Hoeveel groepen heb je nodig? Oudere woningen hebben vaak maar 3 tot 6 groepen. Tegenwoordig heeft een huishouden al snel 8 tot 12 groepen nodig. Op elke groep mag namelijk maximaal 3,6 kWh aan vermogen aangesloten worden.
Hoeveel groepen mogen maximaal in een groepenkast? Op een 1 fase groepenkast (1x230Volt/35-40A) mogen maximaal 12 groepen aangesloten worden. Op een 3 fase groepenkast kunnen meer dan 12 groepen worden aangesloten afhankelijk van de aangesloten apparatuur.
Er is in woningen altijd maar één hoofdschakelaar nodig.
Groepenkasten in oudere woningen zijn meestal voorzien van 3 tot 6 groepen, maar bij nieuwbouw zijn 10 tot 12 groepen ook niet vreemd. Dit vanwege het toenemende aantal elektrische apparaten in huis en dus de toenemende vraag naar vermogen.
In de meterkast wordt in het algemeen 6mm2 VDS gebruikt.
Een buis mag maximaal voor 1 groep worden gebruikt, heb je 2 of meer groepen dan heb je voor elke groep een aparte buis nodig.
ANTWOORD: Volgens de NEN1010 mogen er MAXIMAAL 4 groepen achter één aardlekschakelaar 30mA. TOELICHTING: Bij een te hoge lekstroom wordt de aardlekschakelaar aangesproken. Wanneer je 5 of meer eindgroepen hebt is de som van de maximale acceptabele lekstroom zo hoog, dat deze waarde de schakelaar kan doen afslaan.
Verplicht een wandcontactdoos in de meterkast
Wanneer het grondoppervlak van de meterkast groter is dan 1 m2 moet er minimaal één wandcontactdoos aanwezig zijn in de meterkast volgens de NEN 1010. Tevens dient er dan ook minimaal één verlichtingspunt aanwezig te zijn.
Wat gebeurt er bij overbelasting? Een 3x25 ampère-aansluiting heeft een maximaal vermogen van ongeveer 17.000 watt.
Het is niet verstandig om alle groepen achter één aardlekschakelaar te plaatsen. Dit, omdat dan de gehele installatie spanningloos raakt bij een aardlek. Het beste is dan ook om minimaal twee aardlekschakelaars toe te passen.
De NEN 1010 stelt sinds 2005 verplicht om in elke nieuwe of aangepaste groepenkast een hoofdschakelaar te plaatsen. Een hoofdschakelaar, ook wel lastscheider genoemd, is een schakelaar in een groepenkast die alle aangesloten elektrische installaties in een keer aan en uitschakelt.
Ga in je meterkast op zoek naar de slimme meter (blauwe cirkel afbeelding). Bij de meeste modellen wordt aangegeven hoeveel volt de aansluiting heeft. Staat er 220/230 V, dan heb je een 1 fase-aansluiting. Staat er 380/400 V of 3×220/230 V, dan heb je een 3 fase-aansluiting.
Wilt u weten hoeveel Watt u op een groep kunt aansluiten, dan vermenigvuldigt u de stroomsterkte met de spanning op het stopcontact. Dit betekent dat u in het beschreven voorbeeld 3.520 Watt op een groep aan mag sluiten: 16 x 220. U kunt ook zeggen, dat er op een groep 3,52 kW mag worden aangesloten.
Als het grondoppervlak van de meterkast groter is dan 1 m2, dan dient er minimaal één verlichtingspunt en één wandcontactdoos aanwezig te zijn in de meterruimte.
Voldoende stroomkringen
Uit voorzorg kan je best maximum 8 contactdozen per stroomkring plaatsen. Zo vermijd je overbelasting of kortsluiting. Een contactdoos is niet per se gelijk aan één stopcontact. Meerdere stopcontacten onder een afdekplaat worden gezien als één contactdoos.
Een kookgroep bestaat uit twee eindgroepen, samengevoegd tot 1 eindgroep, meestal beveiligd met 16A, die in 1 buis of in 1 kabel zijn ondergebracht. De kookgroep kan in zijn geheel worden geschakeld en gescheiden. Een 1 fase fornuisgroep zijn in feite 2 gekoppelde installatieautomaten, vaak 2x16A.
Er geldt een maximaal aantal installatieautomaten (groepen) die achter de Aardlek mogen. Er mogen maximaal vier groepen worden beveiligd door één aardlekschakelaar.
Een krachtgroep kan aangesloten worden mits er een positie vrij is achter een 3 fase+Nul aardlekschakelaar, is die plaats er niet, dan zult u een extra aardlekschakelaar moeten aanschaffen. Per aardlekschakelaar mogen in Nederland maximaal 4 installatie automaten aangesloten worden.
Plaats stopcontacten liever niet lager dan 30 cm boven de vloer, dit i.v.m. stof en evt.vocht. Boven het aanrechtblad is ons advies ook 30 cm. De standaardhoogte voor schakelaars was vroegen 150 cm maar tegenwoordig word meestal 105 cm aangehouden.
Een extra groep aanleggen of het monteren van een nieuwe groepenkast in de meterkast moet door een erkende elektricien worden gedaan.
In een stijve buis van 16mm mogen 5 draden van 1,5mm2 of 4 draden van 2,5mm2. Een flexibele buis mag 4 draden van 1,5mm2 of 3 draden van 2,5mm2 bevatten. In een buis van 19mm mogen 5 draden van 2,5mm2, ongeacht de soort.