Synoniem zijn met en synoniem zijn aan ('hetzelfde betekenen, hetzelfde zijn') zijn juist. Synoniem zijn met en synoniem zijn aan ('hetzelfde betekenen/zijn') zijn allebei juist. Het lijkt erop dat synoniem zijn met iets gebruikelijker is. De nadruk ligt iets meer op het feit dat de overeenkomst honderd procent is.
aangaan, aannemen, aanpakken, aanvangen, beginnen, ondernemen, op zich nemen, opvatten. gelden (ww) : aanbelangen, aangaan, betreffen, doelen op, heersen, meespelen, raken, spelen.
Een synoniem is een woord wat ongeveer hetzelfde betekent als een ander woord. Het is dus eigenlijk een ander woord, waarmee je hetzelfde zegt. Als je een woord in een zin kan veranderen zonder dat de betekenis hiervan verandert, is het een synoniem.
Een synoniem of evenwoord van een bepaald woord in een taal is een ander woord in dezelfde taal met min of meer dezelfde betekenis. Dit verschijnsel wordt synonymie genoemd.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: met (vz) : bij, onder, per.
aandoen, afleggen, bereizen, bezichtigen. doen (ww) : aanrichten, teweegbrengen, veroorzaken.
Omschrijving. Twee woorden worden synoniemen genoemd als ze (ongeveer) dezelfde betekenis hebben. Voorbeelden: godsdienst – religie, ogenblik – moment, gebeuren – geschieden.
Synoniemen zijn woorden die dezelfde of een ongeveer gelijke betekenis hebben, bijvoorbeeld bevolking en populatie, huis en woning, weer en opnieuw. Synoniemen zijn nuttig omdat ze voor afwisseling en stilistische verfraaiing van een tekst zorgen, maar ze kunnen ook tot verwarring en stijlbreuken leiden.
wat zeg je (bw): als , hoe , hoe nu , op welke manier , op welke wijze , waarom , wat.
dat, dewelke, hetgeen, hetwelk, welk, welke. die (vnw) : dewelke, hetwelk, wat, welke, wie.
behoren tot (ww) : aanbehoren, deel uitmaken van, horen bij, ressorteren onder, toebehoren aan, vallen onder, zijn van.
Bij synoniemnnet kun je (bovenin) aanklikken dat je de synoniemen in een grafische weergave voorgeschoteld wil krijgen. Vervolgens krijg je direct een spinnenweb aan relevante gelijkwaardige woorden in beeld. Geweldig voor wie zijn of haar tekst wil voorzien van een subtiel net aan meer en minder verwante woorden.
Een tegenstelling is de omgekeerde betekenis van een woord. Het omgekeerde van open is bijvoorbeeld dicht. Het tegenovergestelde van koud is warm. Een tegenstelling noem je ook wel een antoniem.
dezelfde, eensluidend, gelijk, gelijkluidend, hetzelfde, overeenkomstig. gelijkluidend (bn) : corresponderend, eensluidend, gelijk, overeenkomstig, overeenstemmend.
ermee beginnen vb: hij gaat een weddenschap aan over die we... 1) Aanbelangen 2) Aanflitsen 3) Aanknopen 4) Aanvaarden 5) Aanvangen 6) Aanwippen 7) Afsluiten 8) Beginnen 9) Beginnen te branden 10) Bekommeren 11) Belangen 12) Betreffe...
Van de week betekent 'in de loop van de week' en kan zowel naar het verleden verwijzen ('eerder deze week') als naar de toekomst ('later deze week').
Een ander voorbeeld is het woord "antoniem" zelf, dat mede naar zichzelf verwijst aangezien het exact het tegenovergestelde betekent van synoniem.
Op welke wijze het wordt gevraagd. Vraag van aanpak. Wijze die gevraagd wordt. Wijze vraag.
beduiden, betekenen, doelen op, indiceren, wijzen op. herinneren (ww) : attenderen, wijzen op, memoreren.
Door het gebruik van synoniemen wordt een tekst minder eentonig en voelt deze een stuk natuurlijker aan, dan wanneer je eenzelfde woord twintig keer herhaalt. Synoniemen kunnen je ook helpen een tekst kernachtiger en minder wollig te maken. Denk aan: 'tevens' -> 'ook', 'doch' -> 'maar' en 'omtrent' -> 'over'.
Twee woorden zijn antoniemen als ze een tegenovergestelde betekenis hebben. De twee woorden samen zijn een antoniemenpaar. De antoniem is dus het tegenovergestelde van een synoniem: als twee woorden hetzelfde betekenen.
Een synoniem is een ander woord voor 'een ander woord voor': woorden noemen we synoniem als ze (ongeveer) hetzelfde betekenen.
eigenaardigheid, eigenheid, eigenschap, feature, hoedanigheid, karakteristiek, kwaliteit, propriëteit. kenmerk (zn) : bewijs, getuigenis, herkenningsteken, kenteken, signatuur, symptoom, teken, waarmerk.
doenlijk, haalbaar, mogelijk, uitvoerbaar. eventueel (bn) : denkbaar, mogelijk, gebeurlijk.
aankondigen, beweren, inbrengen, meedelen, opmerken, opzeggen, spreken, uitbrengen, uitdrukken, uiten, uitspreken, verklaren, verkondigen, vermelden, vertellen, verwoorden. beraadslagen (ww) : confereren, delibereren, overleggen, raadplegen, spreken, vergaderen, zich beraden.