De Nederlandse staat is democratisch, omdat de burgers kiezen wie het land regeert. En de Nederlandse staat is een rechtsstaat, omdat iedereen zich aan het Nederlandse recht moet houden: burgers, organisaties en overheid. Lees meer over een rechtvaardige samenleving, de trias politica en de rechterlijke macht.
Nederland is een democratische rechtsstaat. Democratisch, omdat de burgers kiezen wie het land regeert. Een rechtsstaat, omdat iedereen zich aan het Nederlandse recht moet houden. Dat geldt voor burgers en overheid.
Het tegenovergestelde van de rechtsstaat is de politiestaat of de totalitaire staat. Een politiestaat is een staat waarin de overheid doet wat zij wil. De overheid houdt zich niet aan regels en kan bijvoorbeeld bepaalde burgers voortrekken.
Nederland wordt gezien als een sociale rechtsstaat: er zijn wetten en voorzieningen geregeld door de overheid om de welvaart en het welzijn van burgers te beschermen en te bevorderen.
De vier belangrijkste onderdelen van de rechtsstaat zijn de grondrechten, de scheiding der machten, het legaliteitsbeginsel en onafhankelijke rechtspraak.
In een rechtsstaat is er sprake van een scheiding der machten. De wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht zijn hierin van elkaar gescheiden. De drie machten zijn onafhankelijk van elkaar, en controleren elkaars functioneren.
Beginselen van de rechtsstaat
Het rechtszekerheidsbeginsel (zaak C-212 tot 217/80, punt 10) Het verbod van willekeur (zaak C-46/87 en 277/88, punt 19) Het beginsel van de scheiding der machten (zaak C-477/16, punt 36; zaak C-452/16, punt 35; en zaak C-279/09, punt 58).
De Bataafse Republiek zorgen er in 1795 voor dat iedereen gelijk werd voor de wet en er kwam volledige godsdienstvrijheid. Die eerste Nederlandse grondwet maakte van Nederland een rechtstaat(Staat die gebonden is aan geschreven wetten waarin elke burger zich op de wetten kan beroepen).
Democratie (van het Grieks δῆμος/dèmos, "volk" en κρατειν/kratein, "heersen", dus letterlijk "volksheerschappij") is een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening.
De politiek in Nederland vindt plaats binnen een parlementaire democratie, een constitutionele monarchie en een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Nederland is een consensusdemocratie, waar de politieke instituties gericht zijn op een brede consensus tussen politieke actoren.
De Hoge Raad is een cassatiegerecht. Dat betekent dat de Hoge Raad beoordeelt of een lagere rechter (rechtbank/gerechtshof) bij een uitspraak het recht juist heeft toegepast en of de procedure op de juiste wijze is gevolgd.
In verschillende landen bestaan naast partijen ook burgerbewegingen die zich inzetten voor de invoering van vormen van directe democratie. Voorbeelden zijn GeenPeil in Nederland, Meer Democratie in Nederland en in Vlaanderen en Mehr Demokratie in Duitsland en Oostenrijk.
Geen absolute vrijheid
De verschillende vrijheden en rechten zijn niet absoluut: een burger kan niet onbeperkt zijn gang gaan. Er bestaat bijvoorbeeld vrijheid van godsdienst, maar dat betekent niet dat een burger overal en altijd zijn geloof vrij kan uitoefenen.
De oudste wet die sec voor Nederland gold, was de Grondwet van 1798, de 'Staatsregeling voor het Bataafsche Volk'.
De verschillen tussen een democratische rechtsstaat en een dictatoriaal politiek systeem kunnen benoemen. Wij hebben in Nederland dus een parlementaire democratie in een rechtsstaat. Dat is een heel ander systeem dan een dictatuur: een systeem waarbij één persoon of een kleine groep mensen alle macht heeft.
De meeste plichten worden door middel van wetten opgelegd. Zo kennen we de leerplicht, de plicht om verkeersregels en andere voorschriften na te leven, de plicht om belasting te betalen en de plicht om voor de rechter als getuige op te treden.
§2: grondbeginselen van de rechtsstaat
Grondbeginselen van een rechtsstaat: Burgerrechten: overheid moet zich aan de wet houden; burgers hebben rechten. Grondrechten: staan in de grondwet. De overheid mag geen wetten maken tégen de grondwet in.
Een lege huls
Huisvesting als recht is vastgelegd in de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens. Ook in de Nederlandse Grondwet staat dat de overheid de volksgezondheid in Nederland moet bevorderen en moet zorgen voor voldoende goede woningen.
Iedereen is voor de wet gelijk. Bij het doen van een uitspraak kijkt de rechter naar de wet, de feiten (wat is er precies aan de hand), persoonlijke omstandigheden en verklaringen van deskundigen en getuigen.
Het is hierbij belangrijk dat de instantie (de rechter) volledig onafhankelijk is. Daarnaast mag een rechter geen recht weigeren. Elke burger of instelling die een oordeel wil hebben, moet dit kunnen ontvangen. Het is de taak van de overheid om zorg te dragen voor de rechtspraak.