De correcte vervoeging is je/jij vindt. Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is.
In de Nederlandse taal, is het gebruik van de vervoeging van het woord 'vinden' afhankelijk van de context. 'Ik vind' wordt gebruikt wanneer je iets als je persoonlijke mening of gedachte uit, terwijl 'ik vindt' wordt gebruikt wanneer je iets als een feit uit.
Als het gaat om de ik-vorm, schrijf je het werkwoord altijd alleen met een -d. De ik-vorm is namelijk (bijna) hetzelfde als de stam. Daarover vertellen we je verderop in dit artikel meer. Als het gaat om de hij-/zij- of het-vorm schrijf je -dt.
Regelmatige werkwoorden eindigen op een 'd' of een 't'. Als het voltooid deelwoord eindigt op een letter uit 't kofschip (dat wil zegen de letters: t, k, f, s, ch, p maar ook x) dan eindigt het voltooid deelwoord op een 't'. In de andere gevallen eindigt het voltooid deelwoord op een 'd'.
Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd een d of t krijgt, neemt je kind eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord. Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t. Wanneer de laatste letter van de stam er niet in zit, schrijft je kind een -d.
Juist is voor hetzelfde geld, zonder t. Het gaat hierin niet om de werkwoordsvorm geldt, maar om het zelfstandig naamwoord (het) geld. Voor hetzelfde geld betekent letterlijk 'voor dezelfde prijs, tegen dezelfde kosten', zoals in 'Voor hetzelfde geld koop je bij een tweedehandswinkel een veel mooiere jas.
Als je van een werkwoord niet weet of je er een 't' aan moet schrijven, dan vervang je dat werkwoord door 'smurfen'. Als er een 't' is bij smurfen (bv.: smurft), dan schrijf je ook een 't' bij het andere werkwoord. Met deze voorbeelden wordt het duidelijk: Word(t) eens volwassen!
Er is ook een trucje om te achterhalen of u aan het eind van het voltooid deelwoord -t of -d moet schrijven. U kunt daarvoor vergelijken met de verledentijdsvorm. Als die op -de(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -d. Als de verledentijdsvorm op -te(n) eindigt, krijgt ook het voltooid deelwoord een -t.
' De stam van het werkwoord typen is typ, niet type. Die e is niet nodig om de juiste uitspraak van de stam weer te geven; sterker nog: je denkt bij de spelling type eerder aan het zelfstandig naamwoord (uitgesproken als 'tiepe') of aan de Engelse uitspraak ('taip').
Voor de spelling is het belangrijk om te weten dat ook deze werkwoorden in de verleden tijd slechts één vorm hebben voor enkelvoud en één voor meervoud. Het is 'hij vond' (en niet 'hij vondt). Hierop is één uitzondering, maar die is al behoorlijk aan het uitsterven: de gij-vorm heeft wel een toegevoegde t.
Als je een vraag stelt met de je- of jij-vorm, voeg je geen -t toe aan de stam, zoals “ga jij?” of “neem jij?” Bij een werkwoord waarvan de stam eindigt op een -d hoor je echter niet dat je de -t moet weglaten, maar zo'n werkwoord vervoeg je wel precies hetzelfde als andere werkwoorden in de vragende vorm.
De juiste schrijfwijze is in nagenoeg alle gevallen stam + t. In het geval van gebiedende wijs is Vind u correct.
“Vind jij” wordt gebruikt als je iemand vraagt naar zijn of haar mening over iets, terwijl “vindt jij” gebruikt wordt als je iemand vraagt naar de mening van iemand anders. Door deze regels te begrijpen, kun je het juiste werkwoord gebruiken in elke situatie.
Er gebeurt hier altijd wat
Het onderwerp is wat. Daarom geldt de regel: stam (gebeur) + t = gebeurt. 'Er gebeurt hier altijd wat' is dus vergelijkbaar met bijvoorbeeld 'Er speelt hier altijd wat' en 'Er valt hier altijd wat voor. ' Tegenwoordige tijd enkelvoud, dus: stam + t.
Toelichting. In het Nederlands wordt tegenwoordig geen onderscheid meer gemaakt tussen de gebiedende wijs enkelvoud en de gebiedende wijs meervoud. In het meervoud kwam er vroeger een -t achter de stam van het werkwoord: Komt allen tezamen.
Vervoegingen: heeft gered (volt. deelw.)
Verhuist is goed in bijvoorbeeld 'Volgende maand verhuist Katrien naar Norg. ' In 'Katrien is verhuisd naar Norg' is verhuisd goed. Verhuisd is een voltooid deelwoord. In dat voltooid deelwoord komt de d terug van de verleden tijd verhuisde.
De laatste letter is een 'g'. Die zit niet in het kofschip, en dus eindigt het werkwoord in de verleden tijd niet op een t, maar op een d. Je schrijft dus: ik veegde.
De gebiedende wijs met de uitgang -t komt alleen nog voor in vaste combinaties, bijvoorbeeld komt allen tezamen, bezint eer ge begint. - Duid aan of uw kind meekomt. - Ga naar huis. - Houd/hou je aan de regels.