Ritsen is verplicht wanneer er bij sterk vertraagd verkeer sprake is van een wegversmalling. Dit kan zijn door bijvoorbeeld wegenwerken, een ongeval of een rijstrook die ophoudt te bestaan. Ritsen is geen kwestie van hoffelijkheid, maar simpelweg de wet. U bent dus verplicht het te doen.
Ritsen doet u zo
Rijdt u op de rijstrook die blijft doorlopen, dan moet u voorrang verlenen aan minstens één voertuig op de ophoudende rijstrook en dit vlak voor de versmalling.
Als bestuurder zal je steeds de verkeerssituatie moeten analyseren, waarbij het sterk vertraagd verkeer een cruciaal element is in jouw analyse. Het veranderen van rijstrook tijdens het ritsen wordt door de wet niet beschouwd als een manoeuvre.
Waar die twee rijstroken smelten, moet je wel ritsen bij sterk vertraagd verkeer, maar bij het invoegen op de snelweg niet meer. Ook bij verkeerswisselaars waar snelwegen elkaar kruisen, is ritsen niet van toepassing. Uiteraard is het in vele situaties wel hoffelijk.
Bij het invoegen en uitvoegen moet een bestuurder al het andere verkeer voorrang verlenen. De invoegende bestuurder betaalt meestal de schade die ontstaat door een aanrijding bij het invoegen. U krijgt een letselschadevergoeding als een ander aansprakelijk is voor een aanrijding bij het in- of uitvoegen.
Toch lukt het soms niet om tijdig in te voegen. In zo'n situatie raadt Maaskant aan vooral niet stil te gaan staan. "Kan je niet invoegen, stop dan nooit op de invoegstrook, maar rij door over de vluchtstrook. Besef daarbij wel dat je waarschijnlijk een inschattingsfout hebt gemaakt bij het zoeken naar vrije ruimte."
Bij een korte invoegstrook zul je dit sneller moeten doen. Als je hier namelijk te lang door blijft rijden, kom je op de vluchtstrook terecht. Je mag alleen op de vluchtstrook rijden in geval van pech of nood. Soms mag je de vluchtstrook wel gebruiken als je moet filerijden.
Aanrijding invoegende en uitvoegende auto
Als twee auto's van rijbaan wisselen of een auto invoegt en een andere auto gelijkertijd uitvoegt, moeten beide bestuurders voorrang verlenen. De wet bepaalt niet welke auto voorrang heeft. De ANWB adviseert uitvoegende auto's voorrang te verlenen, maar dit is geen rechtsregel.
Invoegen is een bijzondere verrichting waarbij voorrang wordt verleend aan de bestuurders op de doorgaande rijbaan. Hierbij vinden we het als invoegende bestuurder heel normaal dat de auto's op de doorgaande baan even inhouden of een strook opschuiven om ruimte te maken. Maar dit is een gunst, geen verplichting.
De bestuurders die zich reeds op de autostrade bevinden zijn niet verplicht om te ritsen. Dit komt omdat de signalisatie (invoegstrook) altijd voorrang heeft op de algemene regel (de verplichting om te ritsen).
Van rijstrook veranderen wordt altijd als een manoeuvre beschouwd. Dit betekent dat je steeds voorrang moet verlenen aan de auto's of andere weggebruikers die op de rijstrook rijden waar je wilt invoegen.
Wanneer een portier (nog) niet volledig gesloten is dan staat het open.Dit wordt in de OVS gezien als een bijzondere verrichting.
Normaliter moeten bestuurders die een bijzondere manoeuvre uitvoeren, zoals in- of uitvoegen, het overige verkeer voor laten gaan. Maar in dit geval verrichten beide bestuurders tegelijkertijd een bijzondere manoeuvre. Volgens de wet heeft daarom geen van beiden voorrang.
De belangrijkste tip: geen stress! Er bevindt zich volgens de agenten geen afgrond aan het einde van de invoegstrook. 'Als je geen ruimte hebt gevonden om in te voegen, mag je gewoon de vluchtstrook gebruiken. Daarvoor kun je geen boete krijgen.
Wanneer niet? Voorrang van rechts is niet van toepassing als de voorrang geregeld is door verkeersborden, verkeerslichten of bevoegde personen, en geldt ook niet voor een bestuurder die uit een aardeweg of pad komt, zelfs wanneer de laatste meters verhard zijn.
Bij het oprijden op een rotonde hoef je voetgangers geen voorrang te verlenen. Dat ligt natuurlijk anders als er een zebrapad vóór de rotonde ligt. Bij het verlaten van de rotonde hebben de voetgangers die de rotonde niet verlaten juist voorrang. Zij blijven namelijk op de rotonde.
Een invoegstrook is er om je snelheid aan te passen aan het overige verkeer wat er op dat moment op de autosnelweg rijdt meestal is dat tussen de 120 en 130 km p/u. Indien er een vrachtauto voor je op de snelweg rijdt dan wordt de snelheid dus 80 a 90 km p/u om in te voegen.
Motorvoertuigen mogen alleen op autowegen als zij minimaal 50 kilometer per uur kunnen en mogen rijden. Voor autosnelwegen is dit 60 kilometer per uur. Deze snelheid heet ook wel de minimumconstructiesnelheid.
Als er ruimte genoeg is kun je veilig invoegen. Handig om te weten: zodra je de voorbumper van de auto naast je in de binnenspiegel ziet, dan heb je genoeg ruimte om in te voegen. Kijk alleen in je dode hoek als je daadwerkelijk wilt gaan invoegen.
Weven is het gelijktijdig in- en uitvoegen, hierbij geldt dat bestuurders elkaar voorrang moeten verlenen, omdat beide een bijzondere manoeuvre uitvoeren. Uitvoegende bestuurders verdienen voorkeur bij het voor laten gaan, omdat de uitvoegende bestuurders meestal een hogere snelheid hebben dan invoegende bestuurders.
Om veilig in te voegen, is het belangrijk dat u even hard rijdt als het andere verkeer op de snelweg. Gebruik de invoegstrook daarom om op snelheid te komen, zodat u er makkelijk tussen kunt komen. Rijdt u te langzaam, dan moeten andere weggebruikers op de rem trappen.
Basisregel: inhalen geschiedt links
De basisregel van inhalen is dat inhalen links geschiedt. In de volgende gevallen mag je ook rechts inhalen: Bestuurders die links voorgesorteerd hebben en te kennen hebben gegeven dat zij naar links willen afslaan, worden rechts ingehaald (dit moet zelfs).
Een autoweg is een weg gelegen buiten de bebouwde kom en uitsluitend bestemd voor gemotoriseerd verkeer dat harder kan en mag rijden dan 50 km/h. Op autowegen geldt standaard een maximumsnelheid van 100 km/h, doch zijn vele autowegen uitgevoerd met snelheden van 80 en 70 km/h.
Houd er ook rekening mee dat verkeer dat verplicht moet invoegen, zoals bij een wegversmalling, in Duitsland voorrang heeft. De enige uitzondering is invoegen op de snelweg vanaf een oprit. Dan heeft invoegend verkeer, net als in Nederland, geen voorrang.
Waarom is het beter om later in te voegen? Dan maak je gebruik van de hele invoegstrook en wordt het asfalt optimaal benut. Daarnaast heb je dan de meeste tijd om op snelheid te komen en de situatie in te schatten.