'Mild Cognitive Impairment' (MCI) betekent 'milde cognitieve stoornis'. Iemand met MCI heeft milde problemen met het geheugen of met een andere hersenfunctie. Maar kan vaak nog zo goed als normaal functioneren in het dagelijks leven.
Beginnende dementie herkennen
Het valt op dat iemand terugkerende geheugenklachten, gedragsproblemen en veranderingen in karakter heeft. Iemand heeft bijvoorbeeld moeite om te onthouden welke dag het is, of wordt sneller boos.
Kenmerken van dementie
gedragsverandering, bijvoorbeeld ongeduldiger worden, of woedeaanvallen;problemen met dagelijkse handelingen, zoals boodschappen doen of het bedienen van een computer.
Wat is fase 1 dementie? In de vroege fase van de ziekte ziet men heel kleine veranderingen in het gedrag of de capaciteiten van de persoon.Vaak valt het als eerste op dat de persoon recente gebeurtenissen vergeet.
Het syndroom van Korsakov is eigenlijk geen vorm van dementie, maar de klachten lijken wel erg op dementie. De ziekte ontstaat als iemand jarenlang veel te weinig vitamine B1 binnenkrijgt. Vaak door lange tijd te veel alcohol drinken en ongezond eten.
Personen met vasculaire dementie kunnen plotseling achteruitgaan door een beroerte of een reeks kleine beroertes (TIA's).
Als je vasculaire dementie hebt, dan kun je merken dat je langzamer praat, denkt en beweegt. Ook kun je bijvoorbeeld stijve spieren hebben en moeite met lopen. Of zwakke spieren aan één kant van je lichaam. Met deze klachten kom je vaak eerst bij je huisarts.
Mensen met dementie leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte. De diagnose wordt gemiddeld na zo'n 14 maanden gesteld. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst van de klachten toe.
Langzamer bewegen met dementie
Vaak merk je al in een vroeg stadium van dementie dat iemand langzamer loopt. Je naaste met dementie wordt onzekerder, neemt kleine stapjes en lijkt moeite te hebben met evenwicht.
Vergeetachtigheid, geheugenverlies en dementie zijn niet hetzelfde. Vergeetachtigheid is een onschuldig verschijnsel waarbij iemand zich tijdelijk iets niet kan herinneren.
Dementie is (nog) niet te genezen. Met de juiste behandeling kunnen de achteruitgang en symptomen wel worden geremd. Dit kan soms met medicatie. Daarnaast is er nog veel dat gedaan kan worden om zo goed mogelijk met de ziekte om te gaan.
Problemen met denken, lopen en het uitvoeren van dagelijkse activiteiten zijn de meest prominente symptomen. Veel mensen met VaD lijden ook aan een depressie, wat kan leiden tot minder motivatie om hun gebruikelijke activiteiten uit te voeren of een gebrek aan interesse in de wereld om hen heen.
Mensen met dementie leven gemiddeld 6,5 jaar met de ziekte. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal als de ernst van de klachten toe. Er is geen genezing mogelijk voor dementie. Uiteindelijk overlijdt een patiënt aan de gevolgen van dementie.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
De kloktest geeft op twee niveaus aan hoe iemand functioneert. Je hebt de klok als het concrete ding: lukt het nog om de cijfers op de goede plek te tekenen en de wijzers? Daarnaast is er de abstracte betekenis van de klok, namelijk de tijd.
Fase 2: Verdwaald. In de verdwaalde fase worden de veranderingen duidelijker. Je hebt meer hulp nodig bij dagelijkse bezigheden zoals eten, wassen en aankleden. Ook vergeet je steeds meer, je herhaalt dingen en krijgt moeite om mensen te herkennen.
Veranderingen in gedrag
Door dementie zal je familielid zich anders gaan gedragen. Iemand zal steeds vaker geheugenproblemen hebben. Met elkaar praten kan moeilijker worden en emoties kunnen veranderen. Sommige mensen zijn somber, anderen juist heel vrolijk.
Mensen met vasculaire dementie kunnen goede en slechte dagen hebben. Het kan lang goed gaan, maar ook kunnen plotseling verslechteringen optreden. Dit ziektebeeld kan vertraagd worden door bijvoorbeeld: te stoppen met roken.
Een hoge leeftijd, gebruik van veel verschillende medicijnen, ziekten en ook de dementie zelf verhogen de kans op een delier.
De ziekte van Alzheimer is meestal niet erfelijk. Bij ongeveer 1 op de 5 mensen (20%) bij wie de ziekte van Alzheimer op jonge leeftijd begint, is de oorzaak wel erfelijk. Je kunt dan Alzheimer erven als een van je ouders de afwijking in de genen heeft.
Op een MRI-scan van het brein is dan te zien hoe het hersenweefsel is afgenomen. Uit onderzoek blijkt echter dat dementie onze hersenen ook op andere manieren beïnvloedt. De structuur van het brein verandert. Zenuwbanen verbinden delen van de hersenen minder goed.
Mensen met dementie leven gemiddeld 6,5 jaar met de ziekte. Bij alzheimer loopt de levensverwachting uiteen van drie tot twintig jaar.
Iemand met vasculaire dementie kan geleidelijk achteruitgaan, maar het kan ook plotseling slechter gaan. In deze stapsgewijze ontwikkeling kunnen er stabiele periodes zijn met weinig achteruitgang of zelfs een beetje vooruitgang.