Dit gebeurt vooral bij extreem warm weer. Als zij dan vaak en veel water krijgen, dreigt een ander probleem. Dan wordt de bodem te nat en wordt de zuurstof uit de grond rond de wortels verdreven. Het gevolg is dat de boom of struik dan verdroogt door verdrinking.
Bomen en vruchten/fruit: de wateropname van bomen is zeer temperatuur- en klimaatafhankelijk ook de grootte van de boom speelt een belangrijke rol in het dagelijkse waterverbruik. Er is hier steeds uitgegaan van een volwassen boom. 260 en 400 liter per dag met een maximum van 1000 liter.
Geef 2 jaar lang water vanaf het moment dat de boom in blad komt tot het moment dat hij in rust gaat. Na deze 2 jaar is het nog steeds van belang dat bij droogte of hitte wel extra water gegeven wordt. Groenblijvende bomen en naaldbomen hebben het hele jaar door vocht nodig.
Houd de kluit vochtig, maar geef niet teveel water! Als de standplaats voortdurend kletsnat is zullen de wortels gaan rotten, met als gevolg dat de boom uiteindelijk dood zal gaan.
Een gemiddelde boom kan per dag 100 liter water verdampen via het enorme oppervlak van zijn bladeren. Een hectare bos kan veel meer dan 1000 hectare bladoppervlak dragen.
Bomen verdampen water via de huidmondjes van hun bladeren. Dit proces wordt transpiratie genoemd. Het verdampen van water kost energie en zorgt voor verkoeling van de omgeving. Ook geven de bladeren schaduw.
,,Elke beuk neemt per jaar 27.000 liter water op en geeft die weer af door verdamping. En hier voor de deur van het kantoor zorgen ze in de zomer voor verkoeling. Eén boom is goed voor tien airco's.” De cijfers voor de vergelijking worden gegeven door Henk Adema van de Bomenwacht Oost-Gelre.
Bomen met blote wortel vallen buiten de garantieregeling. Bomen met een kluit gebruiken het 1e groeiseizoen om hun wortelgestel uit te breiden en zich vast te zetten in de grond. Doorgaans hebben deze bomen meer en groter blad dan de bomen met blote wortel. Van veel lengte of dikte groei is echter nog geen sprake.
Plant een boom nooit te diep. Hoe dieper geplant, hoe vochtiger de grond is. De wortels komen dan in het grondwater te staan. Weinig lucht in de grond en de boom gaat dan langzaam dood.
Dit zijn o.a. Acer negundo, Acer saccharinum, Alnus incana, Betula nigra, Betula pubescens, Carpinus betulus, Carya spec., Euonymus europaeus, Fraxinus pennsylvanica, Liquidambar styraciflua, Platanus x hispanica, Salix alba, Salix sepulcralis 'Chrysocoma'.
Waarvoor dienen deze buizen eigenlijk? Misschien raad je het al: het heeft te maken met het bewateren van de boom. Zo'n buis gaat vaak een stukje de grond in en vormt een soort cirkel rondom de kluit van de boom. Als je water in de buis doet, krijgen de wortels overal water.
Planten met blote wortels kan je nog 14 dagen op een koele plek bewaren mits je ervoor zorgt dat de wortels niet uitdrogen. Langer dan 14 dagen kan uitdroging en afsterven van de wortels tot gevolg hebben. Moet je de planten toch langer bewaren?
Als derde vuistregel geldt dat de meeste volwassen perenbomen in de zomer bijna de helft van de jaarlijkse watervoorziening nodig hebben. Aan de andere kant moet overmatige irrigatie worden vermeden, omdat dit zeker zal leiden tot wortelrot.
Bomen spelen in de stad een belangrijke rol bij het matigen van extreme temperaturen. Ze verdampen water via de huidmondjes van hun bladeren, een proces dat transpiratie wordt genoemd. Die verdamping kost energie en zorgt voor verkoeling van de omgeving. Bovendien zorgen de bladeren voor schaduw.
De bomen nemen voedingsstoffen op uit het water en slaan die op in hun biomassa. Een plantage van een hectare bestaat uit 15.000 wilgenstoven, waar elke twee, drie of vier jaar de scheuten worden geoogst. Vervolgens groeien er weer nieuwe scheuten.
'Een oude beuk heeft per dag 1.000 liter water nodig'
bij de meeste bomen zitten de wortels helemaal niet zo diep. Het merendeel van de boomwortels bevindt zich in de bovenste 50- 100 cm van de grond. Dit zijn de voedingswortels van de boom, ze zijn niet dik en groeien vooral horizontaal.
De plantdiepte (ondiepte)
De meest gemaakte fout bij het planten van een boom is dat hij te diep in de grond komt. Zet de boom even diep dan hij op de kwekerij stond. Bij twijfel zo hoog mogelijk aanhouden. Beter de boom 5 cm hoger planten dan 2 cm dieper.
Graaf een ruim plantgat, minstens 1,5 keer zo groot als de kluit van de boom, maar liefst nog wat ruimer. De grond moet goed los zijn (gebruik een riek of spitvork), verbeter uitgegraven aarde met Vivimus. Plaats een boompaal (zie hieronder) voor het planten, zo worden de wortels niet beschadigd.
Sommige bomen sterven af na kap, bij sommige soorten bomen loopt de stobbe weer uit om weer een levensvatbaar geheel te vormen.
De paal moet minimaal 30 cm in de vaste bodem onder de plantplaats (onder in het plantgat) worden aangebracht. Plaats de boompalen niet volledig verticaal, maar enigszins schuin naar buiten (van de boom af).
In de wet is geregeld dat de eigendom van de grond mede de met de grond verenigde beplantingen omvat. Dat brengt dus mee dat bomen waarvan de stam op een erfgrens staan, als 'met de grond verenigde beplantingen' toebehoren aan de eigenaren van beide percelen gezamenlijk.
Een olifant kan meer dan 200 liter water per dag drinken. Dat doet hij door 5 tot 10 liter water per keer in zijn slurf op te zuigen en vervolgens in zijn bek te spuiten.
De beuk blijkt minder droogtegevoelig dan gedacht. De beuk heeft een geheim wapen achter de hand, hij kan niet enkel vocht opnemen met zijn wortels, maar ook via zijn bladeren1. Toch verschijnen er de laatste jaren regelmatige krantenkoppen met als doemtitel “De beuk is de pineut” of “Het wordt te warm voor de beuk”.
Bij niet-drachtige zeugen varieert de waterbehoefte tussen 8 en 12 liter per dag. Tijdens de lactatie hebben ze meer water nodig, ongeveer 1,5 liter extra per big. Een zeug met tien biggen heeft daarom zo'n 25 liter water per dag nodig.