Dat hoort bij een kind en bij bepaalde ontwikkelingsfasen van een kind. Het wordt een probleem als het kind voortdurend druk is, niet kan concentreren, impulsief is en slecht luistert. Erg druk doen, niet stil kunnen zitten, rondrennen en friemelen. Dit zijn wat kenmerken van een hyperactief kind.
Een onrustige en overprikkelde baby kan je herkennen aan verschillende zaken. Vaak valt een gedragsverandering de ouders meteen op: de baby is schrikachtig en extreem alert, hij vindt moeilijk zijn slaap of wordt van elk geluidje terug wakker.
Aspecifieke verschijnselen bij baby's en peuters die vaker voorkomen bij kinderen die later ADHD blijken te hebben, zijn inslaapproblemen, motorische onrust, gemakkelijk huilen, overgevoeligheid voor aanraken of geluiden, oppositioneel gedrag en snel wisselen van spel (meer dan leeftijdsgenoten, die vaak ook niet uren ...
Oververmoeidheid herkennen
Wrijft je baby veel in de ogen? Net als gapen, huilen en wegkijken is dit een typisch signaal een oververmoeide baby. Ook rood rondom de oogjes is een bekend teken dat een baby moe of oververmoeid is. Veel oververmoeide baby's komen lastig in slaap.
Hoogsensitieve personen zijn gevoelig voor prikkels van buitenaf. Ze raken dan ook snel overprikkeld en vermoeid. Ze kunnen slecht tegen harde geluiden, een drukke omgeving, schrikken snel en zijn erg gevoelig voor pijn. Een hoogsensitief kind kan last hebben van kleren die kriebelen, nat zijn of niet lekker zitten.
Is je kind overprikkeld en/of wil je je baby helpen met ontprikkelen, dan kun je bijvoorbeeld een rustige en korte massage geven, lekker in bad of onder de douche, maar ook knuffelen werkt heel ontprikkelend.
De meest opvallende symptomen van het KISS-syndroom bij baby's zijn duidelijke voorkeurshoudingen en een scheve stand van het hoofd. Andere symptomen zijn: Scheef ruggetje. Asymmetrisch bewegen van armen en benen.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Baby's huilen de eerste drie maanden van hun leven het meest. De eerste 6 weken gemiddeld 2 tot 2,5 uur per dag. Daarna neemt het aantal uren dat baby's per dag huilen weer af. Rond de 3 maanden is de huiltijd weer 1 tot 1,5 uur per dag.
Fladderen bij opwinding is een heel normaal verschijnsel. Bijvoorbeeld als je elkaar na een tijdje weer ziet en jouw kind heel enthousiast is. Bij heftige emoties kan het fladderen nog langer duren. Soms gaat een kind erbij springen of rondjes draaien.
Kenmerken die een invloed hebben op het drukke gedrag
Bijvoorbeeld: Als een baby van 10 maanden last heeft van scheidingsangst, kan hij of zij zich drukker gedragen. Vermoeidheid, persoonlijke problemen, moeite hebben met grenzen te stellen, manier van omgaan met het kind …
Daarom wordt nu vaak een eenvoudiger definitie gebruikt: we spreken van een onrustige baby als de ouders vinden dat de baby te veel huilt, als ze de baby moeilijk kunnen troosten en niet meer weten wat ze nog moeten doen.
Kenmerken ADHD
De kenmerken van ADHD zijn te verdelen in 3 gebieden: aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit.
De gevolgen van een teveel aan prikkels
Dat is een gevolg van de drukke levensstijl van de ouders. Maar in tegenstelling tot volwassenen, hebben baby's nog geen filter. Je baby vangt alle prikkels op. En om hem gerust te stellen, praat je tegen hem, geef je hem een rammelaar, haal je hem uit zijn bedje…
Verminder niet alle prikkels, zeg ik dan, maar bied fijne prikkels aan die de baby kent uit de baarmoeder. Baby's huilen soms niet omdat ze overprikkeld zijn, maar juist omdat ze onderprikkeld zijn van die prettige sensaties.
Symptomen autisme kind (0-24 maanden)
Heeft geen interesse in andere mensen bij 12 maanden. Lacht niet naar anderen bij 12 maanden. Reageert niet wanneer hij of zij wordt toegesproken bij 12 maanden. Maakt geen gebaren (wijzen, zwaaien) bij 12 maanden.
Baby's huilen vanaf het moment dat ze geboren worden. Het is één van de manieren waarop baby's laten zien wat zij nodig hebben. Een baby kan gaan huilen als hij honger heeft, een vieze luier heeft, aandacht wil, pijn heeft, zich niet lekker voelt, of gewoon moe is en slaap heeft.
Kinderen die gaan huilen als ze in bed worden gelegd zijn meestal kinderen die niet gewend zijn om uit zichzelf in slaap te vallen. Het kortdurende huilen hoort voor hen bij het gewennen aan het zelf in slaap vallen.
Jonge baby's kunnen nog niet zelfstandig in slaap vallen, dit moeten ze nog leren. Hierdoor kunnen ze onrustig worden of gaan huilen als het slapen niet lukt. Ze hebben nog jouw hulp nodig om in slaap te vallen. Zo kan het nodig zijn om je baby in slaap te wiegen of je baby valt in slaap tijdens de voeding.
Sommige kinderen lopen meer risico op overgewicht dan anderen. L'Hoir noemt enkele risicogroepen. 'Er is bewijs dat heel zware zuigelingen (negenponders en meer) ook na de geboorte zwaar blijven. Een andere risicogroep zijn te vroeg geboren baby's die een zeer snelle inhaalgroei vertonen.
Doorslapen kan al vanaf 6 weken
“Een baby kan volgens het boekje pas doorslapen vanaf de leeftijd van zes weken. Dat is het moment waarop het circadiaans ritme wordt 'geïnstalleerd' en de slaap totaal verandert. Dit nieuwe ritme zorgt ervoor dat je baby langer achtereen kan slapen.
Een individuele baby mag gerust eens wat harder of wat minder hard groeien. Bij de lengtegroei zie je zelfs heel vaak van die kleine tussengroeispurtjes. Schommelingen zijn dus normaal, maar te grote afwijkingen zijn niet de bedoeling.
Symptomen van (verborgen) reflux herkennen bij je baby
Kokhalzen. Spugen. Overstrekken (het aanspannen van de rugspieren en het achterover drukken van het hoofdje) Slechte nachtrust.
Het is daarom heel belangrijk het hoofdje steeds goed te ondersteunen. Doe je dat niet of schud je de baby hard door elkaar, dan kunnen kleine bloedvaatjes in de hersenen scheuren door de beweging met alle gevolgen vandien zoals blindheid, doofheid, stuipen, leermoeilijkeheden, hersenbeschadiging of zelfs de dood.
Osteopathie kan baby's onder andere helpen bij het kiss-syndroom, spanning en stijfheid in armen, benen en romp, achterblijvende motorische ontwikkeling, niet kruipen of laat lopen, overstrekken, een onregelmatig of afgeplat schedeltje of voorkeurshoudingen van het hoofd of de romp.