Tussen de vijf en tien jaar leren kinderen zelfstandig lezen. Dit gaat stap voor stap. Eerst om klanken en letters te herkennen, daarna om woorden en makkelijke zinnen te lezen. Uiteindelijk leren ze sneller lezen en gaan ze steeds meer begrijpen van wat ze lezen.
Je kleuter kan al lezen. Is hij hoogbegaafd? Sommige kinderen kunnen al lezen lang voordat ze in groep 3 zitten. Als jouw kleuter al leest, vraag je misschien af of je zoon of dochter hoogbegaafd zou kunnen zijn.
Een 5-jarige zou korte klinkerwoorden moeten kunnen lezen zoals: ham, hat, lad, pet, vet, Ben, him, nip, wit, hop, Bob, dot, cup, fun, pup . Houd in gedachten dat ik het heb over een 5-jarige die al een paar maanden naar de kleuterschool gaat. Als uw 5-jarige nog niet naar de kleuterschool is gegaan, is deze inhoud (nog) niet voor u.
Voor kinderen in deze leeftijd gaat er een wereld open als ze leren lezen. Ze gaan opeens van alles om zich heen begrijpen: verkeersborden, naamborden, menukaarten, ga zo maar door. Maar ook voorlezen blijft leuk en belangrijk! Voor kinderen in deze leeftijd gaat er een wereld open als ze leren lezen.
Rond deze leeftijd leren de meeste kinderen veel nieuwe dingen. Grove motoriek (grote bewegingen), zoals fietsen en zwemmen, en fijne motoriek (kleine bewegingen), zoals tekenen en eten met mes en vork. Ze kunnen zichzelf goed aankleden. Veters strikken is vaak nog moeilijk.
Op 5-jarige leeftijd kunnen de meeste kinderen hun handen en vingers (fijne motoriek) gebruiken om: Driehoeken en andere geometrische vormen te kopiëren. Een persoon te tekenen met een hoofd, een lichaam, armen en benen. Zichzelf aan- en uitkleden.
Mijlpalen van je kind van 5 jaar kan:
tellen tot 20 en terug. de cijfers 1 t/m 10 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op en hoeveelheden t/m 12 vergelijken en ordenen (meer, minder, verschil, alles) en schatten.
Er is geen eenduidig antwoord op deze vraag, aangezien leesvaardigheden per kind sterk kunnen verschillen. Volgens het National Reading Panel (NRP) beginnen de meeste kinderen echter rond de leeftijd van 6 tot 7 jaar met lezen. Terwijl sommige kinderen al op 4 tot 5 jaar oud leren .
Van de zevenjarigen – beginnende lezers – leest 68% vrijwel dagelijks een boek in de vrije tijd. Aan het eind van de basisschool, op twaalfjarige leeftijd, is dat met de helft gedaald (naar 35%). Het aantal kinderen dat nooit voor het plezier een boek leest, wordt in deze periode juist vijf keer zo groot.
Deze fijn motorische ontwikkeling wordt in de loop van de jaren steeds verfijnder, en in combinatie met de rijping van het brein is een kind rond de leeftijd van 6 jaar klaar voor het leren lezen en schrijven.
Het is geen reden tot bezorgdheid als uw vier- of vijfjarige nog niet kan lezen , maar u kunt ze thuis waar nodig een zetje geven, door activiteiten te doen die gericht zijn op plezier. Praat met de leerkracht van uw kind over wat uw kind op school doet en hoe u dit thuis kunt ondersteunen.
onder de oudere dan onder de jongere kinderen. Vier procent van de leerlingen die bijna 6 worden, kan makkelijke woorden op zicht lezen, vergeleken met 1 procent die dit kan onder leerlingen die bijna 5 worden of die 5 zijn geworden in de afgelopen 4 maanden (geboortes van mei tot augustus).
Op vijfjarige leeftijd kan het merendeel van de kinderen nog niet vloeiend lezen . Veel van hen zullen alle letters van het alfabet kunnen identificeren en ze zullen de bijbehorende klanken kennen. Ze zullen waarschijnlijk ook hun naam in druk kunnen herkennen.
Kunnen tot tien makkelijke en bekende woorden lezen, zoals 'kat' en 'hond' , en een paar simpele boeken lezen. Ze kunnen misschien korte woorden kopiëren en een paar bekende woorden zonder hulp schrijven.
Belangrijke deelkenmerken van hoogbegaafdheid die je bij hoogbegaafde kinderen kunt herkennen zijn in ieder geval de volgende: nieuwsgierigheid, voorsprong in ontwikkeling, goed geheugen, leergierigheid, creativiteit, asynchrone ontwikkeling, complex denken, hooggevoeligheid en een sterk rechtvaardigheidsgevoel.
Lezen heeft een bewezen positief effect op woordenschat, spelling, begrijpend lezen en schrijven. Kinderen die minimaal 15 minuten lezen per dag, lezen 1.146.000 woorden per jaar. Hun woordenschat kan met 1000 nieuwe woorden per jaar groeien.
Tussen de vijf en tien jaar leren kinderen zelfstandig lezen. Dit gaat stap voor stap.
Leesgedrag heeft onder meer te maken met kiezen voor lezen in plaats van andere activiteiten en dit langere tijd willen doen. Het hangt samen met leeshouding en de verwachting van lezen. Daarnaast gaat het om het vermogen literatuur te lezen, te begrijpen en te waarderen.
Oudere mensen zijn over het algemeen ferventere lezers dan jongere mensen. 65-plussers besteden per dag een uur en 22 minuten aan lezen, terwijl dit onder 13- tot 19-jarigen 14 minuten is.
Sommige kinderen leren lezen in de kleuterklas, terwijl andere kinderen al lezend naar de kleuterklas gaan. Maar veel kinderen zijn nog niet klaar om te lezen als ze vier of vijf jaar oud zijn .
Vanaf hun zesde gebruiken kinderen al veel taal. Ze kunnen meestal goed duidelijk maken wat ze willen. Op de basisschool leren ze steeds meer woorden. Ook leren ze lezen en schrijven.
Op 6-jarige leeftijd kunnen de meeste leerlingen in groep 1: Bekende verhalen lezen en navertellen . Verschillende manieren gebruiken om te helpen bij het lezen van een verhaal, zoals opnieuw lezen, voorspellen wat er gaat gebeuren, vragen stellen of visuele aanwijzingen of afbeeldingen gebruiken. Zelf beslissen om lezen en schrijven voor verschillende doeleinden te gebruiken.
Getalbegrip op kleuterniveau houdt in dat kleuters zich ervan bewust zijn dat een getal meerdere betekenissen of functies kan hebben. Ze begrijpen de betekenis van de getallen tot tien en hoe kleine hoeveelheden zich tot elkaar kunnen verhouden.
Je 5-jarige nu
De meeste 5-jarigen kunnen getallen tot en met tien herkennen en schrijven. Oudere 5-jarigen kunnen misschien tot 100 tellen en getallen tot en met 20 lezen. De kennis van relatieve hoeveelheden van een 5-jarige neemt ook toe. Als u vraagt of zes meer of minder is dan drie, weet uw kind waarschijnlijk het antwoord.