Opzoek wordt alleen aan elkaar geschreven als het een vorm van het werkwoord “opzoeken” is. Op zoek (met spatie) heeft de betekenis van zoeken, proberen te vinden. Opzoek (zonder spatie) heeft de betekenis van informatie opzoeken of iemand bezoeken.
Soms schrijven mensen 'opzoek' terwijl ze 'op zoek' bedoelen. Als je iets opzoekt, mag het aan elkaar. Maar ben je op zoek naar iets of iemand, dan moet er een spatie tussen.
Een werkwoord is een woord dat aangeeft welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Voorbeelden van werkwoorden zijn gaan, slapen, blijken, zijn en veranderen. Werkwoorden geven aan in welke tijd de zin staat: de verleden tijd, de tegenwoordige tijd of de toekomende tijd.
↑ zijn is een van de weinige werkwoorden in het Nederlands die een verleden tijd van de aanvoegende wijs behouden heeft. Deze komt nog vooral voor in uitdrukkingen als Als het ware.
Wat is juist: 'Ik ben op zoek naar een baan' of 'Ik ben opzoek naar een baan'? 'Ik ben op zoek naar een baan' is juist; de combinatie op zoek zijn naar wordt in losse woorden geschreven.
Net zoals op zoek, worden op pad, op weg, op onderzoek en op reis ook los van elkaar geschreven.
Een werkwoord is een woord dat aangeeft wat iets of iemand doet. 'Spelen', 'lopen', 'rijden' en 'knutselen' zijn voorbeelden van werkwoorden. 'Twijfelen', 'hebben' en 'beheersen' zijn ook werkwoorden, maar geven minder duidelijk een activiteit aan.
Een werkwoord is een woordsoort die aangeeft dat iemand iets doet. Degene die iets doet in een zin, noemen we het onderwerp. Het kunnen dingen zijn die gebeuren, maar ook een gebeurtenis (zoals trouwen en vieren). Het kan ook zijn dat het gaat om een toestand (zoals zij, voelen en hebben).
Niet-werkwoorden
Bij spelling gaat het erom dat je de taal schriftelijk weergeeft. Zo simpel is het. Maar hoe al die woorden geschreven moeten worden, is lang niet altijd simpel. Zowel niet voor kinderen als voor veel volwassenen.
Het bijwoord terug wordt vooral in België veelvuldig gebruikt, ook door veel standaardtaalsprekers, in de betekenis 'weer, opnieuw'. Toch is er een niet te verwaarlozen groep taalgebruikers die het woord in die betekenis afkeurt.
Wat zijn zoekwoorden? Zoekwoorden zijn termen die mensen gebruiken in zoekmachines om te vinden waar ze naar op zoek zijn. Een zoekwoord kan bestaan uit één woord, of uit meerdere woorden. Dit kan een beetje verwarrend zijn, daarom spreken sommige mensen liever van zoektermen of zoekopdrachten.
Het betrekkelijk voornaamwoord die verwijst naar de-woorden; dat naar het-woorden, ongeacht het biologisch geslacht. Naar het-woorden die personen aanduiden (meisje, mannetje, vrouwtje, ventje, neefje, nichtje, familielid, Tweede Kamerlid enzovoort), wordt met dat verwezen.
Correct is het wil, zonder -t.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: het wil, wil het. De vorm het wilt* (of wilt het*) is niet correct.
Een zelfstandig werkwoord is een werkwoord dat op zichzelf – 'zelfstandig' – de betekeniskern van een werkwoordelijk gezegde vormt. In de onvoltooid tegenwoordige tijd en de onvoltooid verleden tijd wordt een zelfstandig werkwoord uitgedrukt door de persoonsvorm.
Doen is hier een omschrijvend hulpwerkwoord, dat altijd wordt gecombineerd met een infinitief. Doen in combinatie met de onbepaalde wijs van een werkwoord voegt niets wezenlijks toe aan dat werkwoord. Doe eens koffiezetten betekent in feite hetzelfde als Zet eens koffie.
Het werkwoord willen is onregelmatig. Bij de meeste werkwoorden krijgt de vorm van de tegenwoordige tijd voor de derde persoon enkelvoud de uitgang -t: hij loopt, ze helpt, het gaat, men ziet. De werkwoorden willen, zullen, mogen en kunnen zijn echter uitzonderingen op de regel, evenals het werkwoord zijn (hij is).
De belangrijkste vraag die moet stellen als het gaat om werkwoorden vinden in een zin is: Wat beschrijft deze zin?Doet iemand iets?Gebeurt er iets, is er iets aan de hand?
Dat doe je bijvoorbeeld door te gaan reizen, vrijwilligerswerk (in het buitenland) te gaan doen, werkervaring op te doen, een nieuwe taal te leren of een studiekeuzeprogramma te volgen. Lees meer over de invulling van een tussenjaar bij het TussenjaarKenniscentrum.
Als je 13 of 14 jaar bent, mag je alleen klusjes doen.Ook mag je helpen bij licht, niet-industrieel werk. Zoals helpen bij het vakken vullen in een winkel.
En welke branches maken ons het gelukkigst? Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van het TNO is gebleken dat over het algemeen werknemers in de financiële dienstverlening, in de landbouw en in een bestuurlijke functie het meest tevreden zijn met hun werk.