Zo zijn manoeuvres zoals wegrijden, achteruitrijden, uit een uitrit de weg oprijden, van een weg een inrit oprijden, keren, van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden, van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden en van rijstrook wisselen allemaal bijzondere manoeuvres volgens art.54 RVV.
Het in- of uitrijden van een uitrit is een zogenaamde 'bijzondere manoeuvre'. De bijzondere manoeuvre staat in artikel 54 van het RVV. In dit artikel staat dat bestuurders die een bijzondere manoeuvre verrichten het overige verkeer voor moeten laten gaan.
De meest voorkomende zijn: Recht achteruit rijden. De bocht achteruit rijden. Omkeren door middel van steken.
De 6 bijzondere verrichtingen zijn: Recht achteruitrijden, bochtje achteruitrijden, omkeren door middel van steken, omkeren door middel van een halve draai, hellingproef en fileparkeren.
Bijzondere verrichtingen
Parkeren, keren, de hellingproef: tijdens je rijexamen moet je twee bijzondere verrichtingen uitvoeren. Maak je hierbij een foutje, dan zak je in de meeste gevallen. Omdat de bijzondere verrichtingen toch wel een vak apart zijn, is dit vaak een reden om te zakken.
Een uitrit is een ingang of uitgang welke vanaf de openbare weg bereikbaar is. Het is een uitgang vanaf een gebouw, garage of erf.
Wat is een uitrit? Een uitrit is een uitrit als de wegsituatie eruit ziet als een uitrit (constructiecriterium) of als duidelijk is dat het niet gaat om een doorgaande weg maar om de toegang tot een bepaalde bestemming (bestemmingscriterium).
“Een weg wordt als uitrit beschouwd indien deze weg een beperkte bestemming heeft en deze beperkte bestemming kenbaar is voor alle verkeersdeelnemers ter plaatse (bestemmingscriterium) of indien deze weg ter hoogte van de aansluiting op de andere weg de fysieke kenmerken van een uitrit vertoont (constructiecriterium).”
Eén van de minst moeilijke daarvan is recht achteruit rijden.
Tijdens je toets doe je ook bijzondere verrichtingen. Doe je dat goed? Dan krijg je een vrijstelling. Dat betekent dat je dit bij je eerste examen na je toets niet meer hoeft te doen.
Bijzondere verrichtingen zijn acties die je uitvoert in het verkeer, die niet vloeiend meegaan met het verkeer. Denk aan langs de weg stoppen op iemand uit te laten, stappen, de auto parkeren, achteruit rijden, instappen, uitstappen en nog veel meer.
Op bijzondere verrichtingen kun je niet zakken, zolang je maar kijkt bij wat je doet, dus beter een slechte uitvoering en goed kijkgedrag dan goeie uitvoering en slecht kijkgedrag.
Hellingproef: Deze bijzondere verrichting wordt meestal gezien als een eenvoudige proef. Bij een hellingproef begin je vanuit stilstand te rijden op een helling, zonder achteruit te rollen. Bocht achteruit rijden: Rij bij deze proef achteruit in een rechterbocht.
Inhalen en afslaan zijn géén bijzondere manoeuvres en worden daarom ook apart in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) behandeld.
Een uitweg (ook wel inrit, uitrit en oprit genoemd) is een ingang of uitgang van een perceel voor motorvoertuigen om de openbare weg te bereiken, gelegen op gemeentegrond.
Uitrit. Als je een uitrit verlaat, denk bijvoorbeeld aan een woonerf of een parkeerplaats, moet je al het andere verkeer voorrang geven.
Voorrangsregels woonerf
Op een woonerf gelden geen speciale voorrangsregels. Voetgangers en fietsers hebben dus niet altijd voorrang op een woonerf, zoals sommige mensen denken. Bij het inrijden of verlaten van een woonerf kan er sprake zijn van een uitrit, waar bestuurders al het andere verkeer voor moeten laten gaan.
Het is verboden om te parkeren voor een inrit of een uitrit. Dit staat letterlijk te lezen in artikel 24 RVV. De buur begaat met andere woorden een overtreding op de verkeersregels en kan daarvoor beboet worden. Hiervoor kan er dan ook contact worden opgenomen met de politie.
Voor mensen die uit een uitrit komen, is dat echter niet altijd duidelijk. Zeker omdat er soms steeds meer uitritten op een plein of op wegen uitkomen. Door haaientanden bij een gevaarlijke uitrit te plaatsen, zorgt men voor duidelijkheid en benadrukt men de bestuurders dat men voorrang moet verlenen.
aan bestuurders die vanaf een onverharde weg van rechts komen hoeft dus geen voorrang te worden verleend. Verder moet iedereen die een uitrit verlaat al het passerende verkeer, dus ook voetgangers, voorgang verlenen.
Wat fout gaat:
Het veel dicht langs geparkeerde auto's, obstakels of fietsers rijden. Niet goed of onvoldoende voorsorteren. Het te ruim of krap nemen van bochten, dit kan komen door nonchalant sturen. Te veel naar links blijven rijden op een smalle weg met tegenliggers.
Hoeveel fouten mag je maken bij praktijkexamen auto 2023? Bij het praktijkexamen voor het autorijbewijs mag je natuurlijk fouten maken zolang het de verkeersveiligheid maar niet in gevaar brengt en zolang jij maar laat zien dat je het zelfstandig kan oplossen.