Bij patiënten met risicofactoren voor het ontwikkelen van keelkanker zoals roken en alcoholgebruik is het goed om zelfs na 3 weken van klachten door te verwijzen. De KNO-arts kan vaak eenvoudig zien of er sprake is van keelkanker door met een flexibel slangetje via de neus de keel te onderzoeken.
Nicotine in je bloed kan worden opgespoord met tests die kwalitatief (kijken of nicotine aanwezig is) en kwantitatief (kijken hoeveel nicotine aanwezig is) zijn. Deze tests kunnen nicotine, cotinine en een ander afbraakproduct genaamd anabasine opsporen. Valspositieven voor nicotine komen vaak voor bij bloedonderzoek.
Tip 3: Rokende puber herkennen
Probeer signalen dat je puber rookt te herkennen. Een duidelijke aanwijzing is wanneer hij/zij lucifers of een aansteker bij zich heeft. Ook kun je het ruiken aan de adem of de kleding als je puber thuis komt.
De halfwaardetijd van nicotine is ongeveer 2-3 uur. Nicotine zelf is daarom slechts een paar uur in het bloed te traceren en binnen ongeveer twee dagen uit het lichaam verdwenen.
Het tast je slijmvliezen aan, die hierdoor beschadigd raken. Je reuk en je smaak worden er ook een stuk minder door en het kan stemklachten geven. Daarnaast kan het chronische neusklachten onderhouden, je kan er wondproblemen door krijgen en je gaat erdoor ruiken uit je mond.
Cotinine heeft een halfwaarde tijd van 24 uur. Na die tijd zit de helft van de cotinine nog in je bloed. Cotinine is tot twee dagen na het roken in de urine aantoonbaar. Als men zou willen nagaan of je gerookt hebt, wordt getest op cotinine.
"En als je twintig jaar lang een pakje per dag rookt, dan heb je twintig packyears", legt longarts Dekker uit. "Rook je die twintig jaar twee pakjes per dag, dan heb je veertig packyears. En vanaf twintig packyears beginnen de risico's op kanker te komen."
1 week gestopt: jouw lichaam is al bezig met herstellen!
Zijn je bloeddruk en hartslag omlaag gegaan, al 20 minuten na het roken van je laatste sigaret. Is de koolmonoxide verdwenen. Dit gebeurt al na 1 uur. Heb je meer zuurstof gekregen en beginnen de longen met opruimen.
Na 24 uur: longen beginnen reinigen, vaak hoest je veel slijm op. Na 48 uur: alle nicotine is uit je lichaam en je smaak- en reukvermogen verbeteren. Na 72: je hebt (als het goed is) meer energie en ademen gaat eenvoudiger.
10 jaar na je stopmoment is je kans op longkanker de helft kleiner en je kans op andere soorten kanker ook veel kleiner. Roken is slecht voor de vruchtbaarheid van vrouwen en mannen. Als je partner of jij rookt, is het moeilijker om zwanger te worden. Als je stopt, verbetert je vruchtbaarheid vaak weer.
Volgens hetzelfde onderzoek doet het roken van 1 sigaret per dag het risico op vroegtijdig overlijden stijgen met 64%. Dit percentage stijgt tot 87% voor wie tussen de 1 en 10 sigaretten per dag rookt. Dit sterftecijfer is vooral te verklaren door longkanker.
Door roken ontstaat schade aan cellen door een toename van vrije radicalen in de huid. Ook collageen en elastine worden beschadigd met als gevolg een slappe huid en rimpels. De meest bekende rimpels bij rokers zijn de zogenaamde rokers lijnen.
Lange tijd werd gedacht dat schade aan de longen blijvend en onomkeerbaar was. Uit recenter onderzoek blijkt echter dat dit niet waar is. Ondanks dat er schade kan blijven bestaan, herstellen de longen beter dan aanvankelijk werd gedacht. Dit komt omdat nooit alle longcellen beschadigd raken door het roken.
Ze zijn zwart en verschrompeld. De gevolgen van roken worden hier pijnlijk zichtbaar. Je hoeft geen dokter te zijn om te zien dat deze longen ongezond zijn. Deze zwarte kleur en longschade worden veroorzaakt door giftige stoffen, zoals teer, die rokers bij elke sigaret binnenkrijgen.
Naar schatting haalt 23 procent van de rokers die hun hele leven zwaar roken de leeftijd van 65 jaar niet. Van de lichte rokers overlijdt 11 procent, van de niet-rokers 7 procent vóór de 65-jarige leeftijd. Van zware rokers is de levensverwachting gemiddeld 13 jaar korter dan van mensen die nooit hebben gerookt.
De meeste kettingrokers zijn te vinden in de leeftijdscategorie van 50 tot 55 jaar. Bijna een kwart van de rokers in deze groep rookt een pakje of meer per dag. In de groep rokers onder 30 jaar doet nog geen 10 procent hen dat na.
Kans op hart- en vaatziekten bij 1 sigaret per dag
Iemand die 1 sigaret per dag rookt, loopt dus nog steeds een veel groter risico om hart- en vaatziekten te krijgen dan een niet-roker. Dit, terwijl hart- en vaatziekten al relatief veel voorkomen bij niet-rokers.
Meestal zijn de derde en vierde dag na het stoppen met roken het ergste. Dat wil zeggen dat men dan het meeste last heeft van ontwenningsverschijnselen. Na een paar weken hebben de meeste mensen geen last meer van ontwenningsverschijnselen.
Minder roken maakt het risico op longziekten en longkanker kleiner dan bij veel roken. Er zijn minder ontstekingen van de bronchiën en longcellen staan minder bloot aan kankerverwekkende stoffen. Het risico wordt echter niet weggenomen. Het risico op hart- en vaatziekten neemt ook af.
Het aantal rokers in Nederland neemt af
2,7% van de bevolking is een zware roker: zij roken 20 of meer sigaretten of shagjes per dag.
Goed om te weten: als je stopt met roken, kan een te lage dosis nicotine de oorzaak van je vermoeidheid zijn. De tabakologen van Tabakstop staan klaar om je meer uitleg te geven. Je kunt ze contacteren op het gratis nummer 0800 111 00.
Er waren zes groepen: zware rokers (15 sigaretten of meer per dag), rokers die zich matigen (die minstens 50 procent minder sigaretten per dag zijn gaan roken dan de zware rokers), lichte rokers (1 tot 14 sigaretten per dag), rokers die gedurende het onderzoek stopten, mensen die voor de start van het onderzoek al ...
Na 1 dag beginnen de longen met het opruimen van slijm en andere resten van het roken. Na 2 dagen is er geen nicotine meer in het lichaam. Na 2 dagen is het smaak- en reukvermogen aanzienlijk verbeterd. Na een paar dagen gaat het ademhalen gemakkelijker, je krijgt meer energie.
Binnen drie dagen na het stoppen met roken, zul je makkelijker kunnen ademen. Dat komt omdat de luchtwegen in de longen zijn gaan ontspannen en dus meer opengaan. Dat maakt de luchtuitwisseling tussen kooldioxide en zuurstof gemakkelijker.