geen ogen, maar mossellarven hebben wel een "eye spot" (oogvlek, i.e. een lichtgevoelige pigmentvlek). Sommige andere tweekleppigen (Bivalvia) hebben echter wél ogen als ze volwassen zijn.
Leg ze in een emmer, bedek ze met een natte doek en daarbovenop ijsblokjes. Bewaar ze op een koele plaats. Als het ijs gesmolten is, giet je het water af en vervang je het ijs. De mosselen mogen niet in het water liggen, anders verdrinken ze.
Mosselen die dicht blijven na het koken kun je niet opeten.
Deze mosselen hebben een wat sterkere sluitspier dan andere, waardoor de schelp stevig dicht blijft. Maak deze mosselen voorzichtig met een mesje open. U zult zien dat deze mosselen juist vol met vlees zijn.
Echt nodig is mosselen wassen dus niet meer, al blijft het een goed idee om mosselen nog even te spoelen voordat ze de pan in gaan. Koop je mosselen die nog niet schoongemaakt zijn, bijvoorbeeld bij de visboer, laat ze dan wél een uur in koud water met veel zout liggen.
Dit water wordt door de kieuwen van de mossel gefilterd en met behulp van trilhaartjes wordt het voedsel naar zijn inwendige mond verplaatst. De oneetbare deeltjes die de kieuwen hebben tegengehouden worden uitgescheiden. Een soort poep dus.
Mosselen bevatten veel eiwitten en zijn koolhydraatarm. Ze bevatten ook weinig vetten en vooral onverzadigde vetten, die zijn gezonder dan verzadigde vetten en dragen minder bij tot je cholesterolgehalte. Bovendien zijn mosselen rijk aan mineralen, kalk, fosfor, jodium, ijzer en vitaminen.
Naast ratten staan zoetwatermosselen ook op het menu van een aantal vogelsoorten (bv. Blauwe Reiger en Zwarte Kraai). Ook Waterhoen en Meerkoet eten vaak mosselen, al gaat hun voorkeur vooral uit naar de kleinere driehoeksmosselen.
Schelpkenmerken. De doopvontschelp is het grootste thans levende tweekleppige weekdier. De lengte van de schelp is meer dan anderhalve meter en het dier kan rond de 250 kilo zwaar worden.
Schaal- en schelpdieren, zoals kreeft, oesters en mosselen, zijn officieel geen vissen, maar tellen in de Schijf van Vijf mee als een wekelijkse portie (magere) vis.
De gewone mossel (Mytilus edulis) is een in zee levend tweekleppig weekdier. De soort wordt ook wel eetbare mossel genoemd. Er bestaan ook zoetwatermosselen. uit enkele zeer kleine tandjes.
Het kleurverschil heeft niets te maken met het geslacht van de mossel. Dat is een fabeltje. De ene mossel heeft al wat meer pigment dan de andere, maar ze zijn beide net zo smakelijk. Laat je dus niet afleiden door kleur: mosselen moeten in de eerste plaats lekker smaken.
Het mediane risico op infectie door C. lari na het eten van een enkele portie rauwe schelpdieren blijkt dan 2-10% (oesters) of 5-20% (mosselen) te zijn, afhankelijk van het tijdstip binnen het seizoen. Onzekerheidsanalyse leidt tot een 95% bovengrens voor het infectierisico van 60% .
Uit het mosselpannetje of gebakken. Heerlijk. Maar dan, een half uur na het eten komt het: je begint te zweten, wordt misselijk en moet overgeven. Drie dagen lang voel je je ontzettend beroerd – dat was dus een 'verkeerde' mossel.
Mosselen die blijven drijven
Drijvende mosselen zijn niet altijd slecht: het kan bijvoorbeeld zijn dat ze bij het spoelen geschrokken zijn en zuurstof gehapt hebben. Door deze luchtbel in de schelp blijven ze dan drijven. Je kunt ze gewoon meekoken.
zoetwater mosselen en oesters zijn van gescheiden geslacht en planten zich uitsluitend geslachtelijk voort. De mannetjes hebben gelobde gonaden(geslachtorganen) in de uitstulpbare voet die uitmonden aan de uitstroomopening(sifon). Ze lozen hun zaad dan ook vrij in het water.
Mosselen nemen enkel zeewater op, geen melk. Maar melk wordt wel snel zuur, en als je je mosselen daarin laat weken, mag je die ook meteen weggooien.
Die kieuwen zijn bezet met ontelbare trilharen. Zodra de voedseldeeltjes de kieuwen raken worden ze opgenomen in slijm. Vervolgens worden de voedseldeeltjes door de trilharen naar de mond bewogen. Daar worden de eetbare deeltjes door twee mondflappen gesorteerd.
Mosselen worden meestal vacuüm verpakt. Als de mosselen net uit de verpakking komen, staan ze vaak een beetje open. Mosselen zien de verpakking als een beschermde omgeving en daardoor ontspannen ze zich.
Mosselen hebben een zilte, fris-zoete smaak. Mosselen kunnen op veel manieren bereid worden. Al is de klassieke wijze van klaarmaken met witte wijn, prei, ui, wortel en selderij natuurlijk het bekendst. Er zijn ook liefhebbers van rauwe mossels, maar de meeste mensen eten ze toch het liefst gekookt of gebakken.