14 februari 2022 Patiënt hoeft geen contrastvloeistof meer te drinken voor een CT scan. Vanaf 14 februari hoeven patiënten geen contrastvloeistof meer te drinken voordat ze een CT-scan krijgen in Ziekenhuis Rivierenland.
Voor de meeste CT-onderzoeken is het gebruik van contrastvloeistof nodig. Deze vloeistof maakt organen beter zichtbaar op de scan. De meeste mensen krijgen het warm of worden een beetje misselijk. Binnen een paar uur plast u de vloeistof weer uit.
“Ik raad iedereen aan om een behandeling te weigeren, als er niet voldoende informatie over de contrastmiddelen wordt gegeven, zodat je het risico kunt overzien. In elk geval moet men de hoog-osmolaire middelen weigeren. Dikwijls is een onderzoek met deze middelen helemaal niet nodig.
Het onderzoek
Het apparaat maakt, in tegenstelling tot andere röntgenapparaten, doorsnedefoto's. Hiermee krijgt de arts informatie over de vorm, de ligging en de structuur van uw organen en weefsels. Het onderzoek met een computertomograaf is pijnloos. Er wordt wel röntgenstraling bij gebruikt.
Wat kun je uit een CT-scan afleiden? “Je kunt interne organen bekijken zoals longen, lever, hart of hersenen.Maar ook botstructuren, breuklijnen, prothesemateriaal en gewrichten zijngoed zichtbaar. Bovendien kun je met een scan bekijken waar een bepaalde afwijking in een orgaan zich bevindt.
Een CT-scan wordt gebruikt om te zien waar de tumor precies zit, hoe groot deze is en of er nog meer afwijkingen zijn.
We doen dit onderzoek om te kijken of iemand een bepaalde aandoening heeft. Bijvoorbeeld een abces, verwijd bloedvat, gebroken bot, bloeding, tumor, galsteen, niersteen of ontsteking. Met een CT-scan kunnen we ook controleren wat het resultaat is van een behandeling zoals een operatie of een medicijnenkuur.
Onderzoek met contrastmiddel
Jodiumhoudende contrastvloeistof kan schadelijk zijn voor uw nieren. Daarom is het voor dit onderzoek van belang dat uw nieren goed werken. Anders gezegd: uw nierfunctie moet goed zijn.
Een CT-scan wordt vaak gebruikt bij het opsporen van ziektes. Een nadeel van een CT-scan is dat patiënten tijdens deze scans worden blootgesteld aan straling.Dit kan mogelijk stralingsgerelateerde tumoren veroorzaken.
Een CT-scan geeft een arts een compleet overzicht van bijvoorbeeld het gehele boven- en onderlichaam. Een MRI daarentegen laat meestal maar een beperkter deel van het lichaam zien, bijvoorbeeld alleen de onderbuik en toont organen meer op detailniveau.
Bij enkele MRI onderzoeken is het nodig om contrast toe te dienen. In onderstaande informatie kunt u meer lezen over het contrastmiddel, de voorzorgsmaatregelen en mogelijke bijwerkingen. Het MRI Centrum maakt gebruik van het contrastmiddel Gadovist dat gadobutrol bevat.
Het toedienen van intraveneus contrast (gadolinium) bij MRI-onderzoeken gebeurt niet standaard, óók niet in de reguliere ziekenhuiszorg. Soms is er echter een reden om wél gadolinium toe te dienen.
Om de urinewegen goed zichtbaar te maken moet u in het uur voor het onderzoek een liter water drinken. Dit mag u onderweg naar het ziekenhuis doen. U kunt ook een uur voor uw afspraak 2 flesjes water ophalen bij de balie van de afdeling Radiologie. Dit kunt u in de wachtkamer opdrinken.
Een PET-scan wordt gebruikt om te zoeken naar kwaadaardige tumoren en de uitzaaiingen daarvan, en om de evolutie ervan te volgen.
Contrastvloeistof kan allergische reacties veroorzaken zoals: jeuk, galbulten en verkleuring van de huid. De afdeling radiologie heeft medicijnen om dergelijke reacties direct tegen te gaan. Contrastdrank geeft soms bijwerkingen zoals misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, hoofdpijn en galbulten.
Omdat het jodiumhoudende contrastmiddel braakneigingen kan teweegbrengen, moet u nuchter zijn.
Als u beweegt bestaat de kans dat de scan mislukt. Gedurende het onderzoek ligt u alleen in de onderzoeksruimte. Reden hiervoor zijn de röntgenstralen. Röntgenstraling is niet schadelijk wanneer er af en toe röntgenbeelden worden gemaakt.
Is het onderzoek pijnlijk? Het onderzoek is niet pijnlijk. Het contrastmiddel kan een warm gevoel geven dat door het lichaam trekt. Ook kan u het gevoel hebben dat u plast.
Het lichaamsdeel waarvan de CT-scan wordt gemaakt, ligt in het midden van de ring. U moet stil blijven liggen tijdens het onderzoek. Het onderzoek doet geen pijn. U ligt ongeveer 5 tot 15 minuten in de CT-scanner.
Na ontsmetting van de huid prikt de radioloog in het gewricht en spuit de contrastvloeistof in. Dit kan een gespannen gevoel veroorzaken. Deze behandeling duurt ongeveer 20 minuten.
U krijgt contrastvloeistof toegediend via het infuus in de arm. Deze vloeistof kleurt de bloedvaten, waardoor deze zichtbaar worden op de CT-afbeelding. Van dit contrastmiddel kunt u over uw hele lichaam een warm gevoel en een vieze smaak in de mond krijgen. Deze verschijnselen verdwijnen na een paar minuten.
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling informatie over de structuur van weefsels.Een PET-scan geeft juist een beeld van de stofwisseling van weefsels. Ook voor patiënten met kransslagaderlijden is het apparaat een belangrijke aanwinst.
De röntgenstralen geven een zwart, grijs of wit computerbeeld: weefsels die veel röntgenstralen absorberen geven witte beelden, terwijl weefsels die weinig straling absorberen zwarte beelden laten zien. CT-gegevens kunnen met een computer worden omgezet in een driedimensionale reconstructie van de hersenen.
Het onderzoek duurt ongeveer 2 tot 5 minuten, afhankelijk van het soort onderzoek en het te onderzoeken lichaamsdeel. De voorbereidingstijd en nazorg kunnen variëren van een half uur tot een uur. Een verpleegkundige neemt de CT-scan.