PAP 4: er zijn ernstig afwijkende cellen te zien.In 90% van de gevallen is een behandeling nodig. PAP 5: de cellen zijn zeer afwijkend. Soms alarmeert het uitstrijkje ten onrechte, maar soms is er ook sprake van baarmoederhalskanker.
Pap 4: Er zijn ernstiger afwijkende cellen te zien.Er is onderzoek nodig en bijna altijd is een behandeling nodig. Pap 5: Deze score geeft aan dat er zeer afwijkende cellen zijn en dat op korte termijn onderzoek en behandeling nodig zijn. Er kan sprake zijn van baarmoederhalskanker.
Pap 1 is een goede, normale uitslag. Bij Pap 2 tot en met Pap 5 kan er iets aan de hand zijn: van een onschuldige irritatie of infectie tot onrustige cellen, een voorstadium van baarmoederhalskanker, of toch baarmoederhalskanker.
Op basis van de PAP4 kun je daar niet veel over zeggen. Meestal is dat geen kanker. Het is lang niet altijd makkelijk om een colposcopie te doen naar een conisatie: hoop dat dat goed lukt, dat er goed overzicht is geweest en vooral dat er goede biopten (desnoods een lisexcisie) is verricht.
En de kans op kanker is heel klein met PAP 3a2: denk dat maximaal 1-2 van de 100 vrouwen met PAP 3a2 kanker hebben. De kans op een voorloperstadium is wel redelijk groot, denk wel 1 van de 3.
PAP 3a: er zijn cellen met een matig ernstige afwijking gevonden. U wordt doorverwezen naar de gynaecoloog voor extra onderzoek. Meestal is er geen of een eenvoudige behandeling nodig.
Er zijn verschillende typen HPV-infecties. De twee gevaarlijkste zijn de typen 16 en 18, want die leiden het vaakst tot kanker. Baarmoederhalskanker is de bekendste.
Maar de overlevingskansen verschillen sterk per soort kanker. Zo hebben patiënten met borst-, prostaat- of huidkanker goede overlevingskansen (rond de 90%). Maar voor bijvoorbeeld patiënten met long- of alvleesklierkanker is de 5-jaarsoverleving veel slechter: voor longkanker 27% en bij alvleesklierkanker maar 5%.
Als u veranderde cellen in uw uitstrijkje heeft, gaat u naar het ziekenhuis. Een behandelaar bekijkt uw baarmoederhals met een apparaat. Soms worden er stukjes baarmoederhals weggehaald en onderzocht. U krijgt meestal binnen 2 weken de uitslag van het onderzoek.
PAP 1: normale uitslag, nieuw uitstrijkje over 5 jaar. PAP 2: enkele cellen zien er anders uit, nieuw uitstrijkje over 6 maanden. Opnieuw PAP2: onderzoek door de gynaecoloog. PAP 3a: licht afwijkende cellen, in de regel onderzoek door de gynaecoloog.
Het beste is om de etiketten van kant-en-klare papjes of papgranen goed te vergelijken in de winkel. Welke ingrediënten er in het product zitten en hoe veel, zie je namelijk alleen op het etiket. De beste keuze is de variant zonder toegevoegd suiker en zonder zout.
Alvleesklierkanker heeft slechtste overlevingscijfers van alle kankersoorten. Op 15 november is het Wereldalvleesklierkankerdag. Alvleesklierkanker heeft de slechtste overlevingscijfers van alle soorten kanker in Nederland.
Wat betreft de uitslag: K4 betekent dat alle cellen die in het uitstrijkje horen te zitten er ook daadwerkelijk in zitten. Dat is dus eigenlijk goed.
Pulmonale alveolaire proteïnose (PAP) is een zeldzame ziekte waarbij een bepaald type eiwit zich ophoopt in de longblaasjes (alveoli) in de longen, waardoor ademhalen moeilijk wordt.
Onrustige cellen zijn cellen die er anders uitzien dan normale cellen. Ze kunnen ontstaan door een infectie, bijvoorbeeld met HPV. Vaak ruimt het lichaam onrustige cellen vanzelf weer op.
Klachten en symptomen baarmoederkanker
onregelmatig en veel bloedverlies tussen de menstruaties door. bloedverlies bij het plassen of andere plasklachten. vrouwen met baarmoederkanker in een vergevorderd stadium kunnen last hebben van moeheid, vermagering en/of buikpijn.
Pap 4: sterkere afwijkingen dan bij Pap 3a/b. Ook hier wordt verder onderzoek aanbevolen. In 90% van de gevallen wordt er een eenvoudige behandeling van de baarmoederhals gedaan zoals een lisexcisie.
PAP IIIA-2.
De patholoog zag geen kankercellen, maar er is mogelijk wel een voorstadium van kanker. U heeft verder onderzoek nodig om te bepalen of u een behandeling nodig heeft. U krijgt een colposcopie. Dat is een kijkonderzoek van de baarmoeder-mond.
Voorstadium. Aan de binnenkant van de baarmoederhals zitten cilindercellen en aan de buitenkant plaveiselcellen. Vooral op de plek waar deze 2 soorten cellen in elkaar overgaan, kunnen afwijkende cellen ontstaan. Dit is het voorstadium van baarmoederhalskanker.
Bij die leeftijdscategorie zouden vooral borstkanker, colorectale kanker, schildklierkanker en nierkanker gediagnosticeerd worden, al zal de colorectale kanker de meeste dodelijke kanker zijn, gevolgd door borstkanker, longkanker en hersenkanker.
Stadium 4. Stadium 4 kan twee dingen betekenen: De tumor is uitgezaaid voorbij de regionale lymfeklieren naar een deel of delen van de huid, of naar andere lymfeklieren. De tumor is uitgezaaid naar andere organen, bijvoorbeeld de lever, de longen of de hersenen.
Kleincellig. Kleincellige longkanker groeit sneller en zaait makkelijk uit. Als kleincellige longkanker ontdekt wordt, heeft iemand vaak al uitzaaiingen. Ongeveer 1 op de 5 patiënten heeft deze agressieve vorm.
HPV (humaan papillomavirus) is een erg besmettelijk virus dat heel soms kanker kan veroorzaken. Er zijn meer dan 100 typen HPV. Vooral infecties met HPV 16 en 18 zorgen voor een grotere kans op baarmoederhalskanker.
Antwoord. Uw lichaam ruimt het virus bijna altijd weer zelf op. Er is geen medicijn of behandeling om HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) op te ruimen. Het duurt meestal 1 tot 2 jaar voordat het virus helemaal weg is.
De belangrijkste transmissieroute voor genitale HPV-infecties is seksueel. Microlaesies, ten gevolge van bijvoorbeeld seksuele activiteit of scheren, zijn nodig voor inoculatie van het slijmvlies met virus. Transmissie kan ook plaatsvinden via vingers en zelfs handdoeken van personen met AGW .