Vurenhout is vrij zacht hout, waardoor het makkelijk te bewerken is. Een nadeel van dit zachte hout is echter wel dat er vrij snel beschadigingen in komen, waardoor er voorzichtig mee omgegaan dient te worden.
Hardhout is een soort loofhout dat meestal gebruikt wordt voor meubels, kasten en bouwprojecten. Het heeft een hoge densiteit en is veel duurzamer dan vurenhout. Hardhout is steviger en bestand tegen schimmels en insecten. Het is echter duurder en moeilijker om mee te werken.
Vuren staat voor het hout dat komt van de fijnspar, een boom uit de dennenfamilie. De bomen komen vooral voor in Noord- en Centraal-Europa en zijn bij de meeste mensen ook wel bekend als de kerstboom. In Nederland is vurenhout de meest gebruikte houtsoort voor vele verschillende projecten.
Bij vurenhout geldt dat je voor buitentoepassingen enkel gebruik kunt maken van behandeld of geïmpregneerd vurenhout. Geïmpregneerd vurenhout heeft duurzaamheidsklasse 2 - 3 en heeft een gemiddelde levensduur van 10 - 15 jaar.
Hardhout is afkomstig van breedbladige loofbomen. Bekende hardhoutsoorten zijn eiken, walnoot en mahonie. Deze bomen groeien langzaam, waardoor hardhout duurder is dan zachthout. Er bestaat ook tropisch hardhout, zoals teak.
Verschil tussen hard- en zachthout
Hardhout komt van bedektzadigen, hierbij worden de zaden beschermd door een vrucht. Denk daarbij bijvoorbeeld aan appel-, kersen- of notenbomen. Zachthout komt van naaktzadigen, hierbij is er geen omhulsel wat de zaden beschermt. Voorbeelden hiervan dennenbomen of sparen.
Vurenhout is een relatief zachte houtsoort en daardoor makkelijk en goed te bewerken. Denk hierbij aan zagen, schaven, schuren, schroeven en schilderen. Daarnaast is vurenhout in aanschaf goedkoop. Een nadeel is dat vurenhout bij langdurige blootstelling licht gaat verleuren naar een geelbruine tint.
Vurenhout is vrij zacht hout, waardoor het makkelijk te bewerken is. Een nadeel van dit zachte hout is echter wel dat er vrij snel beschadigingen in komen, waardoor er voorzichtig mee omgegaan dient te worden.
Vurenhout valt onder duurzaamheidsklasse 4. Hierin vallen alle houtsoorten die maar beperkt duurzaam zijn, met een levensduur van tussen de 5 en 10 jaar. Je kunt je voorstellen, dat vurenhout normaliter niet zo geschikt is voor buitengebruik waarbij het echt bloot staat aan het weer (regen e.d.).
Douglashout heeft een duurzaamheidsklasse 3 en daarmee heeft Douglas een levensduur van 10 tot 15 jaar als u het onbehandeld laat. Vuren heeft onbehandeld een levensduur van zo'n 4 tot 7 jaar en heeft daarmee duurzaamheidsklasse 5. Geïmpregneerd gaat Vuren nog wat langer mee dan Douglas hout.
Vurenhout heeft over het algemeen een duurzaamheidsklasse van 3. Dat betekent dat het onder normale omstandigheden 10 tot 15 jaar meegaat. Je kunt de levensduur verlengen door het hout te behandelen met een vochtwerende laag.
Waarvoor wordt vurenhout gebruikt
Vurenhout wordt voor diverse bouw- en renovatiewerkzaamheden ingezet, waaronder: binnenkozijnen, kapconstructies, stijl- en regelwerk en nog veel meer. Afhankelijk van het hout (latten, planken) kan dit ook voor fijnere binnenwerkzaamheden gebruikt worden.
Lignum vitae (Guaiacum officinale): een tropische houtsoort afkomstig uit Midden- en Zuid-Amerika. Het heeft een extreme hardheid, met een Janka-score van 4.500 lb-kracht (20.034 N), waardoor het het hardste hout ter wereld is.
Beide soorten zijn harshoudend, maar de opvallende harsgeur komt alleen bij Grenenhout voor en ontbreekt bij Vuren. Op het gebied van bewerkbaarheid is Grenenhout iets taaier en grover. Als laatst laat Vurenhout zich mooier impregneren dan Grenen, zo blijft de kleur van het hout stabieler.
De harsgeur komt vooral bij het Grenenhout voor en minder bij het Vurenhout. De bewerkbaarheid van Grenenhout is eigenlijk wat grover en taaier. Het Vurenhout laat zich beter impregneren. Grenenhout heeft meer kleurverschil na het impregneren van lichtgroen tot donkergroen.
Vurenhout is al heel lang enorm populair in de bouw, bij klussers en meubelmakers. Vurenhout is goed te bewerken, het is niet zwaar, het heeft een goede sterkteklasse en is makkelijk te schilderen door zijn lichte kleur. Het is daarnaast ook een relatief goedkope houtsoort.
Hardhout komt van de loofbomen af en dus niet zoals grenen van de naaldboom. De kleur van hardhout is iets donkerder dan de andere twee houtsoorten. Ook het hardhout is goed bestand tegen de verschillende weersinvloeden en zal niet snel verkleuren.
Vurenhout is goedkoop, licht, sterk en is gemakkelijk te behandelen met een beits. Vurenhout is onbehandeld en geïmpregneerd (gewolmaniseerd) leverbaar.
Voor toepassingen van de bouw tot meubels is vurenhout uitermate geschikt. Zo wordt het gebruikt voor, vloeren, betimmering en trappen. Maar ook voor bekisting, heipalen, kasten en kastplanken. Overigens dient vurenhout ook als grondstof voor krantenpapier.
De schors van naaldhout en vurenhout bevat veel hars wat voor vervuiling kan zorgen in de haard of schoorsteen. Deze houtsoorten zijn daarom geen geschikte hoofdbrandstof voor jouw houthaard of houtkachel.
Bent u op zoek naar goedkopere hardhouten planken? Dan zijn Massaranduba planken wellicht een optie. Dit type hardhout noemen we ook wel paardenvleeshout en is net zo duurzaam als Bankirai en Azobé. Het is echter wel wat donkerder van kleur en lastiger te bewerken dan andere hardhoutsoorten.
Padoek, Afrormosia en Ipé zijn gekend als de beste houtsoorten. Uitgebreide informatie over de houtsoort, zoals bewerkingsmogelijkheden, oorsprong en eigenschappen van het hout vindt u op de pagina's van de houtsoort.
Klassiekers met een natuurlijke hoge duurzaamheid (klasse I en II) zijn western red cedar, lorkenhout, Europees eikenhout, Afrikaanse padoek en afzelia. Maar ook minder bekende soorten als basralocus, sapupira, bossé, louro gamela, itauba, jatoba, makoré en tiami hebben de juiste kwaliteiten om een gevel te bekleden.