Na het eerste jaar arbeidsongeschiktheid ontvang je een "invaliditeitsuitkering". Daarop gebeurt geen voorheffing voor de belastingen. Dat betekent jammer genoeg niet dat je uitkering dan belastingvrij is. De afrekening gebeurt bij de belastingaanslag van het jaar daarop.
De uitkeringen worden beschouwd als een vervangingsinkomen, de bedrijfsvoorheffing bedraagt slechts 11,11% tijdens de primaire periode van arbeidsongeschiktheid (1ste jaar) en er is geen bedrijfsvoorheffing nadien (periode van invaliditeit).
Net als de andere vervangingsinkomens, geldt er automatisch een belastingvermindering voor een invaliditeitsuitkering. De belasting die je verschuldigd bent op je uitkering wordt dus automatisch verminderd en valt soms zelfs volledig weg.
een integratietegemoetkoming; een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden; een tegemoetkoming voor hulp van derden; een bijkomende kinderbijslag voor kinderen die getroffen zijn door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66%.
Je kan periodes van ziekte en invaliditeit gratis laten meetellen voor je pensioen (gelijkstelling). Hierdoor kan je een hoger pensioen krijgen.
Gedurende deze drie jaar en in het bijzonder tegen het einde ervan wordt de mate van invaliditeit definitief vastgesteld. Wordt de invaliditeit bevestigd als blijvend van aard te zijn, dan ontvangt de werknemer een pensioen tot aan diens pensioengerechtigde leeftijd.
Indien de arbeidsongeschiktheid van 66% is vastgesteld voor de leeftijd van 65 jaar, heb je recht: op een jaarlijkse vermindering op de personenbelasting (belasting op het loon). Je betaalt dus effectief minder personenbelasting. Dit zowel voor jezelf als voor een kind dat 66% invaliditeit heeft.
Het minimumbedrag is 53,78 EUR (maart 2022). Dat bedrag verlaagt echter tot 40 EUR omdat het minimumbedrag van uw uitkering uw brutodagloon van 40 EUR niet mag overschrijden. Vanaf de 1e dag van de 7e maand van uw arbeidsongeschiktheid zijn er minimumbedragen.
Je ben werknemer of werkloos zonder gezinslast en je bent minstens 24 maanden arbeidsongeschikt op 31/12/2021: 739,80 euro. Je bent werknemer of werkloos met gezinslast en je bent minstens 24 maanden arbeidsongeschikt op 31/12/2021: 877,33 euro.
Alleenstaanden: 60 procent van het brutoloon, met een minimum en een maximum die variëren naargelang het tijdstip waarop men arbeidsongeschikt werd. Samenwonenden: 60 procent van het brutoloon, met een minimum en een maximum die variëren naargelang het tijdstip waarop men arbeidsongeschikt werd.
Zodra je 18 jaar oud bent, kan je een inkomensvervangende en een integratietegemoetkoming aanvragen. De eerste vergoedt personen die door hun handicap op de arbeidsmarkt maximum 1/3 kunnen verdienen van het loon van een gezonde persoon.
Om recht te hebben op een uitkering moet u voldoen aan drie administratieve voorwaarden. Om erkend te worden, moet u ten minste 66% van uw verdienvermogen verliezen. Als uw gezondheidstoestand verbetert, kan de bevoegde medische instantie beslissen dat u niet langer aan dit criterium voldoet.
Als je volledig arbeidsongeschikt bent en de kans dat je nog herstelt erg klein is, krijg je een IVA-uitkering. Je krijgt dan een uitkering van 75 procent van je laatstverdiende loon.
Waarom moeten meer werknemers belastingen bijbetalen in 2021? De verklaring zal in de meeste gevallen tijdelijke werkloosheid zijn, hoewel dit niet de enige mogelijke reden is. Of en hoeveel iemand zal moeten bijbetalen, hangt af van de duur van de tijdelijke werkloosheid en zijn persoonlijke situatie.
Wat zijn achterstallen belastingen? Achterstallen worden inderdaad voordelig belast, zij het wel niet volledig. Dit deel wordt namelijk uit uw gewone beroepsinkomsten gehaald en wordt belast tegen de gemiddelde aanslagvoet die van toepassing is op het geheel van uw andere belastbare inkomsten.
Wanneer je ziekte langer duurt dan 1 jaar zal het ziekenfonds je dossier voorleggen aan het RIZIV om je eventueel een invaliditeitsuitkering toe te kennen. Op deze uitkering primaire arbeidsongeschiktheid (het eerste jaar arbeidsongeschiktheid) wordt bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Invaliditeit en blijvende arbeidsongeschiktheid. Als u langer dan een jaar arbeidsongeschikt bent, krijgt u via uw ziekenfonds niet langer een ziekte-uitkering maar een invaliditeitsuitkering. Afhankelijk van uw gezinstoestand bedraagt deze tussen 40% en 65% van uw laatste brutoloon, met een bepaald minimum en maximum.
Een zeer vereenvoudigde berekening zou de volgende kunnen zijn. Uw grote teen maakt voor 8 procent deel uit van uw been, en uw been maakt weer voor 24 procent deel uit van uw lichaam. Dit betekent dat u dan 8 procent van 24 procent is 1,9 procent blijvend invalide bent.
Bent u een arbeidsongeschikte werknemer of werkloze? Dan betaalt het ziekenfonds u 1 keer per jaar mogelijk een extraatje: de inhaalpremie, die u ontvangt bovenop uw uitkering.
Als je opnieuw kan gaan werken of als je de pensioenleeftijd bereikt, dan eindigt de periode van invaliditeit. Handicap is een breder begrip en slaat op alle lichamelijke, verstandelijke, psychische of sociale beperkingen, al dan niet aangeboren.
Bent u arbeidsongeschikt, dan heeft u misschien recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen of invaliditeitspensioen. Dit is een maandelijkse aanvulling op uw arbeidsongeschiktheidsuitkering van UWV. De hoogte van de aanvulling hangt af van uw mate van arbeidsongeschiktheid.
Als je erkend bent als persoon met een handicap, kan je bijvoorbeeld recht hebben op: een vermindering van inkomstenbelasting; een vermindering van onroerende voorheffing; het sociaal telefoontarief; het sociaal tarief gas- en elektriciteit; ...
Je bent arbeidsongeschikt en ontvangt een ziekte-uitkering van 45 euro per dag. De adviserend arts geeft je de toelating om je activiteiten te hernemen gedurende 19 uur per week. Indien je deze activiteiten voltijds zou uitoefenen, zou je 38 uur per week werken.
Als u invaliditeitspensioen ontvangt en minimaal 15% arbeidsongeschikt bent, bouwt u ouderdomspensioen op. Het invaliditeitspensioen eindigt in elk geval op uw AOW-leeftijd, maar mogelijk eerder.