Fijne motoriek Je kind oefent dat op allerlei manieren: door knutselen, met bestek eten, veters strikken, een instrument leren bespelen, tekenen en schrijven.
Dit heet de fijne motoriek. Ze oefenen op allerlei manieren, zoals: met bestek eten: snijden, prikken en opscheppen. schrijven en knutselen, knippen, plakken, prikken en tekenen.
Grove motoriek gaat over grote bewegingen die kinderen maken, zoals zwaaien, kruipen, lopen en zwemmen. Fijne motoriek gaat over het uitvoeren van meer subtiele handelingen, zoals schrijven, knippen en tekenen.
Onder de fijne motoriek verstaan wij hetgeen men met zijn handen kan grijpen, manipuleren en loslaten. Het draait allemaal om de “fijne” bewegingen van de armen, handen en vingers. Denk hierbij aan knippen, plakken, tekenen of leren schrijven. Maar ook veters strikken en aankleden vallen onder de fijne motoriek.
Wat is fijne motoriek? Fijne motoriek zijn gecoördineerde acties om voorwerpen met de hand, vingers en duim te pakken, vast te houden en te laten bewegen. Denk hierbij aan schrijven, knippen, scheuren, kleien en prikken.
Grove motoriek is die activiteit die het gebruik van onze grotere spieren ondersteunt, zoals rennen, lopen, huppelen . Fijne motoriek is die activiteit die het gebruik van onze kleinere spieren ondersteunt, zoals schrijven, vasthouden, snijden.
In de loop van de basisschool worden de fijne bewegingen van je kind steeds beter. Je kind leert bijvoorbeeld tekenen, schrijven, en met mes en vork eten.
Kleuren kan bijdragen aan de ontwikkeling van de fijne motoriek en cognitieve vaardigheden van peuters. Door met kleurpotloden te werken, kunnen peuters hun fijne motoriek verbeteren, zoals het vasthouden van een pen of potlood.
Buitenactiviteiten zoals rennen, fietsen en klimmen dragen bij aan de ontwikkeling van grove motoriek en bieden kinderen de kans om hun lichaam op natuurlijke wijze te verkennen en uit te dagen. Laat kinderen elke dag minstens 1 uur buitenspelen.
Het schrijven is een complexe taak waarbij veel gevraagd wordt van de fijn motorische vaardigheden. Bovendien spelen taal en spelling ook een grote rol, waardoor de aandacht en concentratie niet volledig op het motorische aspect kunnen worden gericht.
De ontwikkeling van grove motoriek omvat de grote spieren in de armen, benen en romp. Grove motorische activiteiten zijn belangrijk voor dagelijkse fysieke activiteiten zoals lopen, rennen, gooien, tillen, schoppen , etc.
Motoriek is het kunnen bewegen. Er is een verschil in grove motoriek en fijne motoriek. Grove motoriek zijn grote bewegingen die kinderen met hun lijf maken zoals kruipen, lopen, rennen, springen, gooien of zwemmen. Fijne motoriek zijn kleine bewegingen van de hand en vingers, maar ook de tenen of mond.
Ze hebben te maken met de complexe coördinatie van je spieren, gewrichten en zenuwen. Bij fijne motoriek denken we vooral aan hand-, pols- en vingerbewegingen, zoals het oppakken van een voorwerp door het vast te pakken met je wijsvinger en duim . Maar je kunt ook fijne bewegingen maken met je voet, enkel en tenen.
Knutselen, schilderen, knippen en plakken zijn bezigheden die de fijne motoriek stimuleren.
Leren bewegen. Veel kinderen beginnen of oefenen op deze leeftijd verder met nieuwe dingen in beweging. Dit gaat om de grove motoriek, zoals fietsen en zwemmen. Maar ook de fijne motoriek, zoals schrijven en typen.
Bij de grove motoriek horen de grote bewegingen die kinderen met hun lichaam maken. Hierbij kunt u denken aan kruipen, lopen, rennen, springen en het gooien van een bal.
Creëer grove motorische activiteiten, zoals springen, klimmen en balanceren om ze te helpen hun lichaam te versterken en coördinatie op te bouwen. Bied fijne motorische activiteiten aan, zoals kleuren en knippen, om je leerlingen te helpen oog-/handcoördinatie te ontwikkelen.
De acties, bewegingen en precieze grip die bij het kleuren betrokken zijn, kunnen helpen bij de ontwikkeling van de spieren van de vingers, handen en pols. De ontwikkeling van fijne motoriek kan kinderen helpen om vaardiger te schrijven en kleine objecten te manipuleren.
Tijdens het verven maakt het kind gebruik van zijn fijne motoriek. Daarnaast kan het kind zijn fantasie kwijt op papier. Hiermee stimuleer je de beeldende expressie. Verder ga je in gesprek met de kinderen om de veer te introduceren (mondelinge taalontwikkeling).
Bij de fijne motoriek draait het allemaal om de fijne bewegingen: grijpen naar een speeltje, hanteren van een voorwerp, het bouwen van een torentje, een vorm in een vormenstoof doen, knoopjes dichtdoen, veter strikken, tekenen, knippen, met een lepel eten of het vasthouden van een potlood.
Bijvoorbeeld, werken met een schaar helpt om de fijne motoriek te verbeteren, terwijl schilderen en tekenen de hand-oogcoördinatie kunnen verbeteren . Knippen, schilderen en klei vormen vereisen allemaal het gebruik van kleine spieren in de handen en vingers, wat kan leiden tot verbeterde coördinatie en behendigheid.
Tekenen kun je leren, het is een vaardigheid. Jonge kinderen tekenen eigenlijk alles. Kleuters zullen niet snel zeggen dat ze iets niet kunnen tekenen. Het lijkt erop dat de tekenvaardigheid zich tot een jaar of 10 ontwikkeld en dat het daarna stopt.
Het kind moet zo zitten dat het zijn armen vrij kan bewegen en de blokjes gemakkelijk kan hanteren. Bij uitvoering met 18 maanden legt de onderzoeker vier blokjes tegelijk voor het kind op tafel neer. Bij uitvoering met twee jaar legt de onderzoeker zes blokjes tegelijk voor het kind neer.