Het Zweeds is nauw verwant aan de andere twee op het vasteland gesproken Scandinavische talen, het Deens en het Noors. Het Zweeds en het Noors, en in iets mindere mate het Deens, zijn onderling redelijk verstaanbaar.Sommige woorden zijn anders, grammaticaal komen de talen overeen. De spelling is wel verschillend.
Anders dan in veel andere landen is het in Noorwegen sociaal geaccepteerd om dialect te spreken. Er is niet zoiets als een 'algemeen beschaafd Noors'. Noren, Denen en Zweden kunnen elkaar prima verstaan dankzij de gemeenschappelijke geschiedenis van hun taal.
Het verschil in uitspraak tussen Noors en Deens is veel opvallender dan het verschil tussen Noors en Zweeds. Hoewel geschreven Noors erg lijkt op Deens, lijkt gesproken Noors meer op Zweeds .
Het Noors is vergelijkbaar met het Deens en het Zweeds en deze talen zijn onderling redelijk verstaanbaar.
Zweeds heeft over het algemeen meer taal leermiddelen en een grotere leergemeenschap (hoewel de Noorse Duolingo-cursus ongeëvenaard is). De meeste Finnen kunnen Zweeds enigszins begrijpen omdat ze het op school leren, maar ze hebben het moeilijk met Deens of Noors.
Uit een onderzoek is gebleken dat Noors de makkelijkste taal is die een native English-spreker kan leren . Het is in feite een vereenvoudigde mix van Duits en Engels. Zweeds heeft meer regels, meer klanken en is over het algemeen een meer ontwikkelde taal vanwege de Zweedse geschiedenis als keizerrijk.
Noors en Zweeds hebben dezelfde zinsopbouw. De werkwoordvervoeging van het Noors kent echter maar één meervoudsvorm. Ook kent het Noors niet het lidwoord Änö. Zweeds en Noors lijken vrij veel op elkaar omdat ze allebei dezelfde oorsprong hebben.
De moeilijkste taal in Scandinavië is toch wel het Fins. De Finnen gebruiken een hoop klinkers achter elkaar die uitbundig worden versierd met trema's. Je weet wel, die puntjes bovenop de letters.
Studieduur. De cursus Noors duurt 6 maanden bij een gemiddeld studietempo van 4 uur per week.
Het Nederlands en Duits zijn niet de enige Germaanse talen. Ook het IJslands, het Noors, het Zweeds, het Deens, het Engels, het Fries en het Zuid-Afrikaans behoren tot de Germaanse taalfamilie.
Denemarken heeft in het verleden sterk onder invloed gestaan van de gebieden die nu Duitsland zijn. Hierdoor zijn een groot aantal Duitse woorden in het Deens terecht zijn gekomen, maar ook veel Nedersaksische/Nederduitse (Middelnederduitse) woorden.
Voor Nederlandstaligen is Noors makkelijker dan de meeste andere talen. Dit komt omdat deze twee talen een beetje op elkaar lijken. Je kunt als Nederlandstalige dan ook de betekenis van veel Noorse woorden en zinnen raden.
Buurland Zweden heeft bedrijven met wereldfaam als Volvo, Electrolux, Ericson, Saab, Skandia, SCA. Noorwegen kan met geen enkele naam pronken. De 'rijkdom' van Noorwegen bestaat uit Noordzeeolie, hydro- elektrische energie en natuurlijk vis, waaronder veel te veel zalm die men versnipperd op de markt moet dumpen.
Begroetingen. Over het algemeen begroeten en nemen Noren afscheid van elkaar met een stevige handdruk. Men zegt 'Hei' (Hallo) en noemt iedereen bij de voornaam. Het taalgebruik is informele taal waarbij directheid, transparantie en eerlijkheid worden hoog gewaardeerd.
hoi (interjection): hei. , god dag , halla , hallo.
Beide talen zijn nuttig voor educatieve en professionele mogelijkheden in Zweden en Noorwegen , hoewel er twee keer zoveel Zweedse sprekers zijn. Zweeds en Noors hebben beide nauwe banden met Deens.
De meest gemakkelijke taal in de wereld om te leren voor beginners is Spaans. De op een na beste taal om te leren in de wereld is Italiaans, ook vanwege de eenvoudige grammatica.
Het IJslands, Noors, Faeröers, Deens en Zweeds hebben dezelfde oorsprong als het Nederlands.
Het Noors (variant-Nynorsk), IJslands en Faeröers behoren tot de West-Scandinavische talen. Het Zweeds, Noors en Deens zijn voor een groot deel onderling verstaanbaar. Vooral het gesproken en geschreven Noors en geschreven Deens (de uitspraak is totaal anders) valt voor Zweden voor 80 tot 90% te begrijpen.
De Zweden, Denen en Noren begrijpen elkaar, op voorwaarde dat ze geen dialectinvloeden gebruiken en zich houden aan de officiële of geschreven taal van het land. Het Noors en Deens hebben veel raakpunten in de woordenschat, maar onderscheiden zich dan weer op fonetisch vlak.