Kleine dieren zijn relatief sterker dan grote dieren. Een mier kan wel 50 keer zijn eigen gewicht tillen. Mensen kunnen dat niet. Toch zijn de spieren van mieren niet sterker dan die van de mens.
Mieren praten met elkaar via speciale geurstoffen, de zogenaamde feromonen. Die geuren nemen ze waar met hun voelsprieten. Ze 'praten' met elkaar over voedsel, vijanden en taken in het nest. Als je twee mieren ziet die elkaars voelsprieten raken is de kans groot dat je getuige bent van een mierengesprek!
Wetenschappers hebben ontdekt dat de mier uitzonderlijk goed kan ruiken. De mier blijkt vier tot vijf keer meer geurreceptoren te hebben dan elk ander insect. Waarschijnlijk stellen die extra receptoren de mieren in staat om hun heel ingewikkelde sociale samenlevingen te vormen.
Bovendien poepen en plassen ze continu als ze lopen en die ontlasting is onhygiënisch. Als het bij je voedsel komt, kun je zelfs een voedselvergiftiging oplopen. En mierenkolonies kunnen behoorlijk uitdijen als ze zich eenmaal ergens hebben gevestigd.”
Hebben mieren hersenen? Als je alle hersencellen van 40.000 mieren samenneemt, verkrijg je de grootte van een menselijke brein. De hersenen van een mier tellen immers 250.000 hersencellen terwijl een menselijk brein er 10.000 miljoen telt.
Mieren hebben een hekel aan de geur van sommige planten, zoals lavendel, tomaten, afrikaantjes (Tagetes), boerenwormkruid, salie, bieslook, basilicum, oregano, rozemarijn, majoraan, knoflook, munt, lavas (maggikruid), brandnetel, varens en goudsbloem.
Mieren kunnen in ieder geval wel verdrinken. Ze hebben geen longen, maar kleine buisjes (trachea heten die) over hun lichaam waar zuurstof in komt. Als de buisjes door water worden afgesloten krijgt de mier geen zuurstof en gaat dood. Als hun nest geheel onder water komt hebben de mieren inderdaad wel een probleem.
Mieren hebben weinig natuurlijk vijanden, daarom kan een kolonie lang leven. Van de meest voorkomende mier, de tuinmier, leven de werksters (onvruchtbare vrouwelijke mieren) 2-3 jaar. De koningin kan 15 jaar oud worden. Vliegende mieren zijn gevleugelde vruchtbare mannetjes en jonge koninginnen.
Mieren hebben een hart, maar het bestaat niet uit een volledig circulatiestelsel met bloedvaten. Het is enkel een open samentrekbare buis die het bloed van het insect (de hemolymfe) in het insectenlichaam (dat begrensd is door een uitwendig pantser in chitine) rondstuwt.
Mieren houden niet van de geur van kaneel, nootmuskaat, kruidnagelpoeder, lavendel en koffiedrab. Ze zullen de plekken waar ze die geur ruiken dan ook verlaten en vermijden.
Een paar jaar geleden kwamen ze erachter dat volwassen mieren ook geluid kunnen maken. Zij beschikken over ribbels op hun achterlichaam, waar ze met hun achterpoten langs strijken, net als sprinkhanen doen. Bij de mieren geeft het een soort krassend geluid.
Mieren zijn nuttig voor onze ecosfeer omdat ze ook (schadelijke) insecten eten. Levende of dode insecten: het is maar net wat ze tegenkomen. Dode insecten in uw tuin (of in uw woning, als de mieren daar binnenkomen) worden in ieder geval opgeruimd. Daarnaast eten mieren ook de resten van (grotere) dode dieren.
Insecten hebben geen centraal zenuwstelsel, een voorwaarde om pijn te kunnen voelen. Daarom nemen wetenschappers aan dat insecten in ieder geval niet hetzelfde gevoel hebben als zoogdieren. Onderzoek toont aan dat insecten zich wel bewust zijn van beschadiging van hun lichaam.
Als de koningin doodgaat, komen er geen nieuwe mieren meer bij. Het mierenvolk sterft dan langzaam uit. Een mierenkolonie wordt gesticht door een bevruchte koningin. Ze is bevrucht tijdens de bruidsvlucht: gevleugelde mannetjes en koninginnen vliegen dan massaal uit om te paren.
Na de paring gaat ze op zoek naar een geschikte plek voor haar nest, daarna eet ze haar vleugels op vanwege de essentiële voedingsstoffen. Een mier heeft 2 magen, één voor zichzelf en één om andere mieren te voeden. De mier heeft 250 000 hersencellen, een menselijk brein 10 000 miljoen.
PREDATOREN. Gevleugelde mieren zijn geliefd bij bijna alle amfibieën, reptielen, vogels en vele, kleine, insectenetende zoogdieren. De wijfjes ('prinsessen') zitten vol vetten en eiwitten en zijn dus zeer gewild. De mannetjes kunnen zich niet verweren en doen nauwelijks pogingen om te vluchten.
Zowel de volwassen insecten als de larven of poppen zijn eetbaar. De insecten bevatten vergelijkbare voedingsstoffen als vlees. De smaak van mieren verschilt per soort, maar ze kunnen een beetje zuur en citrusachtig smaken. Ook de eitjes van mieren kun je eten.
In principe kunnen alle mierensoorten die in Nederland voorkomen bijten. Het verschil zit hem echter in hoe heftig de mier kan bijten. Zo merk je vrijwel niets van een mieren beet door de zwarte mier, maar een beet van een rode mier kan wel pijnlijk zijn.
Voedsel. Mieren gebruiken de geur onder andere om door te geven waar het voedsel zich bevindt. Doordat mieren de route doorgeven via hun geur gebruiken de andere mieren makkelijk hetzelfde pad op weg naar het voedsel. Wanneer de voedselbron op is, vervaagt de geur automatisch omdat de mieren er niet meer heen lopen.
Mieren hebben geen longen en geen oren
Deze syphonen zijn verbonden met een soort buizennetwerk die de zuurstof naar bijna iedere cel in het lichaam vervoeren. Door de bewegingen van de mier wordt de zuurstof door het lichaam gecirculeerd, waarna de kooldioxide door dezelfde buizen weer wordt afgevoerd.
Mieren bestrijden met kokend water
Het kokende water moet alle mieren bereiken, daarom is herhaling noodzakelijk. De mieren die in aanraking komen met het kokende water zullen direct sterven. Deze truc werkt extra goed volgens oma als je aan het kokende water een mix van citroenschillen toevoegt.
Voor mieren is borax dodelijk, want hun maagjes ontploffen erdoor. Om te zorgen dat mieren borax binnen krijgen kun je een mengsel maken van water, suiker en borax. Doop wattenbollen in het mengsel en leg ze, eventueel in doppen van frisdrankflessen, bij ingangen van het mierennest of op veelgebruikte looppaden.
Een mier is een klein dier en heeft daardoor veel natuurlijke vijanden. Denk hierbij aan mieretende slakken, kevers, rupsen maar ook andere mieren kunnen hun vijand zijn. Het komt voor dat sommige soorten elkaars kolonies infiltreren. Kleine mieren dringen binnen in tunnels van grote mieren en stelen hier voedsel.