Vmbo-tl, de theoretische leerweg (mavo); Deze leerweg is het beste te vergelijken met de oude mavo. Met een diploma van de theoretische leerweg kan een leerling naar een mbo niveau 3 of mbo niveau 4 opleiding. Vanuit vmbo-tl kunnen leerlingen, met het juiste vakkenpakket doorstromen naar het havo.
Leerlingen met een vmbo-t of vmbo-g diploma kunnen naar het mbo (niveau 3 of 4) of naar het havo doorstromen. In het laatste geval moeten zij wel eindexamen doen in een extra vak. Leerlingen met een vmbo-k diploma kunnen zich inschrijven voor een mbo-opleiding niveau 3 of 4.
Qua niveau zijn de gemengde (gl) en de theoretische leerweg (tl) identiek. Beide leerwegen geven om die reden toegang tot het middelbaar beroepsonderwijs niveau 3 en 4 en de havo.
Tl of mavo bereidt je voor op niveau 3 en 4 van het mbo of op een overstap naar de vierde klas havo. In de gemengde leerweg doe je examen in vijf theorievakken en één beroepsgericht vak. Daarna kan je naar de twee hoogste niveaus van het mbo.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Vmbo-tl, de theoretische leerweg (mavo); Deze leerweg is het beste te vergelijken met de oude mavo. Met een diploma van de theoretische leerweg kan een leerling naar een mbo niveau 3 of mbo niveau 4 opleiding. Vanuit vmbo-tl kunnen leerlingen, met het juiste vakkenpakket doorstromen naar het havo.
De Kader leerweg in het voortgezet onderwijs is een leerroute naar het MBO waarin je veel leert door middel van praktijkonderwijs, de zogenaamde leerhuizen. De Theoretische leerweg is een leerroute naar het MBO waarin je meer theorie krijgt en minder praktijkonderwijs.
De Cito-score ligt tussen de 500 en de 550. Het merendeel van de kinderen gaan naar het vmbo, het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs. Voor het vmbo geldt een score van tussen de 501 en 535.
Het laagste niveau is praktijkonderwijs. Dit is bedoeld voor kinderen met een IQ onder de 80. Er staat voor dit onderwijs niet een bepaald aantal jaren. Je kan dit onderwijs volgen tot je achttiende jaar.
Het examenpakket voor vmbo-t bestaat uit zes vakken: Nederlands. Engels. Twee profielvakken.
Vmbo-tl: profieldeel en vrije keuze
Techniek: wiskunde en natuur- en scheikunde. Zorg & Welzijn: biologie en een keuze uit: wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis of maatschappijleer 2. Economie: economie en een keuze uit: frans, duits of wiskunde. Landbouw: wiskunde en een keuze uit: natuur- en scheikunde of biologie.
Als je de theoretische leerweg (tl) op het vmbo doet, heb je een vakkenpakket met veel theorievakken. Hiermee bereid je je voor op de niveau 3 (vakopleidingen) en de niveau 4 (middenkaderopleidingen) in het mbo. Ook kun je naar de havo.
Na vmbo-tl:
stroom je door naar het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) niveau 3 of 4, of naar havo 4.
Een startkwalificatie is een havo- of vwo-diploma of een mbo-diploma vanaf niveau 2 (art. 1 onder f Lpw). Een vmbo-diploma en certificaten worden dus niet gezien als een startkwalificatie.
De scores voor begrijpend lezen en rekenen tellen het zwaarst mee voor het schooladvies. Dit omdat begrijpend lezen bij de meeste vakken in het voortgezet onderwijs belangrijk is en omdat rekenen de basis is van wiskunde, maar ook belangrijk is bij de andere bètavakken.
Veel herhaling en een hoger tempo
In groep 8 zijn de kinderen vooral bezig met het herhalen van de rekenstof uit de voorgaande jaren. Moeilijke onderdelen als breuken, procenten, staartdelingen, verhaaltjessommen en het metriek stelsel worden flink geoefend om het gewenste eindniveau van de basisschool te halen.
Hoeveel fouten er gemaakt kunnen worden om toch de maximale score te halen, verschilt per jaar. Hiervoor worden de scores van alle leerlingen met elkaar vergeleken en op basis van daarvan wordt de schaalverdeling gemaakt. Meestal kan een kind maximaal rond de twaalf antwoorden fout beantwoorden om toch 550 te scoren.
Met het diploma van de kaderberoepsgerichte leerweg of de gemengde leerweg kun je doorstromen naar MBO niveau 3 of 4. Binnen het VMBO is de theoretische leerweg het hoogste niveau.
Het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) duurt 4 jaar en heeft 4 leerwegen. Die verschillen van elkaar in niveau en hoeveelheid beroepsgericht en theoretisch onderwijs. Het vmbo maakt leerlingen klaar voor een opleiding in het mbo.
Leerlingen die deelnemen aan de theoretische of gemengde leerweg kunnen na het behalen van hun diploma doorstromen naar het havo. Ook leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg kunnen langs deze weg doorstromen naar het havo.
MAVO is een leerweg bij het VMBO. Onder de noemer VMBO valt ook de vroegere LTS en huishoudschool. MAVO is zuiver theorie, de andere VMBO richtingen zijn meer op de praktijk gericht.
Leerlingen die nét geen havo-advies van de basisschool hebben gekregen, kunnen op Compaen in de TL-plusklas geplaatst worden. In deze klas wordt in een aantal vakken al op havo-niveau lesgegeven.
Op een rijtje: vmbo beroepsgerichte (kader en basis) en vmbo tl-brugklasleerlingen zitten in één combinatieklas; er is een tweejarige brugperiode, dus pas na twee jaar maak je de keuze voor beroepsgericht (basis of kader) of voor theoretisch (tl); je krijgt cijfers op drie niveaus (basis, kader en tl);