De oxiden van stikstof zijn zuur van aard: in de longen reageren ze met water waarbij zich schadelijk salpeterzuur vormt. In de lucht reageren stikstofoxiden en ammoniak waarbij fijnstof gevormd wordt, dat ook gevaarlijk is.
Te veel stikstof heeft een schadelijk effect op onze natuur. De bodem verzuurt, waardoor bepaalde planten en voedingstoffen verdwijnen. Denk bijvoorbeeld aan de vergrassing van heidegebied en een te kort aan calcium voor vogels.
In het kort
Ongeveer 80 procent van onze atmosfeer bestaat uit stikstof (N₂). Stikstof wordt door de natuur opgenomen in de vorm van nitraatzout of ammoniumzout. In bodem en water komt stikstof voor als nitriet, nitraat en ammonium.
Teveel stikstof is slecht voor de natuur. Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard. Zo verdringen ze kwetsbare planten.
Het begrip verzuring
Bij verzuring gaat het met name om de milieugevolgen van verhoogde concentraties aan zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) in de atmosfeer en het neerslaan van die verzurende stikstof en zwavelverbindingen (verzurende stoffen).
Stikstof verandert dus van een voedingsstof in een gifstof. Door de hoge depositie van stikstof via 'zure regen' treedt er dus sterke vermesting van de natuur op, waardoor kwetsbare en karakteristieke soorten verdwijnen. Dit proces wordt eutrofiëring genoemd (zie intermezzo).
“De stikstofemissie is vooral in bepaalde gebieden erg hoog, vooral in noordwest-Duitsland, waar relatief veel veehouderij is”, legt Ehlers uit. Maar omdat Duitsland een veel groter landoppervlakte heeft dan Nederland, is de uitstoot relatief minder.
Planten die goed zijn aangepast aan een stikstof-rijke bodems (stikstofminnende planten), zoals grassen, bramen en brandnetels hebben dan een voordeel. Ze kunnen sneller groeien dan planten die juist zijn aangepast op stikstof-arme bodems.
De invloed van de mens op de productie van reactief stikstof heeft gevolgen voor het klimaat. Direct doordat het leidt tot de productie van lachgas (N2O), een broeikasgas met een ongeveer driehonderd keer sterker effect dan het broeikasgas koolstofdioxide.
Zit er stikstof in ons eten? Stikstof zit in ons eten en drinken in de vorm van eiwit. Eiwitten bestaan uit ketens van aminozuren.
Stikstof (N2) is een kleur- en reukloos gas dat overal om ons heen is. Ongeveer 78% van alle lucht bestaat uit stikstof. Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mens en milieu.
Stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) zijn schadelijk voor de natuur als er te veel van in de bodem of het water terechtkomt. Planten als bramen, brandnetels en gras gaan er harder door groeien en overwoekeren andere planten. Daardoor verdwijnen ook insecten, vlinders en vogels.
Stikstof is uitermate belangrijk voor planten in het algemeen en voor landbouwgewassen in het bijzonder. Stikstof (N) bevordert de groei van de plant en de fotosynthese. Het is een essentieel bouwelement voor eiwitten en DNA. Een stikstofgebrek of -overmaat heeft vaak gevolgen voor de kwaliteit van het gewas.
Een eerste effect van veel stikstof is vermesting: plantensoorten van voedselrijke omstandigheden profiteren daarvan. Zo groeien er nu veel brandnetels langs de paden of bramen in de bossen en krijg je pijpenstrootje op de heide, opslag van bomen in het hoogveen en dominantie van riet in het laagveen.
De bodem kan verzuren door veel verschillende oorzaken. Zure regen bijvoorbeeld, wat ontstaat als zwaveldioxide (SO2), stikstofoxiden (NOx), ammoniak (NH3) en vluchtige organische stoffen oplossen in de regenwolken. Maar ook door het gebruik van sommige meststoffen, waarvan delen reageren met stoffen in de bodem.
Stikstof is een scheikundig element en CO2 een scheikundige verbinding. Een chemisch element is niet meer splitsbaar. Dat is anders met CO2, wat een verbinding is van het element koolstof (de letter C) met twee elementen zuurstof (de letter O).
Dat komt vooral omdat Nederland klein en dichtbevolkt is. In landen als Frankrijk of Italië zit er veel meer ruimte tussen landbouwbedrijven en natuurgebieden, en omdat natuurgebieden er veel groter zijn, wordt de kritische depositiewaarde er minder makkelijk overschreden.
De reden dat er nu veel bouwprojecten stil liggen is dat er tijdens het bouwen van een gebouw of weg veel stikstof wordt uitgestoten in omliggende Natura2000 gebieden. De oorzaak van deze uitstoot is groot materieel, zoals graafmachines, vrachtwagens, kranen, bulldozers en shovels.
Ondanks schoonste landbouw stoot Nederland meeste stikstof uit in Europa. Nederland produceert per hectare gemiddeld 4 keer zo veel stikstof dan de rest van Europa. Nederland is ook een netto exporteur van stikstof: in het buitenland komt 3 keer meer Nederlandse stikstof terecht, dan er vanuit andere landen binnenkomt.
Ook in België boze boeren
Ook België heeft een grote landbouwsector in relatief klein grondgebied. "Waar wij nog een heel klein beetje ruimte hebben, is de grenswaarde in Vlaanderen echt 0,0", zegt De Vries. "Die mogen dus helemaal geen extra stikstof uitstoten rondom natuurgebieden."
In Nederland stoot de landbouw volgens het RIVM al decennia de meeste stikstof uit, gevolgd door industrie en verkeer. Zeker in de buurt van Natura 2000-gebieden is dat een probleem. De meeste uitstoot van ammoniak komt dan wel van de boeren, maar ze zijn zeker niet de enige die ammoniak uitstoten.
Een zuur is een verbinding die een proton H+-ion af kan staan. H+-ionen worden ook wel protonen genoemd en daarom worden zuren ook wel protondonoren genoemd. Er zal in de molecuulformule van een zuur altijd een proton voorkomen. Voorbeelden van zuren zijn HCl, H2SO4, HSO4-, HCOOH en H2O.
Havermout bevat fytinezuur, wat vaak als een antinutriënt wordt omschreven. Een overdaad aan fytinezuur zorgt ervoor dat bepaalde vitaminen en mineralen zoals calcium, magnesium, zink en ijzer minder goed door de darmen kunnen worden opgenomen, met als gevolg dat je in ernstige gevallen tekorten opbouwt.
Eet dagelijks de zeven meest alkalische voedingsmiddelen: spinazie, boerenkool, komkommer, broccoli, avocado, selderij en paprika. Zorg voor een goede vochtbalans door een goede kwaliteit basisch water te drinken.