Verzamelwoede is een obsessieve-compulsieve stoornis waarbij iemand dwangmatig spullen bewaart en verzamelt, uit angst dingen weg te moeten doen. Een obsessieve-compulsieve stoornis is een dwangstoornis waarbij iemand last heeft van dwanggedachten en/of dwanghandelingen.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts. Een verzamelstoornis, naar het Engels ook wel hoarding genoemd, is een psychiatrische aandoening die volgens de DSM-5 behoort tot het obsessieve-compulsieve spectrum.
Motieven voor het verzamelen
Dit vormt de basis voor de toepassing van theorieën over consumentisme en materialisme , die ervan uitgaan dat er een intrinsieke waarde bestaat die losstaat van monetaire waarde, zoals luxe, passie, spiritualiteit, solidariteit of nostalgie, die consumentengedrag motiveert.
Een dwangstoornis noemen we ook wel een obsessief-compulsieve stoornis (OCS). Bij een dwangstoornis heb je last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Dwanggedachten zijn gedachten die vaker terugkomen. Vaak hebben deze gedachten te maken met angst.
Een OCD kan worden veroorzaakt door genetische of neurobiologische factoren, maar ook door omgevingsfactoren. Deze dwangstoornis kan ook ontstaan door een lichamelijke ziekte, het gebruik van drugs of sommige medicijnen.
Iemand met een dwangstoornis heeft last van dwanggedachten en dwanghandelingen. We noemen het ook wel obsessieve compulsieve stoornis. Dwanggedachten (obsessies) zijn steeds terugkomende gedachten of beelden die voor angst of spanning zorgen.
OCD is een vorm van een angststoornis. Er wordt ook wel eens een vergelijking gemaakt met een Autisme Spectrum Stoornis. Echter is OCD niet een vorm van autisme. Wel kan het zo zijn dat mensen met autisme bepaalde dwanggedachten/handelingen ervaren vanuit hun problematiek.
Er zijn verschillende aandoeningen die kenmerken van een obsessieve-compulsieve stoornis hebben die veel lijken op OCD, zoals PANDAS, body dysmorphic disorder (BDD), verzamelstoornis, trichotillomanie, dwangmatig huidpulken, hypochondrie en olfactorisch referentiesyndroom .
Ervan uitgaan dat alle verzamelaars obsessief-compulsief zijn, is onjuist: 30-40% van de mensen verzamelt, terwijl slechts 1-2,5% obsessief-compulsief is . De redenen waarom mensen verzamelen, variëren van het genieten van het tijdverdrijf tot medische aandoeningen die kunnen bijdragen aan stoornissen in de impulsbeheersing.
Er zijn verschillende redenen waarom mensen dingen verzamelen. Voor sommige mensen is het iets psychologisch en een manier om dopamine te krijgen. Verzamelaars krijgen dit bijvoorbeeld wanneer zij een zeldzaam exemplaar bemachtigen. Een andere reden om te verzamelen is het bewaren van herinneringen.
Verzamelaars hebben doorgaans bovengemiddelde financiële middelen en een beter opleidingsniveau. Hoge openheid en lage neuroticisme kenmerken de persoonlijkheid van verzamelaars aanzienlijk.
Bij een verzamelstoornis, ook wel bekend als 'hoarding, 'verzamelwoede' of 'verzameldrang', voelen mensen een sterke drang om bepaalde voorwerpen te bewaren. Het wegdoen van deze spullen veroorzaakt een gevoel van lijden, waardoor ze uiteindelijk een grote hoeveelheid spullen gaan verzamelen.
Hoarders isoleren zichzelf van anderen uit schaamte of verlegenheid over hun leefomstandigheden. Deze isolatie kan de perceptie van egoïsme verder in stand houden, terwijl het in werkelijkheid een reactie is op gevoelens van ontoereikendheid of angst voor oordeel .
Zo heeft een onderdeel van hoarding – het verwerven van nieuwe spullen – kenmerken van verslaving en dat kun je als zodanig behandelen. Verder kunnen de problemen met ordenen en beslissen worden behandeld. En een klein deel van de hoarders heeft dwangklachten, wat ook weer aanknopingspunten geeft voor behandeling.
Compulsief hamsteren werd algemeen beschouwd als een type OCD . Sommigen schatten dat maar liefst 1 op de 4 mensen met OCD ook last heeft van dwangmatig hamsteren. Recent onderzoek suggereert dat bijna 1 op de 5 dwangmatige hamsteraars niet-hoarding OCD-symptomen heeft.
Een dwangstoornis heeft de controle over je leven. Dat maakt het vaak moeilijk om mee te doen aan dagelijkse activiteiten. Meestal gaat een dwangstoornis niet vanzelf over. De stoornis kan ook erger worden als je veel stress hebt.
Gedrag dat aansluit bij de doelen van de persoon en dat geen weerstand, conflict of het gevoel van gedwongen handelen veroorzaakt , wordt daarom niet dwangmatig genoemd, ongeacht hoe disfunctioneel het is.
Therapie kan een dwangstoornis niet genezen, maar het helpt je wel om op een gezonde en ontspannen manier met stress om te gaan. Afhankelijk van de ernst van de dwangstoornis, kunnen de volgende therapieën worden ingezet: Cognitieve gedragstherapie. Cognitieve groepstherapie.
Praktisch gezien kan de overlap tussen autisme-gerelateerde gedragingen en OCD-symptomen zich als volgt uiten: De voorkeur voor hetzelfde en de moeite met het aanpassen aan verandering, die veel voorkomen bij autistische jongeren, kunnen functioneel gezien lijken op OCD-gerelateerde obsessies, dwangmatigheden en de daarmee gepaard gaande stress (bijv.
PDA kenmerkt zich van door een uitdagingen tegen eisen en verzoeken des levens (tanden poetsen, werken, enz.)en inbreuken op hun autonomie.
Een dwangstoornis gaat meestal niet helemaal weg. Je hebt meestal periodes met weinig klachten en periodes met meer klachten.
Sommige mensen hebben meer aanleg voor een dwangstoornis. Dit komt bijvoorbeeld doordat bepaalde processen in hun hersenen anders lopen dan bij mensen zonder psychische klachten. Ook kan een lichamelijke ziekte, een infectie of het gebruik van sommige medicijnen van invloed zijn op het ontstaan van een dwangstoornis.
Dwangmatig piekeren is een gewoonte die vooral optreedt bij mensen die een aantal eigenschappen hebben: controle willen hebben, perfectionisme en overmatige verantwoordelijkheid. Ze willen gewoonlijk niet alleen de dingen die echt spelen onder controle hebben, maar ook al dingen die kunnen spelen.