De niet-verzorgende ouder is verplicht om financieel voor de kinderen te blijven zorgen. Dit heet een onderhoudsplicht of alimentatieplicht. Het bedrag dat voor het onderhoud van de kinderen wordt betaald heet de kinderalimentatie. De hoogte hiervan is onder andere afhankelijk van de omgangsregeling.
U bent in principe verplicht om partneralimentatie te betalen als uw ex-partner na de echtscheiding onvoldoende inkomsten heeft om in het levensonderhoud te voorzien. Daarbij wordt rekening gehouden met uw levensstandaard ten tijde van het huwelijk.
De Wet biedt de mogelijkheid als uw ex partner geen alimentatie (meer) betaalt, en wel de financiële middelen heeft, om hem naar de gevangenis te sturen voor maximaal één jaar. U zal de rechter wel moeten overtuigen met -steekhoudende- argumenten dat uw ex partner wél kan betalen, maar echt niet wil betalen.
In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.
Uw ex-partner betaalt de kinderalimentatie of partneralimentatie niet. Dan kunt u hulp vragen aan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO). Het LBIO kan de alimentatie voor u innen.
De niet-verzorgende ouder is verplicht om financieel voor de kinderen te blijven zorgen. Dit heet een onderhoudsplicht of alimentatieplicht. Het bedrag dat voor het onderhoud van de kinderen wordt betaald heet de kinderalimentatie. De hoogte hiervan is onder andere afhankelijk van de omgangsregeling.
Kinderalimentatie is niet preferent aan het aflossen van schulden. Ondanks dat het onderhouden van kinderen een wettelijke plicht is en in de onderlinge verhouding van onderhoudsplichten prioriteit heeft, heeft het geen voorrang op het aflossen van de schulden bij andere schuldeisers.
Minimale hoogte kinderalimentatie
Het minimum aan kinderalimentatie is 25 euro per kind per maand. Dit bedrag kan alleen worden toegepast als de betaler een minimum inkomen heeft.
Gemiddelde parnteralimentatie? Gemiddeld wordt er in Nederland €1.120 per maand aan partneralimentatie betaald. In 2001 ging het nog om een gemiddeld bedrag van €715.
De partneralimentatie bedraagt maximaal 5 jaar. Of korter, als het huwelijk of geregistreerd partnerschap minder dan 10 jaar duurde. Dan ontvangt uw ex-partner alimentatie voor de helft van de tijd dat het huwelijk of partnerschap duurde.
De partneralimentatie eindigt als: Een van ex-partners komt te overlijden; De alimentatieontvanger gaat hertrouwen, samenwonen, of een geregistreerd partnerschap aangaat; De alimentatieontvanger zelf genoeg inkomen heeft of de alimentatiebetaler de alimentatie niet meer kan betalen.
Gaat uw ex-partner akkoord met minder alimentatie? Dan kunt u samen nieuwe afspraken maken. Of een nieuwe berekening laten maken door het LBIO (Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdrage). Schrijf de nieuwe afspraken op in een ouderschapsplan of een andere overeenkomst.
De wet beslist dat je niet mag afzien van kinderalimentatie. Je mag dus niet in het ouderschapsplan afspreken dat jullie van de verplichting en het recht op kinderalimentatie afzien. Want als later één van jullie wel voldoende draagkracht krijgt, dan moet er vanaf dat moment kinderalimentatie betaald worden.
De overheid maakt in november bekend hoeveel procent meer u betaalt in het volgende jaar. Sinds 1 januari 2022 is dat 1,9%.
Bij huwelijk of geregistreerd partnerschap moet u financieel voor elkaar zorgen. Ook na het einde van uw relatie moet u dit nog een tijd doen. U heeft recht op partneralimentatie in deze situaties samen: U was getrouwd of u had een geregistreerd partnerschap.
De ex-partner die in de echtelijke woning woont kan op grond van art. 3:178 lid 1 BW de rechter verzoeken de woning voor maximaal drie jaar onverdeeld te laten.
Bij de berekening van de alimentatie wordt in principe alleen naar het inkomen gekeken. Het vermogen telt echter wel mee, naarmate dit vermogen substantieel inkomen oplevert.
Je mag tijdens de scheiding afzien van partneralimentatie. Maak hierover duidelijke en heldere afspraken en leg deze vast in het echtscheidingsconvenant. Je mag ook een ander bedrag dan de officiële partneralimentatieberekening nemen. Maak ook in dat geval duidelijke en heldere afspraken.
U kunt via de rechter vragen om een zogenaamde 'machtiging tegeldemaking' ex artikel 3:174 BW. Met deze machtiging kunt u zonder de medewerking van de ander, zelf de woning verkopen. Meestal wordt deze machtiging via een kort geding gevorderd, zodat u snel verder kunt.
Betaalt u de achterstand niet of niet op tijd, dan start het LBIO een incassoprocedure. U bent dan niet alleen 15% opslagkosten verschuldigd over de achterstand, maar ook over de maandelijkse alimentatie. Het LBIO kan overgaan tot beslaglegging bij een werkgever of uitkeringsinstantie.
Volgens het CBS is dus één kind gemiddeld 15 procent van het besteedbaar inkomen, twee kinderen kosten gemiddeld 25 procent (€ 375 ,- euro bij een inkomen van € 1500,- per maand) en drie kinderen 29 procent (€ 435,- per maand bij een inkomen van € 1500,-).
In de eerste levensjaren is het lager, dan eet een kind gemiddeld genomen € 2,50 euro per dag. In de puberjaren eten zij het meest, gemiddeld zo'n € 6,50 euro. Dit bedrag wordt per persoon minder wanneer je meerdere kinderen hebt. Je geeft je kind gemiddeld in totaal voor € 31.000 euro te eten.
Ingeval van een beslag op loon door DAVO wegens achterstallig onderhoudsgeld, verhoogt bijgevolg het niet voor beslag vatbaar loon. Het leefloon is een minimuminkomen voor wie niet over toereikende bestaansmiddelen beschikt, er aanspraak op kan maken of in staat is deze te verwerven.
De rechter bepaalt de hoogte van de kinderalimentatie en de partneralimentatie. Rechters hebben samen normen ontwikkeld voor het berekenen van de alimentatie.
Berekenen van de draagkrachtruimte en draagkracht
Vanaf nu is het heel simpel. Het verschil tussen het netto inkomen na de scheiding en het draagkrachtloos inkomen, levert de zogenaamde draagkrachtruimte op. Van deze draagkrachtruimte is 70% beschikbaar voor kinderalimentatie en 30% voor jouzelf.