Een boot heeft geen remmen. Remmen doe je door de motor stil te leggen. Of door achteruit te varen. Een boot ligt in en glijdt over het water.
Als je pech op het water krijgt, maar niet in gevaar bent, bel je niet de kustwacht of 112. Net als met pech langs de weg, bel je de alarmcentrale van een hulpverlener die hier in gespecialiseerd is. Per regio zijn er verschillende bedrijven die je bij waterpech kunnen helpen.
De meeste boten gebruiken een roerblad om te kunnen sturen. Dit roerblad kan je naar bakboord (links) en naar stuurboord (rechts) bewegen.
Remmen met een zeilboot doe je door acuut vaart te minderen. Doet zich een situatie op het water voor waarbij je wilt remmen, dan stuur je de boot in de richting van de wind. Je haalt daardoor de wind uit de zeilen, hierdoor zal de boot vaart minderen.
Gashendel boot met trim: een trimknop op de gashendel voorkomt dat de hendel beweegt door trillingen van de motor. De werking van een gashendel met trim is iets anders dan een hendel zonder trim: wanneer je de boot in z'n vooruit, achteruit of in de neutraalstand wilt zetten, drukt je de knop in tijdens het schakelen.
Zonder vaarbewijs mag je niet varen in een boot die harder KAN (dus niet gaat, maar KAN) dan 20 km/u. Als je deze laat begrenzen, moet hier een certificaat bij, zoals aangegeven door politie & justitie. Dit "begrenzen" gebeurd "traditioneel" bij de gashendel.
Uw schip wordt aangedreven door een vaste schroefas* die vanaf de motor door middel van een keerkoppeling via de schroefaskoker naar buiten gaat. Aan het einde van de schroefas zit een propeller die door het ronddraaien zorgt voor het vooruit duwen van het schip.
Boordtoilet - Dit is de plaats waar de wc zich bevindt, in het Engels ook wel head genoemd.
1> vaste slaapplaats aan boord van een schip.
Om te zeilen in de richting waar de wind vandaan komt, moet de boot zigzaggen, of een aantal keren overstag gaan. Hoe hoger een boot op de wind vaart, hoe langzamer hij vooruit komt. De zeiler kan de snelheid opvoeren door bredere zigzagbewegingen in een grotere hoek tot de wind te maken.
Varen moet je leren, het vergt vaardigheden en ervaring. Je moet kunnen aanleggen, met wind, golven en stroom weten om te gaan. Je schip in de hand kunnen houden in havens, sluizen en bij bruggen. Weten wat borden en boeien betekenen, en wat je moet doen als je andere schepen tegenkomt.
Varen zonder vaarbewijs
Wanneer kun je zo het water op? Je kunt varen zonder vaarbewijs op een boot met een maximale snelheid van 20 kilometer per uur en/of met een lengte van maximaal 15 meter. Overschrijdt de boot één van deze richtlijnen, dan moet je examen doen voordat je hier als schipper mee het water op gaat.
Kortom, bij het achteruitvaren:
hou de manouevre eenvoudig: vaar achteruit in een rechte lijn. blijf 'gewoon' sturen tot je schip stilligt, geef pas roer voor deinzend schip als je vaart achteruit door het water hebt. het schip volgt de richting van het roerblad. blijf altijd vrij van de helmstok.
De jaarlijkse kosten voor het hebben van een boot bedragen ongeveer 10% van de waarde van de boot. Hoewel 5 of 6% een realistischer waarde zou kunnen zijn, hangt dit sterk af van de boot, waar en hoe u vaart en hoe u de meerjarige kosten spreidt over de levensduur van de boot.
Het deinen van de boot op de golven heeft op veel mensen een rustgevend effect. Varen kan daardoor ook een hele meditatieve ervaring zijn: eenmaal op het water hoef je helemaal nergens anders meer aan te denken dan het hier en nu. Met deze tijd kun je toch niets anders doen, dus geef je over en geniet.
Sturen bij hoge golven: De stuurman zorgt ervoor dat de boot zo goed mogelijk dwars op de golven komt te liggen. (Dit betekent dat de golven dwars op de boot afkomen; de boot ligt dus evenwijdig aan de golfkammen.) De stuurman moet op tijd beslissen hoe hij de golven gaat opvangen.
Het stuur laat het roer bewegen in de juiste richting. Het roer zorgt er dan weer voor dat de boot kan sturen. De vorm van de bouw van de boot. Je hebt bijvoorbeeld een ronde rompvorm (rondspant) of een rompvorm met een knik erin (knikspant).
Vrachtschepen: Als de stuurhut achterop staat zie je meteen hoe het schip reageert. Daarnaast wordt op die manier alle techniek makkelijker. De afstand tussen de motor, de besturing enz is korter wanneer de stuurhut achterop zit.
Sinds 2009 hebben pleziervaartuigen met een toilet aan boord de verplichting om ook een vuilwatertank aan boord te hebben, om daarin ontlasting op te vangen. Zeilboten en motorboten moeten die tank legen bij speciale inzamelpunten in jachthavens, maar aan die verplichting lijken zich maar weinig mensen te houden.
Voor het doorspoelen wordt er een balgpomp of moderne zuigerpomp gebruikt, welke bij bediening het verse water de pot in pompt. De vanouds beproefde balgpomp werkt als een blaasbalg en pompt bij het indrukken water in de toilettrechter. Bij het loslaten vult de balg zich opnieuw met water.
Jazeker! De catamarans hebben 2 marine toiletten aan boord en Kailani heeft 1 marine toilet. 26Zijn er toiletten op Klein? Nee, er zijn verder geen toiletten aan land.
Op het water geldt voor snelle motorboten een landelijke maximumsnelheid van 20 km/h, tenzij ter plekke iets anders is aangegeven. Er zijn veel plaatsen waar de snelheid afwijkt. Op brede rivieren en grote meren mogen kleine schepen vaak sneller varen.
Het roer. Een schip laat je draaien door het achterschip opzij te sturen met behulp van het roer. Een voorbeeld: je vaart vooruit en wilt naar links (bakboord) draaien. Je draait het stuurwiel dan naar bakboord ("bakboord roer geven"), waardoor het roerblad naar bakboord gaat.