De lengte van de draad de dikte van de draad en de soortelijke weerstand van de draad bepaalden samen met de stroomsterkte en de spanning het uiteindelijke vermogen dat bij eenzelfde lengte van de koperdraad aan het einde van die draad nog over was Op de korte afstand bleek dat 220 V er beter vanaf kwam dan 110 V.
Tesla had ingeschat dat 240 volt een goed compromis zou zijn voor de opwekking van wisselstroom (AC, alternating current). Hierdoor kwam Tesla in conflict met de Amerikaan Thomas Edison (tweede foto), die zich aan het toeleggen was op de ontwikkeling van gelijkstroom (DC, direct current) met een spanning van 110 volt.
Het voltage in Amerika is 110 volt, wat anders is dan de 230 volt die in Nederland gebruikt wordt.
220 volt). Netspanning (oude benaming = lichtnet) betreft wisselspanning met een netfrequentie van 50 Hz.
Vóór 1989 had de netspanning een voltage van 220. In 1989 werd besloten om de hoogte van de spanning te verhogen tot 230 volt. De reden hiervoor was om in Europa tot één niveau voor laagspanning te komen. Op deze manier is het ook makkelijker voor toeristen om stopcontacten in andere Europese landen te gebruiken.
Wisselspanning komt thuis uit het stopcontact en op deze spanning werken de meeste elektrische apparaten die wij kennen. In Europa is dit 230 V/50 Hz, in Amerika 120 V of 240 V/60 Hz.
Om een zo nauwkeurig mogelijke DC-spanningsmeting te doen, meet en registreert u eerst de AC-spanning. Vervolgens meet u de DC-spanning door (met de toets RANGE) een DC-spanningsbereik te selecteren dat gelijk is aan of hoger is dan het AC-spanningsbereik.
Door één groep mag maximaal 16 Ampère aan stroom lopen. Nu kan u het vermogen uitrekenen door middel van de spanning en de stroom, waarbij u de stroom, 16 Ampère, vermenigvuldigt met de spanning, dat ofwel 220 Volt ofwel 230 Volt is. Hierbij is de uitkomst 16 Ampère x 220 Volt = 3520 Watt.
230 volt in Nederland
In Nederland staat er 230 Volt op het stopcontact. Daar de stroomsterkte hier 16 Ampère is, betekent dit dat er een vermogen van 3680 Watt geleverd kan worden. Het vermogen wordt immers berekend door de spanning te vermenigvuldigen met de geleverde stroomsterkte.
Gemiddeld staat er een spanning van 230 volt op elke fase van uw aansluiting. Huishoudens hebben steeds vaker 3 fasen op hun aansluiting. Dit is meestal een 3x25 Ampère aansluiting. Een grotere aansluiting is vaak nodig bij een warmtepomp of zonnepanelen.
De spanning die tussen de fasen onderling aanwezig is, bedraagt ca. 400 Volt (voorheen 380V) terwijl tussen elke fase en de "nul" een spanning van 230 Volt staat.
Een 1 fase groepenkast volstaat, als de aangesloten apparaten tegelijkertijd minder dan het maximale vermogen verbruiken, voor een 1 fase aansluiting ligt dit vermogen op ongeveer 8000 Watt. Dit is het vermogen dat je elektrische apparaten maximaal gelijktijdig mogen verbruiken.
We gaan uit van een stofzuiger van 2000 Watt, die altijd op vol vermogen wordt gebruikt. Wanneer de stofzuiger twee uur per week gebruikt wordt, is dat een wekelijks verbruik van 4 Kilowattuur. Per week kost je dat dus 4 x 22 = 88 eurocent. Op jaarbasis is dat 0,88 x 52 = €45, 76.
Ondergrondse middenspanningskabels transporteren de elektriciteit naar transformatorhuisjes in woonwijken. Transformatoren in die huisjes zetten de middenspanning om naar laagspanning van 230 volt. Dat is de spanning die apparaten in huis gebruiken.
Bij een even hoge spanning is gelijkstroom minder gevaarlijk dan wisselstroom. Een wisselspanning van 50 Volt of een gelijkspanning van 120 Volt worden beschouwd als een veilige spanning.
Stroom heb je in twee smaken: gelijkstroom (Direct Current – DC) en wisselstroom (Alternating Current - AC). Met beide soorten elektriciteit kan je een vermogen verplaatsen, beide hebben een spanning en een stroomsterkte en beide hebben een stroomkring nodig, maar ze gedragen zich heel anders.
Gelijkspanning in huis
Apparaten in huis krijgen via de stekker wisselstroom uit het stopcontact. De meeste onderdelen in die apparaten, zoals ledlampen, motortjes, beeldschermen en computerelektronica, werken op gelijkstroom.
Wat bij de huidige netspanning van 230 Volt dan 2300 VoltAmpère(VA) aan vermogen mogelijk maakt. Tot ruwweg 2000 Watt/VA is er dus met de wandcontactdozen en stekers geen direct probleem te verwachten.
Als de spanning te hoog wordt, kunnen bepaalde elektrische toestellen iets sneller slijten. Vaak gebeurt dat pas als er langere tijd hoge spanning op de toestellen staat. Omvormers die stroom terugleveren, meten de netspanning.
Uiteindelijk won de wisselspanning, omdat een wisselspanning makkelijker in een andere spanning om te zetten is en er minder verliezen bij transport optreden. Zo werd wisselspanning de basis voor de elektriciteitsdistributie. Lees meer over: Wat is het verschil tussen wisselspanning en gelijkspanning?
Het elektriciteitssysteem in de Verenigde Staten en Canada is anders dan het onze: Daar bestaat geen 220 volt systeem, maar een 110 volt systeem. Kijkt u dus voor vertrek of uw elektrische apparaten (bv. oplader, scheerapparaat etc.) ook op 110 volt werken.
Wanneer het elektriciteitsnet op dat moment het vermogen niet goed kan afvoeren, leidt dat tot een steeds verder oplopende spanning. De spanning kan zelfs zo hoog oplopen, dat de limietwaarde wordt bereikt waardoor de omvormer zich automatisch van het net scheidt.
Gewoonlijk wordt met netspanning de elektriciteit die thuis uit het stopcontact komt bedoeld, met een spanning van circa 220 tot 240 volt. Het is de elektriciteit die binnen de Europese Unie standaard aan de consument wordt geleverd via het laagspanningsnet, traditioneel aangeduid als het lichtnet.
Als u een 3-fasen groepenkast in uw meterkast heeft, staat er 3x220/230V of 380/400V op uw elektriciteitsmeter. Er komen in totaal ook vier draden - de drie fasedraden en de nuldraad - uit de onderkant van uw groepenkast. De standaard huisaansluiting is de 3x25A-aansluiting.