Vrouwtje vink kunt u makkelijk verwarren met vrouwtje huismus. Let vooral op de vleugel: de lichte streep (van buik richting rug) van vrouwtje vink is het meest duidelijke verschil tussen de twee. In hun bewegingen zijn ze ook anders: vinken stappen over de grond, mussen hippen.
Vinken hebben een korte, kegelvormige snavel. Het mannetje heeft in broedkleed een blauwgrijs petje, een oranjerode borst en wangen. De staartveren zijn zwart, behalve de (witte) buitenste staartpennen. Het vrouwtje is minder opvallend en wordt nog wel eens aangezien voor een vrouwtje huismus.
De vink broedt in bossen, parken en tuinen. In de winter zoeken vinken vaak voedsel op akkers en velden. Vinken zie je overal, zolang er maar bomen in de buurt zijn. Zelfs open landbouwgebied met verspreide bomenrijen of enkele doorgeschoten heggen of brede houtkanten volstaan.
17. Ringmus, heggenmus en vrouwtje vink en huismus. De 'kleine bruine vogeltjes' lijken lastig uit elkaar te houden, maar met wat praktische tips kan iedereen ze herkennen. Kleuren, verenpatronen en gedrag: het helpt om ze uit elkaar te houden.
Keep. De keep (Fringilla montifringilla) heeft de vorm en grootte van een vink. Zijn borst, schouder en vleugelstreep zijn oranjebruin. Het vrouwtje heeft een donkere grijsbruine kop en lijkt op het vrouwtje van de vink (maar let op de oranjeachtige borst!)…
In uw tuin zijn het vaak de verschillende soorten mezen of mussen die overnachten in een nestkast. Maak oude nestkasten nu leeg, want vogels willen er buiten het broedseizoen geen takken of bladeren in hebben en slapen het liefst in een kale kast.
Mussen lijken misschien de hele dag te zingen, maar ze pieken – net als andere zangvogels – vroeg in de ochtend. Dan zingen ze om een territorium te verdedigen of gewoon om te melden dat ze er zijn.
Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam.
Iedere vink kan, bij wijze van spreken, het 'Wilhelmus' fluiten, maar dat doet hij niet, want dan wordt hij niet meer herkend. De mannetjesvink zingt namelijk niet voor de lol. Het is puur het territoriumgedrag. Steeds weer die roep om andere mannetjes af te schrikken.
Wil je dus vinken naar je tuin lokken, dan zorg je ervoor dat het hele jaar door zaad te vinden is in je tuin. Strooi gewoon wat vogelvoer op de tuintafel of op het terras. Zeker weten dat er vinken op afkomen. Maar liefst groeien er wel bomen en struiken in je tuin.
De aanschafprijs van een vink is ondermeer afhankelijk van het geslacht en de zang. Denkt u aan prijzen variërend van 5 tot 100 euro. Daarnaast zijn er eenmalige kosten voor de aanschaf en inrichting van een kooi of volière, en terugkerende kosten, zoals uitgaven voor voer. Wildzangzaad kost enkele euro's per kilogram.
Mussen, vink en groenling
Voedsel: onkruid-zaden, zonnepitten, Premium voedertafelmix, pindablokken, wat bruin broodkruimels en Premium pinda's. Voerplaats: op de grond, eventueel voedertafel.
De oorzaak: in een modern geïsoleerd huis is geen broedgelegenheid voor de mussen. Op het platteland zul je ze ook niet vaak zien en mussen houden ook niet van bosrijke omgeving. Dus vooral in dorpen en steden met veel groen en rommelhoekjes vind je ze. Daar houden mussen van.
Tegenwoordig zijn de steden te clean. Daken en muren worden te goed geïsoleerd, ze hebben geen enkele opening meer. Inheemse (on)kruiden en bloemen worden uit de tuinen verweerd en het gras wordt gemillimeterd afgereden. Ruige of verwilderde hoekjes verdwijnen in de steden.
Het gebruik van vogelpennen of draad tegen mussen: Wanneer mussen rusten op een vensterbank of dakgoot en daar wachten op voedselaanbod, dan is het aanbrengen van vogelpennen een adequate oplossing.
Meestal groenblijvende struiken en klimplanten ( Taxus, Liguster, Laurier, Vuurdoorn, Klimop, diverse coniferen, bamboe, Hulst e.d. ). De jongen vliegen daar naartoe wanneer ze voor het eerst het nest verlaten, en de ouders gebruiken het als uitkijk alvorens met voedsel het nest in te gaan.
Er is te weinig contrast, waardoor de vogels het net niet zullen zien. Je kunt daarom beter kiezen voor een net met een fellere kleur. Denk bijvoorbeeld aan helder blauw, paars of geel. Deze kleuren bieden meer contrast met de ondergrond, waardoor de kans een stuk groter is dat de vogels het net nu wél kunnen zien.
De kerkuil kent een behoorlijke variatie aan geluid. Dit wordt vaak aangeduid als krassen, roepen, snurken, gillen of blazen. Voor de kerkuil zijn geluiden van groot belang. Het is het enige contact dat ze met elkaar hebben.
Verschillende vogelsoorten, zoals de spreeuw of de ekster, leggen blauwe eieren. Blauwe eieren absorberen minder warmte dan bruine eieren. Hiermee zorgt de blauwe kleur ervoor dat eieren niet oververhit raken. Dat is nog eens goed gebruik maken van kleuren!
PIMPELMEES. De pimpelmees komt in veel tuinen voor. Je herkent hem aan zijn blauwe delen.