De bestuiving tussen twee fruitbomen moet wel gebeuren tussen bomen van dezelfde soort: een appelboom kan bijvoorbeeld geen kersenboom bestuiven (en omgekeerd.) Goed om te weten: bepaalde sierbomen zoals sierappels of sierkersen kunnen ook stuifmeel leveren aan vruchtdragende soorten.
Het is dus verstandig meerdere fruitbomen van één soort bij elkaar te planten, zodat de insecten de bloesem kunnen bestuiven. Hieronder vindt u de bestuivingslijst van de verschillende fruitbomen. Achter de fruitboomsoort staat door welke andere fruitbomen deze bestoven wordt.
Een appelboom en een perenboom kunnen elkaar niet bestuiven. Bestuiving is wel van belang om fruit te kunnen plukken, want zonder bestuiving komen er na de bloei geen vruchten in de boom.
Een zelfbestuivende boom kan zijn eigen bloesems bestuiven en zo fruit geven zonder dat er andere kersenbomen in de buurt staan. Een boom waarbij dit niet mogelijk is, is afhankelijk van kruisbestuiving door een andere kersenboom. Kruisbestuiving brengt altijd meer vruchten dan zelfbestuiving.
De boomspiegel is de ruimte rondom de boomstam die meestal vrij wordt gehouden. Via de boomspiegel krijgen de wortels voldoende lucht en water. Deze ruimte onder de boom kunt u goed beplanten; dubbel plezier van hetzelfde stukje aarde!
De Prunus cerasus (zure kers) geeft na twee jaar de eerste vruchten en de Prunus avium na vier jaar.
Vaste planten zijn makkelijker te plaatsen aangezien zij minder (water en voeding) nodig hebben. Maar ook sierheester kunnen goed onder de boom geplant worden. Bij zeer schaduwrijke boomspiegels kunt u het beste kiezen voor struiken zoals: de broodboom,hulst, taxus, klimop of een braam.
Er zijn kersenrassen welke in meer of mindere mate zelfbestuivend zijn maar er zijn ook rassen die kruisbestuiving met andere ongeveer gelijktijdig bloeiende rassen nodig hebben voor een goede vruchtzetting. Het zou dus best kunnen dat je een kersenboom hebt waarbij kruisbestuiving met een ander ras noodzakelijk is.
Voor een goede vruchtdracht moet een appelboom in principe bestoven worden door een ander ras. Als er geen appelbomen in de buurt groeien, is het raadzaam om zelf meerdere rassen te planten. Is dit niet mogelijk, bestaan er ook een aantal zelfbestuivende appelrassen.
Antwoord: Nee, u hoeft niet altijd 2 appelbomen te hebben om toch appels te kunnen oogsten. Kies voor een zelfbestuivende appelboom als u maar één appelboom wilt.
Dit komt doordat de bloemen van deze bomen mannelijk of vrouwelijk zijn en het stuifmeel van de mannelijke bloemen naar de vrouwelijke bloemen overgebracht moet worden om vruchten te produceren. Dit proces wordt bestuiving genoemd. Voorbeelden van niet-zelfbestuivende fruitbomen zijn appels, peren, kersen en pruimen.
Wat is een zelfbestuivende boom. Een zelfbestuivende boom heeft geen andere boom nodig op vruchten te krijgen. Het stuifmeel moet van de ene bloem naar de stamper van de ander bloem aan dezelfde boom gaan. Bijen helpen hierbij!
Hoever moeten fruitbomen uit elkaar staan? Voor hoogstam moet 8 tot 10 m afstand tussen de bomen gerespecteerd worden, voor halfstam 4 tot 6 m en voor laagstam 2 tot 4 m. Sommige fruitsoorten zoals kweepeer, pruim en perzik nemen als hoogstam minder plaats in dan appel en peren in hoogstamvorm.
Verse meststoffen
Verse mest zoals verse paardenmest of kippenmest mag nooit gebruikt worden bij fruitbomen. Hoewel deze meststoffen ideaal kunnen zijn voor een groentetuin zijn deze echt te scherp voor fruitbomen en bessenstruiken en resulteert dit vrijwel zeker in wortelverbranding.
Kersenbomen hebben een voorkeur voor een standplaats in volle zon, het liefst op het zuiden. Dat is belangrijk voor de vorming van hun bloesems en vruchten. De hoogte is afhankelijk van de soort. Zo kan de zure kers (Prunus cerasus) 7 tot 8 meter en de zoete kers (Prunus avium) 20 meter hoog worden.
Onder de appelboom
Goudsbloemen en Afrikaantjes hebben een gunstige invloed op het bodemleven. Je kunt ook in het najaar narcissenbollen in de grond stoppen. De bollen weren woelratten en geven in het voorjaar veel kleur, als de boom verder nog kaal is.
1: De ideale standplaats: Hier voelt de kersenboom zich het prettigst. Een kersenboom in de tuin planten betekent voldoende ruimte hebben. Afhankelijk van de variëteit kan een kersenboom 10 tot 50 vierkante meter in beslag nemen. De plaats moet zo worden gekozen dat hij de hele dag van de volle zon kan genieten.
Hoe groter de pot, hoe meer ruimte er voor de wortels zal zijn, en hoe groter de boom kan groeien. Geef in de zomer je kersenboom veel water. De boom heeft het nodig om het fruit sappig te maken. Als je kersenboom zijn vruchten laat vallen, komt het door een tekort aan water.
Om de kersenboom goed te kunnen verzorgen, heeft een gemiddelde fruitboom 30/40 liter water per week nodig. Dit klinkt even heel veel, maar in het najaar en voorjaar hoeft u zich in Nederland geen zorgen te maken. De boom absorbeert genoeg vanuit de grond. In de zomer wordt het anders.
Appelbomen zijn niet zaadvast. Daarnaast duurt het minimaal 4 jaar voor een appelboom überhaupt vruchten kan gaan geven. De kans is groot dat de appeltjes niet zo lekker zijn. Meestal heeft een appelboom nog wat jaren nodig om goed uit te kunnen groeien en te kunnen wortelen in de bodem.
Je kan beginnen te snoeien in oktober/november en van half april tot half september. Wanneer het niet al te koud is in oktober – november kan je snoeien. Een fruitboom staat op dat moment even stil qua groei. Dat betekent dat de sapstromen niet vloeien en dat de boom niet doodbloed wanneer je deze snoeit.
Een goede bestuivende Kersenboom met een heerlijke smaak zijn bijvoorbeeld Kordia, Regina en Stella. Voor de kruisbestuivende Kersenbomen kunt u denken aan de Varikse Zwarte en de Dubbele Meikers.
Zelfbestuiving bij kersenbomen is een natuurlijk proces waarbij de bloemen van een kersenboom bevrucht worden door hun eigen stuifmeel, in plaats van door stuifmeel van een andere kersenboom. Dit kan gebeuren wanneer de bloemen van een enkele kersenboom zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen bevatten.